Rij 33112, stoel 19
Toegang tot de hemel, ik ben net gestorven en sta voor de poort met mijn toegangskaartje, de controlestrook is er nog niet van afgescheurd. De lijken voor en achter mij zijn opgewonden, eindelijk mogen ze aanschouwen. Petrus laat weer eens iemand binnen en stiekem gluur ik mee met de geopende deur, ik moet nog negen treden. En dan zie ik het verhevenste van alles, een glimp van een oplichtend persoon, zittend op een goudgerande wolk, aanbeden door z'n evenbeeld.
Iedereen in onberispelijk wit, en het maakt niet uit wat je ooit hebt geloofd, als je het maar meende. Werkelijk iedereen is hier. Ontplofte haatbaardjurken vergezeld van tientallen maagden, incest-zwartekousen en aaibollende pedopriesters, koeienknuffelaars en Gerrit Zalm.
"Kaartje alstublieft", Petrus' behaarde handen willen mijn toegangsbewijs tot dit hemelse pretpark aannemen. "Hoe wilt u dit koninkrijk binnen treden" ? Je mag namelijk jezelf hier zo voordelig mogelijk voordoen, en toen dacht ik even terug aan mijn aardse bestaan. Toen ik nog een jongeman was had ik last van zweetvoeten, ik was een vader van 'lik-mijn-vessie' en nu vallen mijn tanden uit mijn bek. Op hetzelfde moment herkende ik het geruis dat ik steeds weer hoorde. Godnomdeju, dit geloof ik toch niet.
Wagenwijd de poort, maar ik heb mijn kaartje terug gegeven, voor die arme sloeber die nooit een kans heeft gekregen. Ik ben, uit eigen vrije wil, naar de hel gegaan. Lekker warm, Wein, Weib und Gesang, duivelse overvloed, het geruis werd een herkenbaar lied.
Stairway to heaven.....
Geplaatst in de categorie: humor