Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Wilde vaart

Hoe de afdronk smaakt kun je het beste aan kenners overlaten, aan jezelf dus. Donkere vloed verscheurt mijn binnenste, nergens weet ik mij aan vast te klampen, als een discipel van Slauerhoff, als een tweelingbroer van Rimbaud, het aardse ontglipt mij en slechts de engelen vermoeden mijn val. Maar ja, ik ben een geest, die zich zeker waant in een nest van gevlochten woorden, maar sommige stormen tasten alle zekerheden aan, smijten me als bij een tornado tegen de rotsen van Ierland. Letters worden lucht en dan verliest de dichter zijn geboetseerde gevecht, droomt zich stervende als een uit elkaar gescheurd dier, stort zich roekeloos in het liederlijke, gevaarlijke leven, zonder nog ooit een hoger doel te dienen, wat Nijhoff 'hoger honing' noemde. Tenminste niet tot het moeizaam bestendigen van nieuwe beelden. Mogelijkerwijze is zijn denkbare einde een farce en klimt hij weer omhoog langs tijden van verval en identiteitsverlies of was heel zijn eenzaamheid een schijn van uitzichtloosheid. Ergens groeit wellicht zijn roem, maar het is niet aan hem om dat te proeven, want de beste wijn bewaart men voor later (wat ik juist niet zou doen) en wat zal de maker daar nu mee? Hij kent immers de nasmaak als geen ander. Ach, opperwijze engelen, zie mij ploeteren onder de eeuwige sterren en niets kan iets van hun glans evenaren of roven! Waanzin, kom maar, vertrap het hart van deze waardeloze dichter! Zet wel even je jampotglazen op als je raak wilt trappen! En analyseer wel eerst de angels, de broeinesten van je valse kritiek via je genen, je opvoeding, je trauma's, je leefomgeving, je banksaldo, je teleurgestelde carrière, je scheidingen, je griepverschijnselen enzovoort. Kijk, aangemeerd betekent niet dat het schip blijft liggen waar het ligt, het kan elk moment weer gaan varen en de valse vernederingen van zich afschudden, laten wegstromen, alles is immers subjectief, leerden de meesters ons. De ziel van het schip gaat even rusten op het droge land of beter gezegd, het schip van de ziel, niet meer om de haverklap veranderen, maar laat de rust niet ondraaglijk worden, laten er desnoods stormen komen die de kettingen uiteen rukken, zodat het schip niet vroegtijdig strandt uit lijfsbehoud of brave mierenneukerij op een gloeiend dek, rottend en klagend. Diep in de blauwe ogen van de stuurhut brandt de onhoudbare gedrevenheid van de wilde vaart, daar seint de wilde vaart met niet te negeren morsetekens en lichtsignalen. Zie de sterren op mijn schouders, de medailles op mijn borsten, de doorleefde trots op mijn gegroefde gelaat, de donkere, werkende motoren onder in mijn onverslaanbare, onaantastbare schip.

Schrijver: Joanan Rutgers, 16 juni 2010


Geplaatst in de categorie: vrijheid

2.3 met 3 stemmen 226



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)