Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Waarnemen

Wie ben ik?
Wat is ik?

Ik sta in de tuin en kijk naar de bomen.
Als ik echt alleen maar kijk, dan is er niets anders dan de bomen die ik zie. Geen mij. Geen denken. Geen ander gebeuren dan dat de bomen in mij worden gezien en er in mij alleen de bomen zijn.

Net als wanneer ik in de natuur loop.
Soms is er datgene wat er van binnen gebeurt dat op het scherm verschijnt dat anders het canvas is waarop de bomen zijn.
Dan is dat wat er is in mij.
Dat betekent dat het scherm zelf een neutraal doek is waarop gebeurt wat er in me plaatsvindt. Of wat er buiten me plaatsvindt.
Vooral in de tuin, in de natuur, is de gebeurtenis op het scherm van mijn bewustzijn miraculeus.
Dan is er niets anders dan wat er waargenomen wordt.
Natuurlijk is er een lichaam, dat weet je, dat weet ik, maar de gevuldheid met datgene wat ik waarneem, datgene wat door de zintuigen wordt geregistreerd, is van een ongekende directheid en daarmee schoonheid.
Schoonheid in de zin van schoongewassen, zonder enig commentaar, puur, absoluut maagdelijk en onaangetast door iets dat als een beslagen ruit ertussen staat.

Geen mening, geen opinie, geen interpretatie, geen oordeel, alleen maar datgene wat er is, schoongewassen van alle geschiedenis, als een eeuwig nu dat nooit toen wordt.

Tijd lijkt afwezig.

Alleen de klok loopt door, maar dat telt niet.
De klok kan net zo goed tikken in het eeuwige nu.
Dan is er geen tijd verstreken tussen de tikken.

Alleen ruimte.

Meer absoluut dan tijd is ruimte.
Dankzij ruimte is er tijd.
Als je van hier naar de Zon wilt reizen, dan ben je er sneller dan het zonlicht; dan is er geen afstand-tijd, geen reistijd.

Ruimte is er zodat er onderscheid kan zijn, uniekheid, individualiteit.
Verschil, afstand, geeft ontwikkelingsmogelijkheid.
Wat we zien is er onmiddellijk, zonder middel, zonder bemiddeling, zonder medium.

Geen raket, geen golf, geen straal die tijd nodig heeft om de afstand te overbruggen.
Alles in het tijdloze nu.
Of hoe je dat moment, dat mo-nu-ment ook noemt.

Stel je voor dat er tijd zou verstrijken tussen wat je ziet en wanneer je het ziet.
Zoals dat bij horen wel het geval is; pakketjes geluid die zich met een snelheid van pakweg driehonderddertig meter per seconde verplaatsen.
Die twaalfhonderd kilometer afleggen in een uur. Tenminste als ze dan nog niet zijn gedempt, verstrooid of verwaaid.
Een muziekkorps dat een kilometer verderop speelt, hoor je pas na drie seconden. Maar alle geluiden, zowel hoog als laag als midden, reizen even snel.

Waarnemen met de zintuigen is een fantastische belevenis.
Waarnemen voordat je datgene wat de zintuigen hebben opgepikt kunt verdraaien of interpreteren, bevrijd je van je oordelen.
Jammer is dat we dat niet leren op school, niet in de kerk, niet in de opvoeding.

Waar wel?

Onze oordelen zitten vaak zó onmiddellijk bovenop de waarneming, als een slak vastgeplakt aan de ruit van onze zintuigen, dat bijna niemand zich los kan weken. Niemand lijkt dat ook te willen.
Bang als men is om de controle te verliezen, om ‘zichzelf’ te verliezen.
Dat oordeel, die reactie, is immers wat we als ‘onszelf’ beschouwen.

Mystici zeggen, mystici weten, dat het aan de waarneming vastgeplakte oordeel, die interpretatie, die reactie van de psychologie, een wereldje van illusies is.

Illusies die de waarneming vervormen tot iets wat het niet is.
Die reacties, dat hele conglomeraat van interpretaties, vormen samen de wolk van meningen die we onszelf kunnen noemen.
Heel leerzaam om die laag onder ogen te zien.

Zonder oordeel. Als het even kan.
Omdat een oordeel ons verhindert het te zien voor wat het is.
Want ten slotte zijn alle filosofische stromingen het eens over één ding dat ware wijsheid oplevert:

Ken Uzelf..

Schrijver: Ton Hettema, 10 maart 2018


Geplaatst in de categorie: filosofie

2.7 met 6 stemmen 284



Er zijn 12 reacties op deze inzending:

Naam:
Ton Hettema
Datum:
23 maart 2018
@van Gellekom: na uitgebreide contemplatie ben ik nu (23-3) tot de conclusie gekomen dat wij het niet zelf zijn die dromen, of die beelden genereren; wij 'zien' voorbijkomen op het scherm van 'ons bewustzijn' de fantasmagorieën (projecties) van datgene wat in ons brein een virtuele realiteit projecteert. Wat datgene is, of wie diegenen zijn, die in staat zijn om ons 'inwandig' te hersenspoelen (vgl. de spoelen van de projector) voert hier te ver..
Naam:
Ton Hettema
Datum:
14 maart 2018
Luctor et emergo..
Naam:
Karel Jong
Datum:
12 maart 2018
@Ton: ik lees deze worsteling met dimensies ook in deze column. Met dien verstande, dat jouw proza (soms) te afleidend is om in de buurt te komen van welke dimensie dan ook. Dat zegt niets over je eruditie. Wel (voor mij) een en ander over het schrijfproces als zodanig.
Naam:
Ton Hettema
Datum:
12 maart 2018
@Karel: vanuit een ééndimensionale wereld is het inschatten van drie dimensies een onmogelijke opgave..
Naam:
Karel Jong
Datum:
11 maart 2018
Grappig wel, dat een fraai sonnet helderheid verschaft en het gevoel deels illustreert. Mocht ik al mogen kiezen, dan dit sonnet als verbeelding van het thema. Dus niet (een deel van) het geleverde proza.
Naam:
Ton Hettema
Datum:
11 maart 2018
Tja, dat bedoelde ik eigenlijk..
Naam:
Hanneke van Almelo
Datum:
10 maart 2018
Mag ik al deze commentaren aanvullen met een sonnet? In aansluiting op het onderwerp en op wat het los gemaakt heeft bij degenen die reageerden.


De vrede van het stille land

De weide reikt tot aan de waterkant –
een groen tapijt van sappig gras en kruid.
Het regent lichtjes en het zacht geluid
verdiept de vrede van het stille land.

Dan drijft de wind de wolken voor zich uit,
het licht doet met zijn kracht zijn woord gestand
en strooit met zonneschijn uit gulle hand –
het gras licht op, de kwikstaart fluit.

En ik sta aan het hek om te ervaren
dat de natuur soms los lijkt van de tijd:
zij wil zich in het heden openbaren
in vormen die zij voor mijn oog bereidt.
Het zonlicht speelt op zachtgestemde snaren
en raakt mijn ziel met tegenwoordigheid.
Naam:
Karel Jong
Datum:
10 maart 2018
Tot aan 'stel je voor' komt deze tekst op mij over als de nieuwe kleren van de keizer. Eerlijk gezegd als een behoorlijke warboel. Moeilijk doen, welke bij liefhebbers lyrische reacties ontlokt. Dat gun ik de schrijver van harte. Maar voor mij blijft het slecht gebonden soep zonder ballen.

'Ik sta in de tuin'. Prima, en enkele regels verder : 'Net als wanneer ik in de natuur loop'. 'Als wanneer'? Na de strofe 'stel je voor' lijkt Hettema enige moeite doen om de lezer erbij te halen. Daarvoor overstelpt hij mij met staccato associaties, korte zinnen en pogingen om mij deelgenoot te maken van een bijzondere ervaring of zienswijze.

Jammer. En ook nu vind ik dit geen echte column van de dag. Dit type spiritueel bedoelde teksten over het zijn van het Zijn en al of niet zintuigelijke begeestering, mag zeker een plaats hebben op het tabblad Beschouwingen. Maar ik weet inmiddels, dat ik de enige ben, die er zo over denkt bij dit type columns van de dag.
Naam:
Ton Hettema
Datum:
10 maart 2018
@Dirk: dat is allemaal leuk en aardig voor de wetenschapper, die lichtsnelheid, en dat heb ik natuurlijk ook op de brave regeringsschool geleerd, en dat zeggen de keurige boekjes natuurlijk ook allemaal....
maar, ik denk daar anders over.

@Hanneke: glimmen is voor de slimmen
Naam:
van Gellekom
Datum:
10 maart 2018
Prachtig geschreven! Wat ik mij afvraag is, hoe nemen wij waar in onze dromen terwijl onze ogen gesloten zijn
Naam:
Hanneke van Almelo
Datum:
10 maart 2018
Ton, ik heb deze column met een steeds groter wordende glimlach gelezen!

"Dat betekent dat het scherm zelf een neutraal doek is waarop gebeurt wat er in me plaatsvindt" en "Ken Uzelf". Precies, dat is de kern volgens mij, als ik er dan toch een kleine opinie op na mag houden :-)
Naam:
Dirk Vleugels
Datum:
10 maart 2018
Mooi en poëtisch beschreven, maar de volgende zin is fout: "Stel je voor dat er tijd zou verstrijken tussen wat je ziet en wanneer je het ziet."

Er verstrijkt wel degelijk tijd tussen wat je ziet en wanneer je het ziet.

De lichtsnelheid is driehonderdduizend Km per seconde.

Het licht valt op de boom die het licht weerkaatst naar je ogen.

Zie je nu een boom of het licht dat op die boom is afgeketst en dat in je oog terecht is gekomen? Het tweede. Je ziet alleen dat licht dat is afgekaatst op die boom naar jouw oog toe.

Daarom zie je die boom niet in het donker.

Al het licht dat we zien komt uit het verleden omdat het tijd nodig heeft om aan te komen.

Als we naar sterren kijken, kijken we dus inderdaad naar het verleden.

Wanneer je naar een boom kijkt, zie je die boom zoals hij 13 milliseconden geleden was, dat is dertienduizendste van een seconde.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)