Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Passanten

Dag, blonde, lezende nimf! droom maar lekker weg... Laat je arrogantie verwaaien bij het neerslaan van je wimpers en sla je lichtbruine benen uit elkaar, want verkramping misstaat jouw naakte paleis. Bij het bonken en trillen van de trein naar Amsterdam sla jij nauwelijks de bladzijden om. Je kamt de dunne haren met nerveuze halen van je tengere vingers. O, laat mij met mijn tanden je rode nagellak verwijderen! Ik geniet van de spitse borsten in de spiegelruit en jij geniet van mijn glurende, doorzichtige blik. Wat ik wilde, wilde jij wellicht of heb ik al te sterk gewild, want ik ben zo'n slappe Don Juan, die jou dacht te versieren met de eerste twee zinnen van deze hartenkreet, waarna ik als een bange wezel wegschoot, net zo dromerig als jij, gekweld door de zoete beelden van een magnetische voorgevel. O, malse, beste uiers, ik ben zo'n smachtend kalfje! Dorstig! Net als enkele uren eerder op een brug heftig drinkend uit een groene fles. Dorstig! En dan opeens een vrouw zien in haar bovenwoning, met bollen op een dienblad als een hoer zo lief. Op weg naar de Kalverstraat. Wat heb jij mooie bloemen op je zomerrok, maar vast nog mooiere bloemen onder je rok... dag, Ierse fee! Wat heb jij mooie ogen, Oosterse prinses, mis jij net als ik het zonlicht of is het eeuwig zomer onder je exotische rokken, gordijnen uit de Renaissance? Raamversiersels van een droomkasteel? Ik zag je nog minzaam lachen bij het lezen van 'Wat heb jij...', mijn gedachten weergalmden hardop in mijn hoofd, in de broeikastrein, in de woedende kosmos: Gek, dichters zijn knettergek! Ik stapte uit, beschaamd, verlegen, met een gejaagd hart. In een oogwenk was je verdwenen, ik zocht tussen alle vrouwelijke onderstellen jouw bloemrijke rok, de rode rozen in de zachte stof. Rond mijn lid bloeide een aureool van rozen en ik wist dat jij, eenmaal uit zicht, heimelijke minnares, de teugels afwierp, je christelijk korset. Van Tollens leerde ik de stoutste schoenen aan te trekken om vrouwen aan te trekken, ondanks alle vernuftige communicatiemiddelen blijft het tegendeel bestaan, wordt de intermenselijke eenzaamheid zelfs uitvergroot, zeker wanneer de zielen en de lichamen geen echt contact daarnaast maken. Geestkracht en techniek kunnen veel, maar het belangrijkste blijft een schrijnend hiaat. Saamhorigheid en onderling vertrouwen is weggepoetst door onze egoïstische welvaartsmentaliteit. Oef! Heksen zoals ik toveren nu eenmaal, is dat zo vreemd? Ik ben zo blij en zielsgelukkig tussen de borsten van mijn vrouwelijke beschermengel! Ooit lag ik echt in haar armen, ik betastte haar lichamelijke borsten, maar toen wilde ze opeens naar huis, ik heb haar gebracht, ofschoon het midden in de nacht was, dacht terecht, van haar dromen duurt altijd langer.

Schrijver: Joanan Rutgers, 1 juni 2010


Geplaatst in de categorie: vrouwen

4.2 met 4 stemmen 1.620



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
27 juni 2016
Voorgelezen door de schrijver:
www.youtube.com/watch?v=ZV8PjHQR-LY

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)