Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Gezicht op een zomeravond, deel 1

Het gebeurde iets voor twaalven.
Terwijl ik op de dijk stond, met uitzicht op de zee vóór me en de eindeloze sterrennacht boven me, maakte een lichtpuntje zich los uit het sterrenbeeld Bootes. Eerst had ik er geen erg in. Met de handen losjes in m'n zakken stond ik naar de vuurtoren van Terschelling te kijken. Een prachtig gezicht is dat altijd, die zwaaibundel van de Brandaris die door de verten strijkt. Het heeft iets feeërieks, iets weemoedigs, die verre lichten aan de horizon, dat rusteloze tasten en speuren van een vuurtoren over de einder.

Omdat ik ingespannen naar de horizon tuurde, bemerkte ik niet dat er zich iets ongewoons voordeed aan het uitspansel. Het komt wel vaker voor dat je, staande op de dijk, plotseling vanuit je ooghoeken een meteoor opmerkt. Bliksemsnel richt je je blikken dan naar de plek waar het ongewone schijnsel zich voordoet. Soms heb je geluk en kun je nog net het laatste deel van het lichtend spoor volgen, maar vaak zijn die grappenmakers je te snel af en heb je het nakijken.
Dit was echter geen meteoor: het leek meer een ster, die zich geleidelijk los begon te maken uit het sterrenbeeld Bootes en langzaam helderder werd. Het bewoog naar het westen en kwam zo'n 45 graden boven de horizon tot stilstand. Ondertussen nam de helderheid ervan steeds meer toe. Oogverblindend werd het, maar juist op het moment waarop ik m'n blikken wilde afwenden, gebeurde er iets vreemds: het schijnsel van de ster veranderde geleidelijk in het beeld van een grote stad, die zich majestueus tussen de sterren uitstrekte.
Ik hapte naar adem, maar bleef gefascineerd kijken. Was dit misschien een hologram of een beeld dat door een laserbeam werd geprojecteerd? Maar nee, dat was volstrekt onmogelijk: het beeld, dat ik zag, was loepscherp. Het moest uit een andere dimensie komen. Diep van binnen bewaarde ik mijn kalmte en bleef geconcentreerd en met volledig overzicht van de situatie alles registreren wat zich voor mijn ogen afspeelde.

Vóór me, boven de lichtbundel van de Brandaris, zag ik een brede straat van een mij onbekende stad. Zo te zien lag deze straat op een heuvel, want hij liep glooiend af naar een plein dat ik nog net in de verte kon waarnemen. Aan weerszijden van de straat stonden huizen met drie en vier verdiepingen. Het leken wel huizen uit het eind van 19e en het begin van de 20e eeuw. De gevels ervan waren allemaal in verschillende kleuren beschilderd: groen, geel, zalmkleurig, blauw, diep donkerrood. Kennelijk was het het oude centrum van een grote stad. Het was midden overdag, maar toch was het behoorlijk donker. Inktzwarte wolken pakten zich boven de stad samen. Even later flitsten de eerste bliksemschichten door het zwerk. Maar het was geen gewone bliksem: ik huiverde toen ik een enorme bolbliksem zag, die zich als een slang van electriserend licht door de straat voortbewoog, als een wild, verscheurend dier, op zoek naar zijn prooi.
De hemel werd snel donkerder en steeds meer bliksems doorkliefden het zwerk. Enkele ogenblikken later begon het te stortregenen. Het water kolkte schuimend door de straten, terwijl de bolbliksems er overheen sisten als slangen.
Wat er zich in de huizen afspeelde, kon ik niet zien, daar kon ik alleen maar naar gissen. Maar de kracht van de electrische ontladingen was zó overweldigend groot, dat er ongetwijfeld slachtoffers moesten vallen. Op de straat zelf was het uitgestorven; er was geen sterveling te zien.

Op dat moment verschoof het beeld, alsof ik door een onzichtbare hand werd opgetild. Met grote snelheid zonk de stad onder me weg, zodat ik een overzicht kreeg van de omgeving waarin ik mij bevond. En plotseling drong het tot me door dat ik San Francisco onder me zag, San Francisco, en dat nog wel in het uur waarop de oude aarde verging...
De aarde brak open, spleet, scheurde. Ik keek in de gapende muil van een trechter in het aardoppervlak, een diepe voor die snel breder werd. Ik zag hele straten, wijken en wegen wegtuimelen in de afgrond. Daar bleef het niet bij, want vanuit mijn positie zag ik op veel meer plaatsen in de stad openingen ontstaan, waarin de bebouwing wegzakte.

Terwijl het bleef bliksemen en donderen en de regen onophoudelijk neergutste, begon het allerergste wat ik ooit gezien heb: er openden zich steeds meer vurige aders in de aarde, die alles opslokten wat nog overeind was gebleven. Rook steeg op uit de vurige schachten en een dichte smog hulde de miljoenenstad in nevelen. Een waas van rook en vuur onttrok de stad steeds meer aan het zicht.

Het was alsof ik nog verder werd opgetild en nu zo'n tweehonderd kilometer boven de aarde zweefde. Heel westelijk Californië brak af van het Amerikaanse vasteland en zonk in een orgie van rook en vuur in zee. Enorme dampen stegen uit de Pacific op, giftige dampen vol zwavel. Vanaf de plek waar ik me bevond kon ik andere delen van de aarde zien. Overal zag ik hetzelfde beeld: enorme bliksemschichten, inktzwarte wolken, aardbevingen en ook vulkanen die sidderend tot ontlading kwamen. Was dit nu het definitieve einde van de aarde, het laatste shot van de wereld zoals ik die kende?

- wordt vervolgd -

Schrijver: Hendrik Klaassens, 11 augustus 2006


Geplaatst in de categorie: rampen

4.2 met 4 stemmen 533



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)