Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Kromgebogen over zijn stuur

Op de doordeweekse ochtend rond de klok van zeven zie ik Tjeu op zijn fiets. Kromgebogen over zijn stuur is hij dan onderweg naar de laatste adressen van zijn krantenwijk. Vaak zie ik hem eerder dan hij mij, dan roep ik zijn naam en groet. Hij groet van de andere kant van de weg terug waarna ieder zijn weg vervolgt in tegengestelde richting.
Na de middag op de terugweg van mijn werk, zo rond de klok van zes kom ik hem voor de tweede keer tegen. Dan fietsen we samen een stukje op en komt het tot een kort gesprek tot hij weer moet afslaan voor het volgende krantenadres. Hij vertelde me dat hij tegenwoordig 5 krantenwijken heeft, vraagt vaak hoe het met mijn vader is.
Ik ontmoette Tjeu in 1986 op de expeditie van de computerfabriek waar mijn vader zijn leidinggevende was. Ik deed daar vakantiewerk toen Tjeu er kwam werken. Het roer ging in dat jaar voor hem om hij had juist zijn eigen schoenwinkel verkocht. Hij was toen een jaar of veertig, was gedreven en werkte als een paard. De winkel liep niet zoals hij wenste. Hij was vooral het gezeur van de klanten en hun (zweet)voeten beu. Hij wilde niet iedere dag weer en vriendelijk blijven en telkens weer voorn niets op en neer lopen naar magazijn achter in de winkel om dat volgende paar schoenen te halen, wetende dat kans groot is dat ze toch net niet lekker zou zitten.
Maar hij was vooral toch allergisch geworden van dat gezeur van de klanten. Hij wilde werken, liefst zorgeloos, liefst met zijn handen voor een maandloon, naar arbeid. En wanneer hij 's avonds thuis kwam wilde hij aan zijn spieren voelen dat hij had gewerkt. En als je hem een tijd later weer naar de winkel vroeg spuwden zijn ogen vuur, hield vervolgens hetzelfde betoog.
Na de vakantiebaan ging ik weer terug naar school en heb ik hem jaren niet gezien. Nu ik hem na al die jaren weer tegen was ik benieuwd naar wat er van hem was geworden en ik wilde ook graag diezelfde vraag nu nog eens stellen.
Zo van: en die winkel van je, hoe kijk je daar nu tegen aan? Ik had lang getwijfeld of ik dat wel moest doen, was bang om misschien een open zenuw te raken. Maar van de week heb ik dat toch maar gedaan. Eerst maar eens gevraagd naar de jaren bij het computerbedrijf. Dat waren goede jaren, hij vond het jammer dat het bedrijf was gestopt. Daarna stelde ik hem die vraag en keek hem tegelijkertijd in de ogen. Deze lichtte op, brandden niet meer zo venijnig als toen. Het hield hem kennelijk toch nog wel steeds bezig. Met andere woorden dacht hij er nog wel eens over na. Hij zei, als ik toen toch … dan had ik misschien ….
Enigszins teleurgesteld over zijn antwoord vervolgde ik mijn weg naar huis. Had hij spijt? Had ik een te geromantiseerd beeld? Ik had gehoopt op weer die vuurspuwende ogen. Ik bewonderde hem al die tijd omdat hij, als intelligent mens, zo rigoureus het roer had omgegooid. Hij was zo bij zichzelf gebleven/gekomen. Daarvoor heb ik veel respect. Ik overweeg zelf vaak of ik wel bij mezelf ben of blijf. Of denk daar over na.
Maar het vooruitzicht om vlak voor mijn vijfenzestigste 5 krantenwijken te fietsen, spreekt me echter niet aan. Dat is kennelijk het risico dat je dan loopt. Of loop je dat tegenwoordig sowieso? Maar bij het computerbedrijf heeft hij toch jarenlang werk gedaan wat hij wel leuk vond.
En al die tijd voelde Tjeu 's avonds echt wel dat hij heeft gewerkt. Dat is nu misschien wel een beetje zuur, maar ik vind dat hij toch de juiste keuze heeft gemaakt. Hij werd namelijk de regisseur van zijn eigen leven. Had welvaart ingeleverd voor welzijn en kan juist daarom zichzelf met die vermoeide maar eerlijke ogen zo goed recht in de spiegel aankijken om vervolgens iedere avond weer met een gerust hart vroeg te gaan slapen. De volgende dag begint immers ook weer vroeg.

Schrijver: de hertog, 16 januari 2011


Geplaatst in de categorie: vrijheid

3.7 met 3 stemmen 562



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)