Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Associaties

Bijna ieder persoon kent de door een klank, woord, een geur of anderszins opgeroepen beeldvorming in het hoofd waardoor als resultaat bij velen onmiddellijk een gebeurtenis uit een ver verleden wordt opgeroepen. Als in een reflex speelt zich in de herinnering binnen een fractie van een seconde een soort film af die iemand, soms met blije en soms met droevige gevoelens, een herbeleving laat ondergaan. – “Het regent weer pijpenstelen” zei mijn echtgenote enkele dagen geleden toen er een dicht regengordijn loodrecht naar beneden viel. Terwijl ik ernaar keek en het woord pijpenstelen zich in mij herhaalde was zo’n moment voor mij aangebroken. Plots was ik weer zes jaar oud en met mijn vader op bezoek bij opa van moeders kant (de adoptievader van mijn biologische moeder, die door hem en oma werd grootgebracht omdat hun huwelijk kinderloos bleef; dit om een ingewikkelde gezinssituatie simpel te omschrijven).

“Männeke, cheef mir soo’n lange Fidibus an, doar nebbe de Ofen stoan die” zei opa in sappig Ruhrgebieds Platt. “Die Striekspöhnkes sin zu kot.” Dat verstond ik enigszins want veel oude mensen gebruikten nog dagelijks deze spreektaal. Opa zat met een pas gevulde pijp met een zeer lange steel tussen zijn knieën en wachtte, totdat ik hem een lange houtspaander aanreikte. Hij stak deze dan kort in het vuur van de haard en kon zo met het brandende gedeelte de pijpenkop bereiken. Met een korte ‘strijkspaander’ of lucifer was dit inderdaad niet mogelijk geweest. Deze beelden gingen, na ruim 74 jaar, weer eens als een film door mijn hoofd, waarbij ik zelf voor een korte tel de geur van toen meende te ruiken. Grootvader had drie van die pijpen: één met een korte gebogen steel, één van een middelmatige lengte met gebogen steel en zijn lievelingspijp met de lange rechte steel van wel 60 cm lang.

In zijn jonge jaren pruimde hij tabak. Toen hij in de mijnen werkte, was het tijdens het werk lastig ‘kitsen’ en daarom schafte hij twee oude pijpen voor thuis aan. De grootste kwam later uit zijn familie en was stokoud. Rond zijn zestigste werd hij door een steenstoflong arbeidsongeschikt. Zoals hij mij later vertelde, had hij de rook nooit geïnhaleerd maar de nicotine via de mondslijmvliezen als genot in zich opgenomen. Hij toonde mij, enkele jaren voor zijn overlijden trots, dat hij een dure aanpassing aan de pijpensteel had laten verrichten. Het bestond uit een kostbaar mondstuk van echt barnsteen, waarvan men een klein gedeelte onderaan kon afschroeven om een kleine ruimte met een soort filterpapier te vullen. – Na zijn overlijden heeft zijn familie álle pijpen als rommel weggegooid. Jammer, want een verwoed verzamelaar had over deze actie zeker pijpenstelen kunnen huilen.

Schrijver: Günter Schulz, 8 september 2015


Geplaatst in de categorie: tijd

4.8 met 4 stemmen 149



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)