Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

,,Waarom heb ik, na vijfenzestig jaar, nog zoveel tranen”

,,Het gaat niet om mij, maar om de jongens”, stelt Renkumer Chris Petter beslist. Terwijl hij dit zegt, rust zijn hand op een witte grafsteen. Het is er één uit de honderden die in strakke rijen staan. Op een licht vormverschil en de inscripties na, lijken ze allemaal hetzelfde.
Wie erlangs loopt zal getroffen worden door de leeftijden. Jonge mannen die in de Tweede Wereldoorlog sneuvelden in de strijd voor onze vrijheid. Ze rusten naast elkaar. Zoals ze bij leven in gelid marcheerden. Zoals ze schouder aan schouder streden…kameraden tot in eeuwigheid.

Ruim twintig jaar geleden stelde Petter zichzelf de vraag, wat hij in zijn leven terug had gedaan voor al die jonge mannen die voor zijn vrijheid gesneuveld waren. Vanaf die tijd bezoekt hij, vaak enkele keren per week, meerdere graven op diverse kerkhoven. Hij legt bloemen, zoekt naar foto’s,achtergronden en familieleden, zover deze nog niet bekend zijn. Meermaals heeft dat succes gehad, kortgeleden nog brak een bijna vijfentachtig jarige Canadese vrouw in tranen uit, omdat zij na vijfenzestig jaar eindelijk te horen kreeg, waar haar verloofde begraven ligt. Zo heeft de Renkumer veel van ‘zijn jongens’ niet alleen respect betoond, maar tevens de koude uit hun witte grafsteen vervangen door warmte en de liefde die zij verdienen.

,,De jongens die hier rusten, kwamen allemaal vanuit het Zuiden om de Airborne’s te ontzetten. Ze komen vanuit allerlei regimenten. Er is hard gevochten. Alleen al bij de bevrijding van Elst zijn er vijfentwintig gesneuveld”, zegt de Renkumer en tuurt over de graven, die aan de achterzijde van het Airbornekerhof liggen. Petter blijft bij een van de grafstenen staan. De inscriptie toont de naam R.J. Ashcroft.

,,Kijk, dit is de achttienjarige Bob Ashcroft. Enige jaren geleden legde ik wat bloemen. Later vond ik er een briefje bij, afkomstig van zijn zuster, waarop stond dat zij graag iemand wilde bedanken voor het feit dat het graf van haar broer zo keurig wordt onderhouden. Ik kwam met haar in contact en hoorde het verhaal over Bob. Op weg naar Nederland raakte hij bij de Belgische grens, gewond door een longschot. Hij werd door de Duitsers gevangen genomen en naar een Duits hospitaal te Dordrecht gebracht. Daar werd hij ongeveer drie weken verpleegd door een Nederlandse verpleegster. De zuster van Bob wilde graag weten of die verpleegster nog leefde. Ik wist eigenlijk niet goed waar te beginnen, maar met behulp van het dagblad de Dordtenaar is de verpleegster gevonden. Zij wist niet dat Bob was overleden. Bob is destijds vanuit het hospitaal overgebracht naar Apeldoorn omdat hij aan de beterende hand leek, toch is hij daar overleden.”

Petter loopt verder en wijst naar het graf van W.L. (Bill) Wilkins. ,,Deze Engelsman was getrouwd en had een dochter. Zijn vrouw kon het verdriet van zijn dood niet aan en is naar Canada geëmigreerd. Daar is ze hertrouwd. Enkele jaren geleden is ze overleden. De helft van haar as rust in Canada, de andere helft is bij dit graf begraven.”

Petter zet zijn gang langs de graven voort en vertelt het ene na het andere verhaal. Van een sportman, een priester, twee tankbemanningsleden, een crew van een neergeschoten vliegtuig, een jongeman die in 1944 aan zijn zus schreef dat hij hoopte met Kerstmis thuis te zijn en vele andere verhalen.
Dan staan we voor het graf van Remon en Julia Hutt. Op bijna plechtige toon vertelt Petter: ,,Hier rust een echtpaar. Het getal zeventien is belangrijk in dit verhaal. Remon was op een 17de maart geboren en sneuvelde jaren later op 17 april. Het voertuig waar hij inzat reed op een landmijn. De chauffeur overleefde het, Remon niet. Elk jaar op de 17de maart was Julia aanwezig om bloemen op het graf van haar man te leggen. Sinds zij enige jaren geleden overleed en bij haar man begraven werd, heb ik die taak overgenomen en leg op die datum bloemen. De beste vriendin van Julia stond onlangs bij haar bezoek aan het graf tegen mijn schouder te huilen. Ja, dat maak je ook mee. Het is vaak erg emotioneel.”

Petter heeft al een aantal ‘jongens naar huis gebracht’, zoals hij het zelf noemt. Als hij familie naar het graf van een dierbare brengt, laat hij ze alleen. Iets wat hij ook zeker zal doen als de Canedese Cora Dier het graf van piloot Jack Wills bezoekt. Cora en Jack waren in 1944 verloofd. Veel meer dan dat het vliegtuig van haar geliefde in de nabijheid van Arnhem was neergestort en hij hierbij om het leven kwam, wist zij tot voor kort niet. Het vliegtuig stortte neer omdat een zware mand met Britse bevoorrading het vliegtuig raakte en er daardoor een vleugel afbrak.

,,Als je met regelmaat graven bezoekt, wil je ook graag de achtergrond weten. Op een gegeven moment lag er bij Jack’s graf een briefje van een neef van hem. Met behulp van kennissen in Canada kreeg ik na korte tijd telefoon van hem. Zo ontstond het contact. Ik kreeg van hem het hele achtergrondverhaal over Jack. In september 2000 kwam er een artikel in een Canadese krant, wat door een andere krant weer werd opgepikt. Zo is het gaan rollen. Hierdoor kreeg ik enkele weken geleden het telefoonnummer van verloofde Cora, die nu bijna vijfentachtig jaar is.”

Petter zwijgt even voor hij vervolgt: ,,Het was een emotioneel gesprek. Ze is van plan om naar Nederland te komen om Jack’s graf te bezoeken. Op drie mei aanstaande wordt er bij hen in Canada een dienst gehouden. Deze dienst is met name ter herinnering aan Jack, maar tevens voor andere
gesneuvelden.
‘Waarom heb ik na vijfenzestig jaar nog zoveel tranen’, vroeg Cora me vorige week. Zij zal bij de dienst voor rode rozen zorgen. Voor Jack, maar ook voor al die anderen.”

Wéér laat de Renkumer zijn ogen over de vele graven glijden en merkt op: ,,Rode rozen…al die jongens zijn rode rozen, omdat die bloemen symbool staan voor liefde!”

Schrijver: M.Mintjes, 4 mei 2009


Geplaatst in de categorie: oorlog

4.0 met 3 stemmen 491



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)