Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Het kolenfornuis

Na het lezen van de hartenkreet “De voorkamer” van Fred gebeurde er gaandeweg iets in mijn ‘bovenkamer’. Eerst nog wat vaag, maar daarna was het er dan ook in volle omvang: het warme en enigszins weemoedige gevoel van nostalgie. Het schijnt inherent te zijn aan de feedback uit het verleden bij mensen boven een niet exact bepaalde leeftijd. In de regel zou men kunnen zeggen, dat het vaker optreedt naarmate men ouder wordt. Je ziet personen dan ook vaak als het ware denken – ‘daar heb je weer zo iemand van: “vroeger, toen ik nog jong was…”. Geen speld tussen te krijgen, zo werkt dat nu eenmaal bij een groot aantal mensen van o.a. ook mijn leeftijd.

Tijdens het schoonmaken van onze keramische kookplaat – goed gezien heren, dat is mannenwerk - gingen mijn gedachten ver terug naar mijn vroege jeugd. De eerste herinneringen dateren uit 1939, toen ik vier jaar was. Grootmoeder had, net als wij thuis, een prachtig kolenfornuis. Een grote stalen plaat als bovenkant, compleet met twee openingen bestaande uit een aantal in elkaar sluitende ringen met in het midden ervan een putdekselachtige afsluiting; aan de rechterkant een warmwaterreservoir met deksel. Die stalen plaat was aan de zijkanten en de voorkant op een afstand van 15 cm afgezet met een glimmende ijzeren buis om je kleding of schort niet in contact te laten komen met de verhitte kookplaat. De voorkant had links, onder elkaar, de deuren van de stookruimte met het rooster, daaronder de aslade, dan een lade voor houtblokken of briketten. Daaronder stond, op wieltjes, de kolenwagen. Aan de rechterkant zat de grote klep voor de bakoven. Het front en de zijpanelen van het fornuis waren voorzien van een emaillen laag en met bloemmotieven versiert. Het pronkstuk stond op vier stevige, licht naar binnen gebogen gietijzeren poten. In een huidig keukeninterieur zou zo’n fornuis een oerlelijk, storend element zijn en door zijn tijdrovende bediening weinig functioneel.

Maar ach, toen wist men niet beter en aangezien men toen huisde in een soort woonkeuken was het fornuis juist een gezellig voorwerp dat sfeer uitstraalde. In de winter verspreidde het een aangename warmte in de leefruimte en zelfs als kleuter kende ik de geluiden al die bij het stoken en het bedienen van het fornuis behoorden. Het kletteren van de ringen als er een opening voor contact met het vuur moest worden gemaakt, het ‘zingen’ van de waterketel voor hij ging fluiten, het ‘poken’ door het rooster of het bijvullen van de kolen. Er was meer; als kind liet je expres enkele dikke waterdruppels op de zacht rood gloeiende plaat vallen, die dan knetterend en sissend over elkaar heen spatten en rolden. Ik kreeg dan steevast, als ik daarbij werd betrapt, een draai om mijn oren van moeder, die dit een gevaarlijk spelletje vond – “moet je soms blind worden?” vroeg zij dan boos. Wél mocht ik, in de tijd van advent, verse dennennaalden erop laten vallen. Dat knetterde eveneens, maar het verspreidde door de verdamping van de etherische olie en hars een geur, die de reukzin aangenaam en weldadig streelde als voorproefje van de sfeer die bij het kerstfeest paste.

Het dagelijks schoonmaken en poetsen van de bovenplaat was toen nog vrouwenwerk en behoorlijk vermoeiend. Iedere dag na de warme middagmaaltijd werd het vuur getemperd, zodat moeder na een uurtje aan de slag kon. Vrijdags was de grote beurt, werd de bovenplaat geschuurd en met een soort boenwasachtige substantie ingewreven en gereinigd, hetgeen een nogal typische en vieze geur verspreidde. Vervolgens werd de oppervlakte met een tweede doek uitgewreven totdat ze een metaalkleur kreeg. Dan wipte moeder één van die afsluitdeksels bij de ringen eruit en ontnam de onderkant ervan een laagje roet. Daarmee werd de plaat nabewerkt totdat er een mooie matte glans ontstond. De resterende dagen van de week poetste zij de plaat van het fornuis met dezelfde doek, die hoe langer hoe meer een zwartglanzende taaie structuur kreeg. Vanaf mijn twaalfde levensjaar mocht ook ik het zo af en toe het fornuis stoken en moest hem in de week ook wel eens schoonmaken. Toen wij op mijn vijftiende verhuisden, is dit pronkstuk in de woning blijven staan. Voortaan stookten wij een kleine kolenkachel en kookten wij op gas…

Dat alles haalde ik mij weer voor de geest tijdens het polijsten van onze keramische kookplaat. ‘Gas’ dacht ik. De rest van ons leven hebben we op gas gekookt tot tien jaar geleden. Onze seniorenflats bieden veiligheidshalve alleen de mogelijkheid om elektrisch te koken. Voor die veiligheid is door de woningcorporatie bewust gekozen en u kunt best wel bedenken, wat daarvan de achterliggende gedachte is.

Het beste voorbeeld in de meest lichte vorm van gebrek aan concentratie in onze ‘bovenkamer’ is wellicht het feit, dat zowel mijn echtgenote als ik ook nu, tien jaar na de verandering, onze keramische kookplaat zo af en toe nog “het gasstel” noemen. Dan was die nostalgische variant toch beter; het fornuis blééf een fornuis, al werd je 102…

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 24 februari 2011


Geplaatst in de categorie: tijd

3.9 met 10 stemmen 514



Er zijn 6 reacties op deze inzending:

Naam:
Datum:
19 juli 2017
Ja, ik herinner me dat mijn oma hierop kookte, en vond dat altijd heel byzonder. Nu koken wij er ook op ... Plain-lining.nl-YouTube
Naam:
Fred
Datum:
4 maart 2011
Noem het voortaan de kookplaat(s), dan weet je in ieder geval waar je moet zijn met je potten en pannen.
Naam:
Lodewijk
Datum:
27 februari 2011
Bij het lezen dacht ik direct: Ljeskow, ,,De linkshandige'',zo gedetailleerd, maar toch weer anders. Knap gecomponeerd Günter.
Naam:
J.de Groot
Datum:
26 februari 2011
Email:
joke190411telfort.nl
Ga ik maar even de plaat-poetsen!!
Tot.....
Naam:
Ariadne
Datum:
25 februari 2011
Ja Günter, bij het ouder worden gaan de gedachten inderdaad vaak terug naar vroeger tijden (heb er ook last van).
Hoewel zelf acht jaar jonger dan jij, heb ik geen herinnering aan het kolenfornuis, wel aan de kolenkachel. Bij ons thuis werd er in de vijftiger jaren nog steeds gekookt op verschillende petroleumstellen, wat een tijd...
Erg mooie beschrijving, met plezier gelezen!
Naam:
Wee
Datum:
24 februari 2011
Prachtig stukje nostalgie, Günter.
Ik ben van na jouw fornuizentijd, maar zie het zó
voor me, en ik kon de dennennaalden ruiken.
Heel graag gelezen!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)