Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

De jaren van verslaving deel 3

Eenmaal weg bij deze niet normale persoon was ik alles kwijt.
Samen met Marga naar het ziekenhuis geweest; zelfs daar schrokken ze van mijn gezicht.
Maar er was niets anders aan te doen, dan koude kompressen er op te leggen. En later moest ik dan terug komen om te kijken of er iets blijvend was beschadigd.
Aangifte durfde ik niet te doen, de schrik zat er stevig.
Marga was getrouwd en ik mocht zolang daar zijn. Als ik dacht dat dit was om mij te helpen, dan zat ik er weer dik naast.
Tenslotte waren zij beiden ook gebruikers en dan nog wel van heroïne.
Maar ik was toch dankbaar voor de hulp die ik kreeg.
Haar man Dirk ging in de avond wel eens gluren of dikke Sjors misschien vertrokken was.
Ja ik was daar niet meer en met mij ook geen speed of geld.
Tot op een gegeven moment Dirk terug thuis kwam en zei: ”Nu is hij helemaal gek geworden: het hele pand staat in de fik”.
Ik kon niet geloven wat ik hoorde: alles was bijna helemaal leeg gebrand.
Politie en brandweer was er volop.

Toen ben ik met dat gezicht van mij (ik durfde er niet mee naar buiten, kleine kinderen liepen gewoon bang voor mij weg) toch maar op mijn fiets gestapt en er naar toe gereden.
Het pand was helemaal afgebrand, met mijn motor nog op de begane vloer.
Ik het politiebusje in en ik heb daar mijn verhaal gedaan in de overtuiging dat dit gedaan was door Sjors, omdat het een gewoonte van hem was om te zeggen: ik steek nog liever dit kot in de brand.
Ik was niet verzekerd tegen brand dus nu was ik alles kwijt.
De Sociale Dienst van België heeft voor zulke gevallen als de mijne een mogelijkheid van een soort opvangtehuis voor mensen die net zo
als ik. Ineens met niets op straat staan.
Daar ben ik bij aangemeld en ik moest nog even wachten tot er ruimte voor mij was.
Ondertussen glipte ik elke dag dat verbrande huis in om te kijken of er nog wat te redden viel. Nu weet ik wat roet met je doet. Het gaat in je poriën zitten en je krijgt het er niet meer uit.

Op een gegeven moment spreek ik iemand, die een etage lager woonde dan ik. Daar kreeg ik een verhaal te horen, dat onvoorstelbaar was.
Niet Sjors had dat huis in brand gestoken, maar de jongen die boven mij woonde en zijn huis niet meer uit durfde.
Hij had het pand in brand gestoken, omdat ik weg was en omdat hij daar alleen met dikke Sjors zat. Nu brak mijn klomp, maar ergens kon ik het begrijpen.

Na ongeveer 3 maanden was mijn gezicht weer normaal. En gelukkig had ik geen blijvende schade opgelopen.
Ik kreeg van de Sociale Dienst een kamer in een noodwoning met gezamenlijk gebruik van keuken en douche.
Ik durfde niemand te vertellen waar ik woonde, omdat ik nog steeds doodsangsten uitstond voor Sjors, die ook nog een nacht had vastgezeten door mijn verhaal.

Maar ik moest toch ergens van leven, ik gebruikte nog steeds speed.
Ik was niet zo dom geweest dat ik nergens geld achtergelaten had. Mijn moeder was een tijdje daarvoor overleden en ik had daar gelukkig
nog wat geld van op de bank in Nederland. Zo kon ik weer een nieuwe start maken. En ik had iemand die voor mij mijn klanten afliep en mijn boodschappen haalde.

Ik durfde na 4 maanden alleen nog maar 's nachts naar buiten. Voor mij niet zo'n groot probleem, ik ging weer braaf alle vuilnisbakken af. Maar ik zorgde er wel voor om een eind uit de buurt te blijven van die Sjors.
Het is gewoon niet te geloven wat je in zo'n wereld mee maakt.
De man van wie ik mijn speed kocht, kwam gelukkig naar mij toe. En van hem hoorde ik meestal waar die dikke uit hing.

Ik woonde nog steeds op die kamer van de Sociale Dienst, toen er ineens
10 man politie binnen stapte. Net natuurlijk toen de verkoper er was; waarschijnlijk waren zij hem gevolgd. We werden samen opgepakt.
Hij had net verkocht aan mij en natuurlijk vertelde die slimmerd alles aan de politie. Tot 3 keer toe zijn de politie en ik naar mijn kamer geweest om de speed te zoeken.

En zo belandde ik voor het eerst in de gevangenis van Antwerpen. Op de Begijnestraat. Mama mia, wat was mijn leven een zooitje geworden. Ik had het niet meer.
Door alle ellende en dingen die ik mee maakte was het contact met mijn
vader een stuk minder geworden. Mijn kinderen stuurde ik braaf op hun verjaardag nog steeds een kaartje.

Ik ben 4 weken in die gevangenis geweest 'in voorarrest', zoals ze dat noemden. Ik ben daar gelukkig weer in contact met mijn vader gekomen.
Hij schrok natuurlijk van het feit dat ik in de gevangenis zat. Maar toch kwam hij op bezoek, daar ben ik hem altijd dankbaar voor geweest. Hij hoorde daar voor het eerst van mijn drugsgebruik. Daar had hij meer moeite mee dan met de rest.
Omdat de politie al mijn geld in beslag had genomen, heeft hij gelukkig wat geld overgemaakt.
Maar ik kan niet zeggen dat het voor hem een leuk weerzien is geweest.

Gelukkig hoefde ik maar 4 weken daar te blijven, toen uit alles bleek
dat ik maar een kleine tussenpersoon was.

Het is een rare ervaring als je weer ineens op straat staat.
Nu begrijp ik veel beter, hoe het komt dat als je buiten komt, je snel
terugvalt in het oude leventje.
In de gevangenis wordt eigenlijk alles voor je geregeld.
Je vult in de avond een briefje invoor de volgende dag: bezoek aan de
dokter /gesprek met de directie/ noem maar op: alles werd geregeld.
Maar als je daar ineens met je tasje buiten staat, is het wel even anders.

Ik kon nog gelukkig terug naar de kamer van de soos. Maar ik mocht daar uiterlijk 6 maanden verblijven. Het gaat daar wel iets anders als hier wat wonen betreft.
En ik heb kort daarop een appartement in Borgehout gevonden. En daar begon alles weer van voor af aan. Ik kocht weer speed en verkocht het en ik werd gewoon weer bestolen langs alle kanten.
Sjors was gelukkig voor een tijdje uit het gezichtsveld. Hij woonde ergens aan de kust.

Hoe raar maar waar, toen ik in dat appartement op Borgehout woonde, kwam ineens mevr. De Bruin langs van Jeugd en Gezin van Roosendaal. Ik heb hun altijd laten weten waar ik woonde zelfs in deze verschrikkelijke jaren.
Zij kwam langs met een zekere Ieneke Pam of zoiets. Er werd aan mij
gevraagd of ik nog foto`s van mijn kinderen in mijn bezit had, van toen zij nog bij mij waren.
Zoals ik al verteld heb, was ik nog vaak in het verbrande pand geweest om te kijken of er iets over was.
En wonder boven wonder waren mijn foto's redelijk intact gebleven.
Het vuur van die brand was zo snel gegaan, dat de inhoud van een kast
was blijven bestaan en daar zaten mijn foto's bij.
Ik zou ze met een week of 4 terugkrijgen, de negatieven waren jammer
genoeg verbrand.

Ik moet ze nu nog terug krijgen. Dat was dus echt het laatste van mijn kinderen. Want een kaartje van mijn kinderen heb ik nooit van ze gekregen.
Nu heb ik gelukkig weer een stel foto`s van mijn jongste dochter teruggekregen.
Dat is nog maar een paar maanden geleden gebeurd.
Nee, netjes was Cathy de Bruin niet met haar bedrog en leugens.

Schrijver: E van Dam, 3 april 2008


Geplaatst in de categorie: geweld

5.0 met 5 stemmen 398



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)