Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Met Smit naar de bramen

Via mijn televisietoestel vernam ik dat de populaire Eucalypta Susan Smit (1974, Leiden) mijn visie over haar wellicht zal doen kenteren. Ik ken haar al geruime tijd als media-genieke big-smile-chick, die haar duik in de heksenmagie in oppervlakkige heksenlectuur heeft gegoten, rijp voor de massale allesslikkers.
Als fotomodel toonde ze haar rondingen met veel ladida-ladida en ze schreef zelfs enkele bloedserieuze romans, die niet opvielen, omdat ze de toverkunst van collegae als Jessica Durlacher en Kristien Hemmerechts mist.
Ze heeft de liefde met Peter R. de Vries bedreven, iets waar menige vrouw de enge kriebels van krijgt, maar ja, heksen zijn voor de duvel niet bang en Peter heeft ook zijn aardige kanten, al blijf ik deze combinatie zeer bevreemdend vinden.

Daarover peinzend reed ik op mijn gammele fiets naar het Goudse Hout, waar ik een emmertje bramen ging plukken. Afgezien van haar affaire met de misdaadverslaggever was het vooral haar nieuwste boek 'Gisèle' dat in mij rondspookte, een biografie over één van mijn lievelingsdichters Adriaan Roland Holst, over wie ik zeer veel gelezen heb, maar met name zijn dromerige werk.
Ik genoot van vele anekdoten uit zijn leven, zoals het feit dat Jan-Jacob Slauerhoff eens bijna zijn huis in de fik stak, doordat hij de kachel had laten branden of toen hij ergens fietste en hij werd aangesproken, waardoor hij antwoordde, dat je een dichter in zijn concentratie moet laten als hij fietst. Hij was een fantastische alcoholist en vrouwenversierder.
Volgens Susan was Gisèle de vrouw van zijn leven en dat zal zo zijn, maar ik ben echt benieuwd naar nieuwe insteken en opgerakelde geheimen, indien ons heksje dit boven water weet te brengen. Als vriend van Holst zal ik mij er kritisch over buigen, maar het moet gezegd, ze verbaast me nu al met dit gegeven.

Ik kwam heerlijk tot rust in het enige woud nabij Gouda, waar ik als in trance de zwarte bramen in mijn emmertje kieperde, zelfs genietend van de pijnlijke stekels, die mijn mooie, Italiaanse bloes aan gort scheurden. Rode plekken op mijn tweedehands broek, die in de taille niet meer aansluit. Ik was er vrijwel alleen, wat ik zalig vind, net als diep in de nacht soezen en improviseren. Ik ben nu eenmaal een nachtdier.

Ineens hoorde ik een doedelzak 'Amazing Grace' spelen, een topervaring zo in de vrije natuur, waar het heerlijk weergalmde. Ik werd zelfs high van die doedelzaktonen en het veraangenaamde mijn bramenpluk extra veel. Ik vergat zelfs Smit's poging om Holst te verfrissen. De wespen, steekvliegen en libellen zoemden rond mijn grijpgrage tentakels, alsof ik me aan hen moest verantwoorden. Ik zag bezwete joggers, bazig-schreeuwende wandelaars met honden, ook van die lelijke bijtgragen, en eenzame fietsers, die je zou willen aanhouden om ze spontaan een warme hug te geven, wat ze vast jaren geleden voor het laatst is overkomen. Zoiets kun je van die arme mensen aflezen. De doedelzakspeler begon nog eens 'Amazing Grace' te spelen en ondanks zijn amateurisme speelde hij het voor mij perfect en was het ook een boost voor Obama, gek genoeg.
Toen het te donker werd zag ik geen braam meer hangen en ging ik huiswaarts, lekker nog even tussen de bomen en de wilde dieren.

Weer tussen de onrustige, flitsende stadslichten doemde Susan weer in mij op en vandaag verschijnt zij bij Pauw & Witteman om te praten over haar nieuwste boekwerk, wat ik vol spanning ga volgen. Susan studeerde Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, wat voor haar pleit, lijkt mij.
Kijk je mee? Toetsen is iets wat door mijn calvinistische achtergrond niet is verdwenen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 4 september 2013


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 2 stemmen 116



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)