Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Montparnasse

Ik moet even louter uit mijn herinnering putten, want ik kan de krabbels zo gauw niet vinden. Alez hé, ik ging een dagje goedkoop naar Parijs om de plekken te bezoeken, waar Arthur Rimbaud had gewoond. Dat was vooral in de wijk Montparnasse (linkeroever). Ik heb alle adressen afgelopen en ik probeerde me er een beeld van te vormen. Ik liep zelfs ver in de richting van de kazerne, waar hij ooit zoveel traumaleed opdeed. Al met al moet ik heel dichtbij zijn wandelspoor zijn geweest, misschien ben ik wel door een plek gelopen, waar hij ooit gelopen heeft, die gedachte verheugt mijn ziel uitermate.
Ook liep ik langs de beroemde café's waar hij met zijn maat Paul Verlaine zichzelf volgoot met absint, waar Van Gogh ook niet vies van was, waar je geheid krankzinnig van werd.
En passant ging ik nog naar dat Walhalla, waar vele Franse grootheden begraven liggen. Ik bezocht de Sorbonne, althans tot de toegangspoort, men keek mij vriendelijk doch argwanend weg. Rimbaud had ertegenover gewoond. Waar had hij niet gewoond? Als een geniale rat gedijdde hij overal, al maakte hij het al gauw overal te bont.
In een oude boekenzaak zag ik zowaar een originele krabbel van Verlaine te koop hangen. Ik slurpte de inkt in mijn geheugen op als een heilig relikwie. 'Link naar Rimbaud', dacht ik.
Op de Allée Arthur Rimbaud liet ik mij fotograveren, vol trots wijs ik naar het blauwe bord aan de lantaarnpaal pal voor de Bibliothéque National. Ik heb Arthur gevolgd, als een literaire stalker, helaas jaren te laat, hij was nergens meer thuis, was trouwens nooit ergens ooit thuis. Zijn hoogtijdagen vonden voornamelijk plaats in de wijk Montparnasse, daar had hij zijn uitzonderlijke uitspattingen via drank en drugs en onaangepast gedrag, daar verzamelde hij zijn inspiratie, 'speelde' hij serieus de grote gek om oerwijsheden op te doen, die hij later in de stilte van het platteland op papier zette.
Later herhaalde hij die instelling in Londen. Daar is bovenmenselijke moed voor nodig, dat bezat hij. Ik weet nog hoe ik mijn bedevaartstocht afsloot met een zwart Iers bier in een schimmig café, wanend dat hij er naast me zat, over de tijd heen, als ware boezemvriend en drinkebroer. De kroegbaas stond raar te kijken, terwijl ik vlak na mijn bierbestelling nog eens om hetzelfde vroeg. 'Pour mon ami!', zei ik. Hij knikte zenuwachtig en bedeesd.

Schrijver: Joanan Rutgers, 15 mei 2011


Geplaatst in de categorie: woonoord

2.0 met 2 stemmen 104



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)