Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Door Christus uitverkoren

(voor Maria Helena Faustina Kowalska (1905 - 1938))

Je bent geboren op 25 augustus 1905 in Glogowiec te Polen. Je vader was Stanislaus Kowalska en hij was timmerman en boer. Je moeder was Marianne Kowalska. Je was het derde kind van tien kinderen. Je familie was arm en diep religieus. Op je zevende was je aanwezig bij de Expositie van het Heilig Sacrament, waardoor je voor het eerst een roeping voor het kloosterleven voelde. Je wilde al na drie jaar middelbare schooltijd het klooster in, maar dat vonden je ouders geen goed idee. Op je zestiende werd je een huishoudster in Lodz om je ouders financieel bij te staan. Hun weigering was dus eigenbelang. Je vroeg hen steeds weer of je naar het klooster mocht, maar ze bleven zich hardnekkig verzetten. Het enige wat je resteerde, was om hard te bidden. Op je negentiende ging je samen met je zus Natalie naar een uitbundig dansfeest in een park te Lodz en tijdens het dansen met aantrekkelijke jongemannen kreeg je ineens een visioen van een lijdende Jezus, waardoor je snel naar een kerk holde, waar Jezus je vertelde dat je naar Warschau moest gaan om in een klooster in te treden. Diezelfde nacht nam je zonder overleg met je ouders de trein naar Warschau, waar je via priester Dabrowski onderdak kreeg bij mevrouw Lipszycowa, zodat je rustig naar een geschikt klooster kon zoeken. Je ging bij alle kloosters langs, maar je werd steeds afgewezen, omdat je geen geld had en omdat je te weinig onderwijs had genoten. Ze hadden geen behoefte aan dienstmeisjes. Uiteindelijk mocht je het toch proberen bij de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid, mits je eerst als huishoudster voldoende geld voor de kloosterkas had gespaard. Binnen deze kloosterorde zou je tevreden moeten zijn met koken, schoonmaken en tuinieren. Op je twintigste werd je opgenomen en je heette voortaan zuster Maria Faustina van het Heilig Sacrament. Je was genoemd naar de martelaar Faustinus, wat 'gelukkig gezegende' betekent.
Op je tweeëntwintigste deed je je eerste geloften in aanwezigheid van je trotse ouders. Je zat drie maanden als kokkin in een klooster te Wilno en op je vierentwintigste ging je naar een klooster in Plock, waar je een kleine twee jaar verbleef. Daar kreeg je de eerste symptomen van tuberculose en je mocht uitrusten in een boerderij van de orde. Na je herstel ging je weer naar je klooster terug. In de nacht van 22 februari 1931 kreeg je een verschijning van Jezus, die een wit gewaad droeg en er kwamen witte en rode lichtstralen uit zijn hartstreek. Hij hield zijn rechterarm gezegend opgeheven. Je werd overstroomd door een uitzonderlijk intense liefdesgloed. Je zag dat Hij leeft en dat vertroostte je hele, aardse leven, hoe dat ook verder zou verlopen. Je kreeg van Hem de opdracht om deze verschijning van Hem te schilderen tot troost voor andere mensen. De nonnen wilden je niet helpen. Lekkere tantes waren dat. Drie jaar later is het schilderij 'Het beeld van de Goddelijke Barmhartigheid' er toch gekomen.
Op je zevenentwintigste deed je in Lagiewniki je eeuwige geloften en je werd drie jaar de tuinvrouw van het klooster in Vilnius. Er waren achttien zusters, die woonden in enkele, houten huisjes. Je biechtvader/geestelijk leidsman was pater Michael Sopocko (1888 - 1975), die ook theologie-professor aan de Stefan Batory Universiteit was. Hij zorgde ervoor dat zijn universiteitscollega, de kunstschilder Eugene Kazimierowski het eerste beeld van de Goddelijke Barmhartigheid schilderde. Je vertelde Michael van je Jezus-verschijning en van Zijn gesprekken met jou, waarna hij jou liet onderzoeken door de psychiater Helena Maciejewska, die je geestelijk gezond verklaarde, waardoor Michael je vertrouwde en hielp. Je begon een dagboek te schrijven, waarin je ook de woorden van Jezus en Maria, die herhaaldelijk aan jou verschenen, opschreef.
Je voorspelde dat deze berichten een tijd zouden worden onderdrukt door het Vaticaan, maar dat er een heropleving zou komen, wat inderdaad na twintig jaar onderdrukking in 1978 gebeurde. In 1935 werd het schilderij van Eugene getoond in de Poort van de Dageraad kerk te Vilnius. Michael hield er de misviering en jij was erbij. Je schreef de Rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid en zelfs de regels voor een nieuwe orde, gewijd aan de Goddelijke Barmhartigheid. Je zag in een visioen het huis, waar het eerste klooster kwam. Zo werd je de genadevolle stichteres van de Congregatie van de Goddelijke Barmhartigheid. Je besprak het met de aartsbisschop Romuald Jalbrzykowski (1876 - 1955). In 1936 werd je tuberculose zo erg, dat je naar een sanatorium in Pradnik ging. Je bleef veel bidden en schrijven, maar in juni 1938 was je te ziek om nog te kunnen schrijven. In september werd je naar het klooster in Krakow gebracht, waar je op 5 oktober bent overleden, drieëndertig jaar, en uiteindelijk begraven in de Basiliek van de Goddelijke Barmhartigheid (klaar in 2002).
In 1943 heeft de kunstschilder Adolf Hyla (1897 - 1965) zijn versie van het beeld van de Goddelijke Barmhartigheid geschilderd. Op 30 april 2000 ben je heilig verklaard door paus Johannes Paulus de Tweede.

Schrijver: Joanan Rutgers, 10 oktober 2012


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 86



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)