Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Money, money

‘U kunt daar gewoon met Euro’s afrekenen’, verzekerde de baliemedewerker van de bank ons.
‘Dat weet ik, maar wij willen met zo min mogelijk contant geld op reis’, antwoordde Andy, m’n man. Hij keek schichtig om zich heen en trok de portemonnee uit de binnenzak van zijn jack. Met een temperatuur van 32 graden zou een ieder z’n jasje thuis laten. Andy niet; hem kon je uittekenen in z’n jasje, dat z’n portemonnee moest dragen. Het leren etui leek meer op een ‘portepas’ met slechts enkele munten voor onverwachte parkeermeters of een winkelwagentje.
‘Ja, geld is vies; het gaat door zoveel handen’, zei de bankman die kennelijk vaak mensen trof met smetvrees.
Nu voelde ik me genoodzaakt om uitleg te geven over onze flappenfobie.

Wij bewoonden een riant appartement boven onze zaak; ‘n Drogisterij.
Na de Paasdrukte hadden we genoten van het fijne weer tijdens de feestdagen.
Het was een zwoele voorjaarsnacht. Onze slaapkamer had een balkon zo’n vier meter boven straatniveau in de binnenstad van Culemborg.
Ik schrok wakker van een klap.’Wat was dat?’, riep Andy en zat rechtop in bed.
‘Dit is een overval, maak het licht aan!’, hoorden we.
Er moest zich een derde persoon in onze kamer bevinden want de laatste stem klonk alles behalve slaperig. De straatlantaarn die het balkon schaars verlichtte maakte dat ik de gordijnen zag bewegen. Ik voelde een koele luchtverplaatsing vanaf de balkondeur.
‘Maak aan dat licht!’, klonk het nu dreigender.
‘Ja ja, ik zoek m’n bril' stamelde Andy nog slaapdronken en geïrriteerd omdat hij ook door mij tot handelen werd aangespoord. Zonder bril was hij een blindeman, maar hoe kon hij in Gods naam onze belager laten wachten tot hij die jampotglazen had voor geschoven!
De trekschakelaar van het licht maakte een einde aan het stem- en schimmenspel.

Er stond een gemaskerde man; hij droeg onder z’n rechter arm een zwaar wapen en hield z’n vinger aan de trekker. Ik kromp ineen en trok m’n dekbed tot onder m’n neus alsof dit mij enige bescherming kon bieden.
Andy was nu ook klaarwakker. ’Wat wil je?’, schreeuwde hij de engerd toe.
Geschrokken van zijn directheid kneep ik hem in z’n been en maande hem vriendelijk te blijven. ’Waarmee kan ik U van dienst zijn?’, lag ons voor in de mond, het ging om ons leven.

‘Geld!, ik wil geld!’
‘Dat hebben we niet, de weekendomzet is weggebracht naar de bank per nachtkluisstorting.’
‘Alles wil ik; geld, betaalpassen, portemonnees en snel of ik schiet!’
Andy kwam nu met snelle driftige passen in z’n pyjama langs het voeteneinde van ons bed, het wapen negerend. Ik beet op m’n lip en kneep m’n ogen dicht.

Hij liep naar de gang richting kantoor, op de voet gevolgd door de overvaller; een gluiperd van de ergste soort. Deze droeg voornamelijk zwarte kleding; een leren jasje, zwarte spijkerbroek en zelfs handschoenen. Een achterstevoren bivakmuts onttrok zijn ogen aan onze waarneming. Een donkere paardenstaart priemde nu door de opening aan de achterkant van de bivak. En profile was hij beslist geen robuuste verschijning; zelfs nietig, zonder wapen zou ik hem minder serieus hebben genomen.

Huiverend trok ik me terug in m’n kippenvel. Was dit een nachtmerrie waaruit ik mezelf moest dwingen te ontwaken? Ik gunde me geen tijd om het antwoord op deze vraag te overwegen en besloot het bizarre spel mee te spelen. In m’n hoofd draaide een computerprogramma dat ontsnappingsmogelijkheden inventariseerde.

Ik kon de uitweg nemen die Mr. X gekomen was; een sprong over het balkon kon mij een paar gebroken benen kosten maar niet m’n leven.
Onzeker schoof ik van de box-spring met mijn blote voeten op het slordige hoopje lingerie dat meestal in de loop van de nacht aangroeide. Door m’n zweetpartijen van de overgang lag ik 's morgens meestal naakt in bed. Nu sloop ik in m’n sloggy richting balkon. De hordeur lag op de vloer, ik struikelde er bijna over en maakte meer geluid dan me lief was. Mr. X was letterlijk met de deur in huis komen vallen.

Ik was me bewust van het feit dat het een vreemd gezicht moest zijn om mij in m’n slipje naar beneden te zien komen. Eerst aankleden was moeilijk.
De diepte die ik te springen had beangstigde mij. Ooit was ik m’n huissleutels vergeten, had een ladder geleend en was deze weg omhoog geklommen.
Dit was geen probleem geweest; gewoon niet achterom kijken.
Ik keek over de balkonmuur en maakte van schrik een gesmoord geluid. Beneden stond een dito zwartman; hij moest kennelijk de boel bewaken. Tegen de gevel stond een marktpaneel waarlangs Mr. X naar boven was gekomen.

Tussen de kraampjes die klaar stonden voor de dinsdagmorgenmarkt stond een auto slordig op het trottoir geparkeerd, klaar om weg te kunnen scheuren.
De man beneden hoorde mij en keek omhoog. Hij verwachtte waarschijnlijk z’n broeder in ‘t kwaad met de buit. Met een naar boven gericht wapen siste hij me toe; ‘hou je kop teef, ik schiet je kapot’.
Nu kwam Mr. X met m’n man terug naar de slaapkamer.
‘Zeg, vrouw meekomen en niet schreeuwen’, beval hij Andy.
Mijn vermoeden dat we te maken hadden met iemand van Noord-Afrikaanse afkomst werd bevestigd; de vrouw moet ondergeschikt de bevelen van haar man opvolgen.

‘Kom meis, je moet ook mee naar kantoor’, zei Andy met het zweet op z’n voorhoofd.
Zo liepen we elkaar ondersteunend richting kantoor. Mr. X prikte ons om beurten met het wapen in de rug, als waren we varkens die met elektrische schokjes aangespoord werden op weg naar het slachthuis. In de gang keek ik zijlings naar het bedieningspaneel van de alarminstallatie. De code die in beeld was betekende: uitgeschakeld. Nu had ik grote twijfels over onze veiligheid.
Zelfs onze scherpe waakhond die zich in de woonkamer bevond liet niets van zich horen. Liepen wij hier ons lot tegemoet?

Wordt vervolgd

Schrijver: Tracy Rossy, 27 december 2006


Geplaatst in de categorie: misdaad

1.0 met 2 stemmen 542



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)