Weemoed
Het paard stond in de wei dromerig voor zich uit te kijken. Elke dag, dat ik langs kwam stond het er, met die weemoedige blik in de ogen. Vandaag ben ik even gestopt. Zenuwachtig zwiepend met de staart kwam het langzaam naar me toegelopen. De dag was nog jong. Er hing zo'n mysterieuze lichte grondnevel, die, als de zon zou doorbreken, wel zou optrekken. Een tijdje stonden wij zwijgend, als goede vrienden, bij elkaar. Toen het geluid van misschien wel honderd paardenkrachten hoorbaar werd gingen wij uit elkaar en dacht ik de weemoed in de ogen van het paard te begrijpen.
Geplaatst in de categorie: filosofie