Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Een daad zonder naam

De helgele brem, mijn moeders favoriete struik, bloeit weer in de derde lente na haar dood, als ik op weg ga naar mijn tante, de enige die nog in leven is van een grote familie, die als het ware is uitgedund door de pest of de cholera, als in vroeger tijd.
De trein die me naar haar toe zal brengen, arriveert: portieren klappen open en ik zoek een plaatsje te midden van zachtjes, op de achtergrond, mompelende mensen en kinderen, die het lentelandschap langs de spoorbaan met laaghangende wolken, kleurige boerderijen en elegante langbenige paarden en lammetjes bewonderen.
Het voertuig waarin ik me bevind, snelt geruisloos voort als een slinkse tijgerkat, als een poema over de rails en spoedig zie ik de stalen ornamenten van het station van Den Bosch en even later in Oss wacht de gestalte van mijn tante trouw op me, als een moeder.

Door het mooie land, overkoepeld door majestueuze wolkenpartijen en langs een rivier waarin stoere bouwwerken van een sluis de wacht houden, bereiken we een lage villa in een feeërieke, met groen gelardeerde straat.
Alle kamers bevinden zich op de begane grond, maar een gladde, houten trap leidt naar een vide die de kamer boven onze hoofden in tweeën deelt.
En daar zie ik de schilderijen, familiestukken door mijn tante in ere gehouden, voorstellende een stadsgezicht van Delft, met fijne lijnen getekend, een duinlandschap en een weelderige boomgaard in volle bloei.
Het gesprek komt op mijn oom, vader van mijn tante, humorist, intellectueel en volgens eigen zeggen "de lelijkste man van Tilburg", die met mijn vader filosofisch-getinte discussies placht te voeren.

Later vloeien mijn tranen om mijn (vermeende?) desertie: ik heb mijn vader moeten overgeven, afgeven aan de handen van verplegers in een verpleeghuis waar hij elf martelende maanden moest doorbrengen vóór zijn dood.
Ik vertel mijn tante hoe Vader (Mozart-liefhebber) uitgemergeld en met een luier aan op de ziekenzaal urenlang het telkens weer hardnekkig herhaalde, onzinnige chanson "Als de klok van Arnemuiden" moest aanhoren.
Mijn tante vergeeft me plaatsvervangend maar ten onrechte voor een misdaad, waarvoor geen woorden bestaan.
's Avonds brengt ze me met de snelle, comfortabele auto weer naar het station, langs de sluis, langs de rivier.
Ze geeft me suikerachtige paaseitjes mee voor de terugreis, als een souvenir aan haar moederlijke genegenheid.....

Schrijver: I.Broeckx, 12 maart 2017


Geplaatst in de categorie: familie

3.0 met 3 stemmen 49



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)