Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Clean liefhebbend haten

Mijn zoektocht naar liefde
heeft me haat gebracht....

Een paar weken geleden vroeg je mij, waar jouw Stephanie was? Nu ben ik al dagen op zoek naar die vrouw, die mijn vertrouwen won. Naar die vrouw, die mij leerde uit het hart te leven, die vervolgens zelf haar hart voor mij sloot.

Ik ben niet op een hoge brug gaan staan, klaar om te springen. Ik heb geen apotheek aan pillen ingenomen, om je vervolgens te bellen. Ik heb heel duidelijk gezegd, dat ik niet meer wist, hoe ik verder moest leven. Hoe vaker ik het zei, hoe meer ik dacht dat deze hulpvraag onderkend werd.
Ik moest eerst op die brug gaan staan, om jou te bellen, dat ik een overdosis had geslikt.
Wie jij op dat moment ook was geweest.

Toen ik vroeg om een gesprek ging het om de indicatie. Toen ik kwam voor de aandacht ging het om cijfertjes. En toen ik zocht naar vertrouwen, ging het om regeltjes. Ik was een nummer, ik BEN een nummer. De eerste niet, en ik zal ook de laatste niet zijn.

De leiding belde bij me aan. Daar stonden ze met zijn drieën voor mijn deur. De vrouw, eerder genoemd, met haar lange rode haren en stevige voorkomen en een voor mij onbekende vrouw, tussen hen in, een klein meisje met lang blond haar en blauwe ogen. Of ik haar kon vertellen waar de coffeeshop zich bevond?
Ik ontferm me over iemand wie ik zelf ooit ben geweest, vertel haar wat ik toen nog niet kon weten. Waarschuw de vrouw, die ik nu geworden ben. Die niet wil luisteren.

Ze staat strak van de speed als ik haar mee neem naar mijn moeder. Ik weet niet hoe ik mijn moeder moet vertellen dat ze gebruikt heeft, en omdat zij het niet meteen zal zien, besluit ik het achteraf te smsen. Het antwoord bracht me terug, naar langer dan een jaar geleden.
Ik kwam ook niet uit die drugsscene he....Ik bleef die mensen op de een of andere manier altijd aantrekken. Maar als ik het niet erg vond...ze wilde nu tv kijken....
Ik sms haar, dat ze een bloedtest van me krijgt, om me te wreken, denk ik stiekem. Ik ben al 16 maanden schoon van speed en cocaine, en i k g e b r u i k i e d e r e d a g ....
Druk smsend knal ik met een enorme klap tegen een paal aan die al langer dan vandaag daar op de stoep staat. Ik slik mijn tranen weg.

De wereld om me heen gaat door me draaien, mijn vrienden maken carrière, mijn ouders maken promotie...of belanden weer in de ziektewet. Het leger des heils neemt een stroom nieuwe hulpverleners aan, anderen vertrekken. Het leven gaat door.

Ik mocht je niet meer zien zeiden ze. Omdat ik verliefd op je was???Dachten ze te weten. Door mijn tranen heen, vroeg ik je of je je pedo-pas al in de maak had. Verbitterd keek ik je aan, beet op mijn lip. Is hier dan echt het einde? Ben ik door mijn kamer die me niks waard zal blijken, alles kwijt geraakt wat me in leven hield? Aandacht, liefde, geborgenheid, veiligheid en vertrouwen?

Het mes sneed de rode lijnen over mijn benen, mijn armen. De blonde haartjes in een rode zee verdronken, daar viel een bloedtraan, die ik niet meer huilen kon. Hoe onzichtbare pijn zichtbaar werd.

Ik trok de capuchon van mijn veel te grote sweather tot ver over mijn ogen. Gooide met een zweep mijn rugtas op. Mijn rug gebogen. Ik liep weg naar een plek waar ik weer alleen zou zijn. Alleen met mijn hulpvraag.

De tocht was lang. Steeds verder weg van de plek waar ik pillen moest regelen, om niet doodziek te worden. In de bus had ik me geïrriteerd aan de chauffeur, terwijl ik mijn best moest doen, om niet in slaap te vallen. Het was niet dichtbij, maar ik had het er voor over; ik had mijn vriendin nodig. Al ging ik, omdat ze mij nodig scheen te hebben. Midden in de maatschappij, de zijlijn bijna uit beeld, staat ze daar, op haar klompen. Voor het bedrijf dat zij nu runt. Ik slik. Wie ben ik? Ik trek de capuchon met tegenzin van mijn hoofd. Ze wilde niet dat ik kwam, ik had haar sms-jes gestuurd, die een dolk in haar hart hadden geplaatst.
Het werd nog een bloedbad.

Er waren geen messen nodig voor de wonden die we sloegen, elk woord bleek er een. Op het hoogtepunt ben ik gereduceerd tot een junk, die almaar zielig zat te doen. Geslagen nam de junk haar geld aan, de vrouw die ik ergens nog was gaf haar het wisselgeld. De junk, als stakker, verliet het erf.

In het parkje voor het station, op het pleintje, ben ik op de rand van een bankje gaan zitten. Zou ik haar sms-en? "Ik ben waar ik hoor? Op het junken-pleintje"?

Clean zijn kent geen defintie meer. Niet in mijn leven in ieder geval.

Schrijver: Stephanie-Joy, 22 september 2007


Geplaatst in de categorie: moraal

4.1 met 13 stemmen 866



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Natas
Datum:
25 september 2007
Email:
ratelaartjehotmail.com
Jij hoort niet op een junkenplein!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)