Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Taaldrama

Mijn zuster Antje heeft er in haar column al eens aan gerefereerd. Dyslexie. Ik heb zo'n man, die het schrijven niet onder de knie heeft. Luiigheid heb ik altijd gedacht. Maar nu heb ik ook zo'n kind. Inmiddels 15 jaar waarvan al tien jaar worstelend met het lezen en schrijven van het Nederlands. Onbegrijpelijk vind ik, onbegrijpelijk denkt ook zuster Antje. Wij houden van taal, we lezen elke letter die los en vast zit, en als het echte leesvoer op is, beginnen we aan de advertenties en kleine lettertjes. Als er maar gelezen kan worden.

En nu heb ik dus dat kind. Die in tranen uit groep drie naar huis komt, omdat HIJ dat werkje niet mag maken van juf. “Daar ben jij te dom voor”, zegt ze. Een juf die er verstand van heeft. Een intelligentietest wordt geadviseerd. “Neen, ik wil niet weten hoe dom ik ben” huilt mijn zoon.

In groep vijf word ik aangesproken door de zorgsector van school. “Mevrouw, wat wilt u met dit kind??” Op een manier van: zullen we hem nu een spuitje geven of wilt u het nog een jaartje aanzien. Begrijpen deze mensen dan niet, dat mijn zoon de beste loodgieter, stratenmaker, kunstenaar, musicus aller tijden zal worden?

Hebben zij geen idee, hoe begaafd dit kind is; met een gigantisch ruimtelijk inzicht, een kind dat in zijn zesde levensjaar bouwtekeningen, (nee niet van de LEGO) kan lezen? De juf in groep 6, 7 en 8 begreep hem tenminste. Lezen? Maakt niet uit, schrijven? Idem van hetzelfde. Maar wel goed in geschiedenis (als het maar voorgelezen wordt), aardrijkskunde (alweer voorlezen) en vooral: hij is sociaal zo ontzettend vaardig. Muzikaal en handig. Ze heeft er, op niveau, alles uitgehaald wat er in zit.

En dan moet dat kind, mijn kind, naar de middelbare school. Door hard te werken, krijgt hij zowaar een MAVO uitslag op zijn Cito-toets. Want dat wil hij wel erg graag. Nog liever, net als zijn broer, naar het gymnasium, maar hij begrijpt zelf ook, dat dat er niet in zit. Dus er wordt een leuke, kleine, school uitgezocht. Ze zijn bekend met de dyslexieproblemen. En hij heeft er zin in. De boeken mooi gekaft, een nieuwe agenda en vooral een zeer gave rugzak. Wordt klasse-oudste. En tot december gaat het goed. Dan heeft hij 's ochtends buikpijn, koorts, huilbuien. Komt ziek uit school. En hoe langer het schooljaar duurt, hoe verdrietiger hij wordt. Kan zelf niet aangeven waar het vandaan komt.

Na overleg met school, wordt de Jeugdzorg ingeschakeld. En wat blijkt? Voor het ene vak mag hij zijn boek niet mee naar huis nemen, maar moet het overschrijven. Hij heeft geen idee wat hij doet. Krijgt als strafwerk drie taken: Ik mag niet, enz.........

Nou heb ik niets tegen strafwerk, laat hem rustig het schoolplein poetsen met een tandenborstel. Maar dít hoeft hij van ons niet te maken. Opmerking van een lerares: “Hij is zo dyslectisch, dat hij er ziek van wordt.
Een ander: “Netjes schrijven, puzzelen doe ik wel in de krant.”
8 Jaar lang heeft hij hard gewerkt, remedial teaching, oefeningen bij de optometrist, elke week 100 km heen en 100 km terug, de oefeningen die thuis gedaan moeten worden.

Hij wil ons niet met zijn problemen opzadelen, we hebben al zoveel gedaan. Het helpen met zijn huiswerk. Als het wordt voorgelezen, haalt hij negens en tienen. Als hij het zelf moet doen, drieën en vieren. Hij begrijpt de tekst echt niet. Na een jaar aanmodderen, een goed eindrapport en een frisse start in het tweede jaar, is in november de koek op. Hij wil niet meer, kan niet meer en hoeft van ons ook niet meer.

Op zoek naar een andere school, want hij is natuurlijk wel leerplichtig. En na de kerstvakantie geeft die andere school dan ook groen licht. Hij mag beginnen. En dat is moeilijk, midden in het schooljaar een nieuwe school instappen. Het missen van je oude schoolvriendjes. Het proberen een plaatsje te krijgen in je nieuwe klas.
Maar er voor de volle honderd procent voor gaan.

En dan, alleen nog maar negens en tienen. Alleen nog maar: Uitmuntend! Van de onderwijzers. En een kind weer thuis hebben, dat weer zelfvertrouwen begint te krijgen: “Zie je wel, ik ben niet stom”. Dat met zijn 1 meter 80 weer rechtop begint te lopen. Dat geen hulp meer nodig heeft, bij al die ingewikkelde teksten, want het is in de klas al voorgelezen. En wat hij hoort, beklijft wél. Met plezier weer buitenspeelt, ’s nachts gewoon slaapt zoals het hoort.

Wij zien de komende jaren met vertrouwen tegemoet.

Schrijver: Wilma Klein, 5 februari 2009


Geplaatst in de categorie: kinderen

4.9 met 7 stemmen 2.464



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Günter Schulz
Datum:
23 maart 2009
Email:
ag.schulztiscali.nl
Vrlubenffd! Etwe fijcres sud!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)