Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over kunst

De beeldendief van Friesland

De altijd beleefde en goedgeefse barones Wiegeltsje de Blocq van Scheltinga bewoont al enkele decennia haar hoogst geliefde landhuis in Hogebeintum, de Harsta State. Tijdens de schaarse kerkdiensten in de terpkerk van Hogebeintum zit zij steevast in haar eentje in de Herenbank. Zij zit dan onder het afdakje met de houten leeuwen en er is gek genoeg niemand van de Nederlands Hervormde gemeenteleden die dat vreemd vindt. Mensen wennen overal aan. Die terpkerk staat op de hoogste terp van Nederland, bijna negen meter hoog. Dat is barones Wiegeltsje nog niet hoog genoeg, want zij zit graag op de hoogste bank van de Herenbank. Tel daar haar chique, Parijse hoed bij op en zij steekt ver boven de andere gemeenteleden uit. De enige, die zij nooit kan overtreffen, is dominee Gorrelt Knorringa, die op zijn kansel iedereen, ook haar, overstijgt. Het is haar er dus veel aan gelegen om op goede voet met dominee Knorringa te verkeren, want op die manier daalt zij niet in aanzien, maar weet zij dat tot zijn niveau op te krikken. Zij komen dan ook veel bij elkander over de vloer. Beiden zijn dol op de wereldliteratuur, allerlei vormen van kunst en met name de beeldhouwkunst, iets wat zij delen met de rijke beeldhouwer Bonte Hellinga, die in de oude pastorie aan de Hege Tsjerkewei 3 in Hogebeintum woont. Bonte heeft internationaal veel succes met zijn beeldhouwwerken. De opdrachten en de betalingen stromen maar door. Barones Wiegeltsje heeft twee van zijn sculpturen in haar voortuin staan en dominee Gorrelt heeft een modern beeld van de zegenende Jezus voor de terpkerk laten zetten. Je zou het zeker niet van de keurige Wiegeltsje verwachten, maar achter haar vormelijke, stijlvolle en correcte façade huist een uiterst hebzuchtige dievegge. Ze barst van het geld en ze kan bijna alle beelden, die zij begeert, bekostigen, maar toch snakt zij naar meer, naar iets wat zij niet kan betalen, omdat het simpelweg een vaste, openbare bestemming heeft gekregen en dat is het nu juist wat haar niet zint, want zij wil graag het meest onbereikbare helemaal voor zichzelf. Zij kickt op het meest uitzonderlijke, zoals haar seksuele affaire met de verwilderde landloper Tiethelm Ripperda, ook al is dat van een heel andere orde. Tiethelm stonk enorm en zijn lange zweetharen kietelden over haar staalharde tepels, maar zij is nog nooit zo lekker verwend als door hem. De orgasmes die hij bij haar teweeg bracht, bezorgden haar de acute geestelijke verlichting. Dat werd nog heftiger toen Tiethelm er zijn zwerfvriendin Nynke Elsinga bijhaalde. Die Nynke stonk zowaar nog erger, maar zij was een expert op het gebied van Tantra en zij wist als vrouw exact hoe ze bij Wiegeltsje een erotische en geestelijke kundalini-ervaring kon opwekken. Haar hagedissentong en slanke vingers gingen extreem snel en doelgericht tekeer binnen de ultiem geactiveerde vulva van Wiegeltsje.

Nadat Wiegeltsje door Tiethelm en Nynke het hoogste genot op aarde had ervaren, wilde ze hen wel een baan aanbieden, zodat ze haar iedere dag tot lichamelijke en geestelijke hoogtepunten konden brengen, maar de zwerfdrang bepaalde dat zij op een ochtend voorgoed verdwenen waren. Het enige telefoonnummer wat Tiethelm had achtergelaten, was van de kunstdief Swetse Ongena. 'Niet dat ik hem veel zie!', had Tiethelm gezegd, 'maar als je geluk hebt, kun je mij via hem bereiken!'. Dat heeft Wiegeltsje dan ook diverse keren geprobeerd, maar Swetse deed eerst steeds alsof hij geen Tiethelm kent, al gaf hij later toe, dat hem wel iets daagde. 'Een rare snuiter, die Tiethelm, altijd tuk op een lekker wijf!', zei Swetse. 'Nou, maar jij bent zeker ook een rare snuiter!', dacht Wiegeltsje toen, maar ze begon wel een lang gesprek met hem te voeren, want ze wilde maar wat graag weten, of Swetse inderdaad een kunstdief is. Ze nodigde hem uit om een keer een langs te komen, want ze had een serieus voorstel voor hem, wat hem heel veel centjes zou opleveren. Dat zag Swetse wel zitten en als bonus een wip met Wiegeltsje zag hij ook wel zitten. Inmiddels zijn ze meerdere ontmoetingen verder en is Swetse in opdracht van Wiegeltsje aan de geheime opdracht begonnen. De afspraak is, dat hij afgezien van het grote geldbedrag ook na iedere kunstroof met Wiegeltsje mag vrijen. Het eerste beeld wat Swetse weet te ontvreemden, is de bronzen 'Herman Gorter' van Suze Boschma-Berkhout op het F.D. Hoekstraplein in Balk. Dat is een zware klus en hij is dan ook niet veel in staat om zijn seksuele bonusprijs in ontvangst te nemen. Wiegeltsje is zo blij, dat ze hem van top tot teen met haar slappe, zalige borsten knuffelde. Het volgende beeld is 'Piet Paaltjens' van Jentsje Popma op de Noorderplantage in Leeuwarden. Vlak voor zijn roof loopt hij nog langs burgemeester Sybrand van Haersma Buma, die hem niets vermoedend vriendelijk groet. 'Een lekkere zomeravond, hé burgemeester!', zegt Swetse. 'Zeer zeker, jongeman!', zegt Sybrand. Niet veel later sjort Swetse 'Piet' in zijn bestelbusje. Nu hij toch in Leeuwarden is, scheurt hij naar de Boterhoek 1, waar hij meteen het borstbeeld van Obe Piters Postma, gemaakt door Frans Tiessen, pakt en in zijn bestelbusje plaatst, naast Piet. 'Zo, oude jongens, jullie gaan even lekker op stap met mij en een hitsige barones blij maken!', zegt Swetse, wanneer hij Leeuwarden uit rijdt. Deze keer heeft hij wel voldoende energie over om flink van bil te gaan en Wiegertsje is in voor de meest maffe standjes en handelingen. De gestolen beelden worden steeds op zolder verstopt en het is de ultieme kick voor Wiegeltsje om op die heilige geheimplek de liefde te bedrijven.

Inmiddels is de roof van de beelden niet alleen in Friesland groot nieuws, maar ook landelijk. De tv-praatprogramma's gaan nergens anders meer over. Al dat gezeur kan Swetse niet boeien en hij heeft inmiddels 'Gysbert Japicx' van Wilfried Put op het Grote Kerkhof in Bolsward te pakken. Ondanks dat de politie van Friesland extra veel surveillances en cameratoezicht beloofde, is daar in het echt nog weinig van te merken. 'Ja, pik, dat ging weer gesmeerd!', zegt Swetse met opengesperde, bezeten ogen. Volgens enkele experts, die op de televisie verschijnen, heeft de dief het uitsluitend op schrijvers en dichters gemunt. Die opmerking wordt al snel gelogenstraft, wanneer Swetse aan het beeld van Lawrence Alma Tadema op het Plantsoen Brêgebuorren in Dronrijp zit te rukken. Na een half uur rukken, lukt het hem om dit beeld onbespied in zijn trouwe bestelbusje te leggen. 'Sorry, Lawrence, maar een knotsgekke, supergeile barones heeft nu eenmaal trek in jou!', zegt Swetse, die zich al op het blote lichaam van de lekker ondeugende Wiegeltsje verheugt. Voor zijn geestesoog verschijnen alsmaar vaker de naakte, meest intieme lichaamsdelen van zijn opdrachtgeefster. Haar seksuele fratsen zitten in zijn aura vastgehaakt en dat is precies wat hij wil. 'O God, ik ben dol op Tadema!', roept Wiegertsje, 'stoot hem alsjeblieft nergens tegenaan!'. 'Bij jou op zolder staat hij veilig!', zegt Swetse om haar extra te paaien. 'Van graaien komt naaien!', gilt Wiegertsje ineens en zij stapt meteen uit haar jurk, waar zij verder niets onder draagt. 'Nu ontbreekt er tenminste nog één heel bijzondere!', zegt Wiegertsje tussen het hijgen door, 'en jij mag raden wie?'. 'Nou, vrolijk neukbeest, dat zal Slauerhoff dan wel zijn!', antwoordt Swetse meteen raak. Een week later zit Swetse op Vlieland en gapt hij de bronzen plaquette van Jan Jacob Slauerhoff, die op de Dorpsstraat 27 hing. Hij weet, dat hij voor zijn volgende diefstal razendsnel moet zijn, voordat er politiebewaking gaat komen. Een snelle link met het borstbeeld van Slauerhoff in de dorpskerk van Huizum is immers snel gemaakt. Dus reist hij snel hij kan door naar Huizum en bezoekt hij zo onopvallend mogelijk de dorpskerk. Hij wacht tot alle andere bezoekers zijn verdwenen en dan slaat hij bliksemsnel toe. Met het zware borstbeeld in zijn armen loopt hij nog langs de naïeve boterwafelmaakster Sytske Terpstra, die hem met een verliefde blik gadeslaat. 'Tja, onderhoudswerkzaamheden!', mompelt hij. 'Moet ook gebeuren!', zegt zij, terwijl zij verleidelijk door haar lange, blonde haren strijkt.

Met de Slauerhoff-aanwinsten kan de gestolen verzameling van Wiegertsje niet meer stuk en zij laat haar dankbaarheid tijdens de fysieke eenwording dan ook extra veel merken, terwijl Swetse het wel steeds benauwder krijgt tussen al die verstijfde kerels, die maar naar zijn seksuele prestaties zitten te gluren. Ondertussen zit Wiegertsje hem met een fles Jameson hartstikke dronken te voeren. 'Zeg, troela, ik wil het even over de financiële afhandeling hebben, ik wil inmiddels wel wat geld zien!', zegt Swetse na de liefdesdaad. Hij blaast de rook van zijn sigaret krachtig omhoog. 'Ga maar lekker liggen, meesterdief, dan zoek ik even wat flappen op!', zegt Wiegertsje. Swetse volgt haar sierlijk bewegende billen, tot zij uit zijn gezichtsveld verdwijnt. Het duurt even en Swetse vraagt: 'Lukt het allemaal, is het niet te zwaar voor je?'. Wiegertsje's antwoord is een vlijmscherp mes tussen zijn ribben en daarna nog één in zijn keel. Swetse probeert haar nog te grijpen, maar de messen hebben hem uitgeschakeld. Na enkele dramatische stuiptrekkingen is het al snel einde verhaal. Wiegertsje haalt meteen emmers met doeken om het bloed op te ruimen. 'Ik zou je het liefste hier bij die beelden willen opzetten, idioot!', mompelt Wiegertsje, maar ze sleurt hem even later in een diep gat in de achtertuin, wat ze al eerder deze dag heeft gegraven. De korpschef van de landelijke politie zit zichtbaar op de treurbuis met de handen in het haar. 'Het kan iedereen wel zijn!', zegt hij wanhopig, 'ik denk, dat wij er nooit achter zullen komen, wie dit heeft gedaan!'. Wanneer dominee Gorrelt Knorringa en Bonte Hellinga weer eens bij Wiegeltsje op bezoek zijn, neemt zij Bonte even apart en wandelt zij met hem in haar achtertuin. 'Zie je daar die plek met die pas geplante bloemen, daar zou ik graag nog een beeld van jou willen hebben en dan het liefste een afbeelding van de Franse dichter én dief François Villon, kun je dat denk je? Ik betaal je zoals altijd zoveel je maar wilt!', zegt Wiegertsje. 'Ik ga mijn best voor jou doen!', antwoordt Bonte met een brede glimlach. 'Zeg, Wiegertsje, waarom zit de deur naar jouw zolder op slot? Heb je daar misschien iets te verbergen?', schreeuwt Gorrelt ineens vanuit de achterdeur.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
18 juli 2023


Geplaatst in de categorie: kunst

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 248



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)