Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Blinde tranen hoor je niet...

Daar zit ze. Overdag in de rolstoel. En daar ligt ze. ’s Nachts in haar bed. Soms zit ze ook overdag in haar rolstoel naast haar bed. De verpleging heeft haar daar naar toe gereden omdat ze de andere bewoners in de woonkamer onrustig maakt.

Volgens de afdelingsarts gaat haar toestand achteruit. Ze is weliswaar blind en ze hoort steeds minder, maar ze verliest nu ook verstandelijk de aansluiting met de werkelijkheid. Ze is veel bang, de laatste tijd. Ze roept dan. Naar haar man die nog niet zo lang geleden gestorven is. Of naar één van haar kinderen, die haar elke dag bezoeken. De kinderen merken ook wel dat moeder meer wartaal spreekt. Maar toch. Zo af en toe is er toch een helder moment. Dan vertelt ze over vroeger. Of over wat ze die dag gehoord meent te hebben. Ze vraagt dan of dat klopt. Het geeft haar houvast in een donkere, stille wereld.

En daar komt nu ook de klad in. Ze drijft af. Het houvast vervaagt. Ze roept dan in de woonkamer. Bang is ze. Echte angst. In het donker, waar niemand iets zegt en ze niemand kan zien. Maar waar steeds meer door haar hoofd gaat. Haar wereld lijkt zich nu helemaal te verkleinen tot in haar hoofd. Voelt ze zelf ook dat ze afglijdt? De andere bewoners worden er onrustig van. Zegt de verpleging. Dus wordt ze bij haar bed gezet. Daar zal de nachtverpleging haar straks ook in bed laten zakken. Nog steeds bang. Omdat nacht ook dag is, en andersom. De stoel kan blijven staan. Dat is handig want daar moet ze morgen weer in.

Ze is als casus besproken, vertelt de afdelingsarts. Er is geconstateerd dat ze, gezien haar versnelde desoriëntatie naar een gesloten afdeling moet. Zou ze daar minder bang zijn? Daar zit meer gekwalificeerd personeel, aldus de arts. Wrang, als je weet dat op die afdeling een aantal jaren lang vader verpleegd is. Moeder kwam daar dan ook, begeleid door één van de kinderen. Dan zaten ze daar. Moeder hield zijn hand vast. Vader die nog wel kon lopen, kon zien en horen, maar niet meer wist waar dat allemaal voor diende. Hij kwam altijd bij die afgesloten deur uit. Dan liep hij maar weer terug. Hij dronk koffie en at wat er was. Moeder hield zijn hand vast. En als het dan tijd was, werd moeder naar haar eigen afdeling gebracht. Vader bleef. Een open boek, maar zo gesloten. En moeder? Haar boek noodgedwongen gesloten, maar o zo open...

Vader stierf waar iedereen bij was. Moeder was er ook. Ze hield drie dagen lang zijn hand vast. Over houvast gesproken... Toen het stil werd zei ze niet veel...‘Och Va’..
Meer niet.

Schrijver: geert, 3 november 2006


Geplaatst in de categorie: afscheid

1.9 met 15 stemmen 3.282



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Marja vd Wijden
Datum:
12 november 2006
Email:
mvvdwhotmail.com
Ik zou zo'n mensje zo graag een beetje liefde en aandacht willen geven, maar er zijn er zo veel, wat een eenzaamheid zeg.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)