Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Oef!

Ze zaten gezellig samen te praten op een bank met kuipzit in het station te K. wachtend op hun trein. Zij wou naar Gent, hij naar zee, kon ik ongewild oppikken toen ik naast hen plaatsnam. Niet eens meer van de jongsten waren ze, maar niettemin “goed bewaard”.

Hun gesprek sprong van de hak op de tak, van hun kinderen en kleinkinderen en hobby’s. Tijd hadden ze blijkbaar zat. Ze waren bijna nooit thuis. Hij schreef wat in een driemaandelijks tijdschrift voor gepensioneerden van een of ander ministerie. Zij zong in een koor, bezocht tentoonstellingen allerhande, kwam in talrijke musea over de vloer, ging met vriendinnen op stap en werkte ook nog behoorlijk wat met klei. Afijn, ze pikte alles mee wat haar cultureel peil maar enigszins kon verhogen. Duidelijk voerde zij het woord.

Vandaag trok ze er weer maar eens op uit naar een jeugdvriendin die ze al geruime niet meer had ontmoet. Het klikte al vanaf de eerste dag toen ze elkaar ontmoetten. Ze roemde vriendins culinaire kwaliteiten. Ze kon zo heerlijk half-Chinees, half-Japans koken met rauwe vis (sic). Hier stompte ze de knie van de man aan en spreidde de ogen wijdopen. Maar bij een bezoek aan de vriendin die zoveel jaren in Azië had vertoefd liep het eens verkeerd af.

Ze hadden afspraak gemaakt in de vroege voormiddag bij haar thuis in Gent, dicht bij de Vrijdagmarkt (ge weet wel, zei ze, waar dat het standbeeld Jacob van Artevelde staat) . Daar zij (de dame op de bank) nog wat boodschappen wou doen in de Arteveldestad (speciale klei voor haar knutselwerken) zou ze nu met de wagen komen.
Pas vertrokken en op de snelweg beland, kreeg ze na korte tijd te maken met een monsterfile (verkeersongeval, wie weet!). Langzaam foeterde ze stapvoets vooruit, dan eens stoppen dan weer voorwaarts. Hemeltergend, menierrr. ‘k Ben dan bij de eerste uitrit van de snelweg af gereden om dan via-via naar Gent proberen te rijden.
Blijkbaar hadden vele andere ongelukkige bedenkers van hetzelfde scenario haar idee gepikt want ook dààr liep het mis. Erger nog, de verkeerslichten hielden de boel nog langer tegen. De wagen kroop… maar de tijd vloog voorbij. Toen ze dacht een oplossing gevonden te hebben, sloeg ze de eerste zijstraat in om, hoe dan ook, uit die omknelling te geraken.
Helaas, niet eens wetend waar ze zat, sloeg ze kriskras links en rechts de straten in om finaal op een doodlopende straat rechtstreeks op een boerenerf te eindigen. Dedju, dedju. Ja, menierrr ik heb dan echt gevloekt.
Tot overmaat van ramp kon ze voor- noch achteruit. De wielen blokkeerden in de dikke modder. Twaalf gitzwarte koeien keken haar luid loeiend doodgemoedereerd aan als wilden ze dringend gemolken worden.

Inmiddels was het middag geworden en stond ze daar ergens-te-velde, in niemandsland te wachten op wat komen zou. En dat was een flink onweer dat voor haar uren heeft geduurd. Maar wat de zaak nog erger maakte was dat de auto dieper en dieper in de modder wegzakte.
Uiteindelijk, ze weet niet meer precies hoelang die Calvarie heeft geduurd, klopte er iemand op haar aangedampt venster aan, de boer van het erf. Ze verschoot terecht maar was niettemin zeer blij dat hij zou proberen haar met zijn tractor los te wrikken uit die zuigende vette kleigrond. Het heeft hem veel moeite en tijd gekost om haar mooi autootje op het droge te trekken. Ze gaf hem drie klappende zoenen en hij drukte zijn knoestige modderige hand in haar frêle handje dat ze instinctief aan haar modieus ensemble afveegde.
Nieuwkuis moet ook leven, daaraan zal ze wel niet meteen hebben gedacht.

Terug thuis tegen half vijf belde ze naar hartsvriendin om haar avontuur te vertellen, uitgeput van de zenuwen en zo verlangend naar een warm bad.
Haar vriendin heeft haar later gezegd dat ze drie dagen gegeten heeft van haar lekker klaargemaakte exotische visschotel. De laatste dag had ze wel met lange tanden het laatste ervan opgepeuzeld.

De man op de bank naast haar die tijdens de gehele vertelling het hoofd had geknikt en geschud, maar geen woord had gezegd, stond op, tikte even tegen de klep van zijn zondaagse pet, wenste haar nog een goede reis en begaf zich naar de trein.

Toen kwam de dame naast mij zitten. “Ga je uuk naar Gènt, meniere”, vroeg ze. Ik knikte “hm, hm” waarop ze het verhaal aansneed dat ik hierboven heb beschreven.
Op het perron scheidden gelukkig onze wegen. Zij reisde tweede klas, ik in de andere.
Oef!


Zie ook: http://users.poink.be/Cursiefjes

Schrijver: Jan Coessens, 23 januari 2007


Geplaatst in de categorie: vrouwen

2.4 met 14 stemmen 2.421



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Rina van Dijk
Datum:
24 januari 2007
Dat vind ik nou niet aardig. Heeft het je een smeuiig verhaal opgeleverd en dan krijgt de lieve dame een sneer na!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)