Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

ons landje

Omdat onlangs een familielid Abraham ging zien, was ik in mijn oude muziekboek 'Kun je nog zingen, zing dan mee' - 34ste druk uitgegeven in juni 1949 - aan het grasduinen.
Ik was op zoek naar een vaderlands lied dat ik in een eigentijdse, op de persoon toegespitste, smartlap kon transformeren. Piet Hein met zijn Zilvervloot leek mij een uitermate geschikt lied, een pracht van een meezinger.
Het album had ik in zeker dertig jaar niet meer ingezien. Al bladerend viel mijn oog op 'ons landje':

Er is een schamel landje
van water gras en veen
een landje met een randje
van grint en mergelsteen
maar op dat need'rig plekje
bloeit hooge schoonheidszin
geen huisje, ja geen hekje
of schoonheid schuilt erin (bis)

Er is een schamel landje
van regen, wind en mist
waarvan haast ieder zandje
uit zee is opgevischt
maar is dat landje ook arm
toch bloeit de liefde 'r schoon
en klopt het hart er warm
voor vaderland en troon (bis)

Er is een schamel landje
met luchten grijs en grauw
maar hier en daar een bandje
van vreugdenrijker blauw
maar is dat landje ook poover
toch bloeit er moed en trouw
en driemaal wee den roover
die 't landje steelen wou! (bis)

Gemengde gevoelens overvielen mij.
Een combinatie van: simpelheid, naïviteit en onschuld. Het jaren vijftig gevoel: rechtschapenheid, grijs- en grauwheid, truttigheid en conservatisme, maar ook de nostalgie sprak -vreemd genoeg- een woordje mee.
Ik, die me in de jaren zestig zo had afgezet tegen de gevestigde orde en me verwant voelde met de existentialisten, waarbij de nadruk op het bestaan, vrijheid en eigen keuze hoog in het vaandel stonden, ervoer weemoed, heimwee en verlangen. Beslist niet door het kloppend warme hart voor vaderland en troon, maar meer door soberheid en eenvoud van de tekst.
Tot slot bleven de twee laatste regels van de derde strofe bij me hangen en echoden na: en driemaal wee den roover, die 't landje steelen wou.
Ik plaatste het in het hier en nu.

Wat zijn wij bestolen de laatste vijf decennia: door regering, politiek, de teloorgang van het onderwijs, het grootkapitaal, de zogenaamde vooruitgang, door onvrijheid van meningsuiting - hoewel ze mij nooit de mond zullen snoeren -. Wat moeten we inleveren. Al onze verworven vrijheden en emancipatie worden met voeten getreden. In hoeverre hebben we - collectief gezien - het heft nog in eigen hand.

Schrijver: es, 18 januari 2010


Geplaatst in de categorie: afscheid

3.4 met 8 stemmen 811



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)