Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Terra incognita

Van wie is dit land? Van wie is de rijkdom? God, het is er eindelijk van gekomen, in dit barre jaar 3030 explodeert het sluimerende leed van jaren lang. Altijd weer die verdoemde kloven tussen arm en rijk, kloven die alsmaar meer uitdijen, die eeuwige afgunst, het onrecht van onderdrukking en ongelijkwaardigheid. De bommen slaan kraters, waar ze mensen in begraven, kerels lopen schuimbekkend met karabijnen in hun rillende klauwen over de vervuilde straten, bezaaid met de brokstukken van eens imposante gebouwen. Onze vrouwen wagen zich niet buiten, uit terechte angst voor brute verkrachtingen door beestgeworden pastoors, notarissen en rechters. Toch zijn er ook velen, die met een gestolen mitrailleur de misdadige geslachtsdelen van beestachtige mannen aan flarden schieten. Handen waar nog geen bloed aan kleeft zijn zeldzaam geworden. Overal loeren hongerige benden op nieuwe buit, de stammenoorlogen zijn wereldwijd losgebarsten, deze krankzinnige wereld gaat aan hebzucht ten onder, aan zelfdestructie. Sinds kort heeft onze groep ook wapens aangeschaft, in geval van nood zullen we moeten schieten. Ik ben blij dat wij naar deze boerderij zijn gevlucht, men vertrouwde ons en we mochten blijven zolang we wilden. We verbouwen zelf ons eten en de nog overgebleven koeien geven ons heerlijke melk, waar iedereen vol overgave van smult. We hebben ons verschanst in een grote kelder onder de stal en iedere nacht houden twee van ons de wacht. Laatst werden we wakker van een hevig geknal. Die ochtend daarop troffen we onze bewakers aan, doodgeschoten, gelukkig hebben ze ons niet gevonden, maar dit voorval heeft de groepskracht sterk ondermijnd. Erika, de vrouw van een van de vermoorde mannen, wil nu iedere nacht op wacht staan, in haar ogen lees ik de dood, terwijl haar buik nieuw leven voorspelt. Iedereen is erg vermagerd door de spanning, onze magen nemen geen voedsel meer op, de tranen van anderen maken mij zo woedend dat ik in één klap deze verrotte oorlog zou willen beslechten. Vandaag eten we zelfs schaarsgeworden bloemkool, hopelijk blijft het in onze magen. De zon schijnt door de stoffige raampjes alsof er niets aan de hand is, aan de natuur ligt het niet, wel aan sommige rampzalige creaturen die zich mens wanen. Via een bevriende groep op een boerderij ten oosten van ons, heb ik vernomen dat er meer mensen in veiligheid zijn dan wij aanvankelijk dachten. Ook mannen die niet echte helden leken, de een zat dag en nacht in zijn couveusekantoor, de ander pafte zijn longen aan gort in de functie van bankdirecteur, weer een ander likte dagelijks de hielen van zijn bazin. Toch ontpopten ze zich nu als moedige strategen. Die zielige protsers verborgen dus toch een dosis pit. Prachtig, mocht er ooit weer orde komen in dit dolgedraaide, zwaar ontspoorde Holland, dan krijgen ze van mij een fles dure cognac en vooruit, die kwijlerige Egbert een dikke sigaar onder zijn zwarte krulsnor! Ik wil iedereen hun gebreken vergeven, als dit onzinnige zooitje maar eens ophoudt! Soms droom ik van mijn antieke badkuip, waarin ik zo vaak genoot na een lange wandeling in het Veluwse bos. Een Belgisch biertje erbij en een Frans kaasje. Wat verlang ik daar naar terug, het walgelijk hard zo! Plaatsnamen, straatnamen, alle namen vervagen, verdwijnen en daarvoor in de plaats komt één grote, bedreigende aardbol. Mijn hart klopt moeizaam in mijn bortskas, immuun voor angst? Laat me niet lachen, de winter staat voor de deur, het is een onland geworden, onbegaanbaar en onleefbaar. Honderd jaar geleden waren de mensen nog sociaal, toen wilden ze elkaar nog wel bevrijden, maar wat de weinige landen in vrede nu doen? Waarschijnlijk enkel hun landsgrenzen verdedigen. Men moet zichzelf maar zien te redden, het is karma, daar blijven ze liever vanaf, de ordinaire struisvogels! de inhumane lafbekken! Hoe zal dit verder gaan of zullen wij ook vroeg of laat omkomen als 'ratten' in de val? De egoïsten die het beste kunnen doden lijken het langste te kunnen overleven, het tegendeel van Gods Wil. Iedere vorm van oorlog is liefdeloos, mensonwaardig, zinloos. Mijn God, wil mij bijstaan als ik vannacht de wacht moet houden, in dit wrange leven van seconde tot seconde heb ik niets meer te verliezen, zo lijkt het, maar ik weet nog beter, God, bewaar mijn geterroriseerde verstand en laat allen hier incluis mijzelf, ik smeek U, in leven!

Schrijver: Joanan Rutgers, 12 oktober 2010


Geplaatst in de categorie: oorlog

5.0 met 2 stemmen 327



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)