Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Opeens zag ik een kinderhandje

Morgen is het 1 februari, die datum in 1953 vergeet ik nooit. Op die dag woedde een zeer zware storm uit het noordwesten. Het was ook springtij, want de zon, maan en aarde stonden in één lijn, waardoor de aantrekkingskracht op het water heel sterk was. Op de radio kwam het bericht door, dat de dijken in Zeeland doorgebroken waren en het woeste hoge water het land binnen stroomde, alles meesleurend. Ik was toen dienstplichtig soldaat, ingedeeld bij de luchtdoelartillerie, afdeling zoeklichten. Die had je toen nog. Via de radio riep defensie alle militairen met verlof onmiddellijk terug te keren naar hun kazernes.

Ik was ook met verlof thuis en keerde terug met de trein naar Arnhem, waar ik was gelegerd. Daar aangekomen moesten we meteen alle voertuigen en materiaal gereed maken voor vertrek. De zoeklichten werden op de trailers geplaatst. In een lange colonne vertrokken we. Het was al donker toen we in Zeeland aankwamen. Door de commandanten werden onderdelen naar de bedreigde plaatsen gezonden. Met mijn maten stonden we ergens op een dijk waar helpers en militairen bezig waren zandzakken te werpen om het water tegen te houden. Met onze zoeklichten konden we bijlichten. Het was daar geen pretje, want de storm raasde nog door en we werden drijfnat door de natte sneeuwbuien.

Toen het karwei gedaan was trokken de helpers naar andere plaatsen, maar wij kregen opdracht op de dijk te blijven staan en te wachten op nadere orders. Omdat onze verbindingen het niet meer deden stonden we daar zonder eten en drinken. Met onze zoeklichten gaven we sos seinen, maar daar werd niet op gereageerd. Onze wachtmeester regelde wachtdiensten. Met z'n tweeën moesten we om beurten de dijk aflopen. Een ander probeerde de verbindingen te repareren. Iedereen was door en door nat en koud. In de overdekte legerauto probeerden we wat te slapen.

Het was al diep in de nacht toen ik en een maat dijkbewaking hadden. Op een gegeven moment zagen wij in het woeste water tussen planken dode honden en vee drijven, maar tot onze grote schrik ook een kinderhandje uit het water steken. We waarschuwden onze wachtmeester en hebben toen met behulp van een lange stok het lichaam naar de kant getrokken. Het was een meisje van ongeveer tien jaar, gekleed in een pyjama. Het arme kind was verdronken in het koude water. We waren diep ontroerd en hebben het kind naast de auto gelegd en toegedekt.

Toen het licht werd zagen we in de verte een boot varen. Met schreeuwen en gebaren probeerden wij aandacht te trekken. Gelukkig lukte dat. Het was een boot van de Rijkspolitie. Ze konden niet aan de kant komen, maar twee agenten gekleed in lange laarzen tot boven de knieën liepen door het water naar ons toe. Wij vertelden hun, dat we een kind uit het water hadden gehaald. Zij vertelden ons, dat al veel mensen waren verdronken. Ze namen het kind mee en zorgden er voor, dat wij weer contact kregen met onze commandant. Doodmoe van alle ellende konden we later in de morgen, nadat we hadden gegeten en gedronken, slapen op strozakken in een schoollokaal.

Nog drie maanden zijn we in het overstroomde gebied gebleven en hebben geassisteerd waar we maar konden. We sliepen meestal in schoollokalen. De verzorging werd steeds beter en ik kan mij nog herinneren, dat ik een keer in een echt bed bij een boer mocht slapen. Tenslotte keerden we terug naar de kazerne in Arnhem, waar we het materiaal en de voertuigen hebben schoon gemaakt.

Schrijver: kees niesse, 31 januari 2012


Geplaatst in de categorie: rampen

3.0 met 1 stemmen 354



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Marije Hendrikx
Datum:
3 maart 2012
Email:
maryama37hotmail.com
Indrukwekkend verhaal!
Naam:
Han Messie
Datum:
5 februari 2012
Email:
hmessielive.nl
Een kinderhandje... Eenvoudig en aandoenlijk, iets dat je je hele leven voor de geest blijft staan...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)