Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Heidag deel 2

‘Niet denken, maar voelen. Alleen maar voelen’, herhaalt opperhoofd Maarten voortdurend als een soort mantra. Zijn stem klinkt monotoon en zacht. ‘Voel. Maak contact met je innerlijke zijn. Voel je energie. Ervaar je kracht.’ Jaap spant zich in om de bevelen van de meester op te volgen. Hij wil laten zien aan de rest dat hij alles onder controle heeft. Dat hij de kneepjes van het vak beheerst. Af en toe maakt hij een gebaar. Overdreven slaat hij dan met zijn rechterhand een kruis in de lucht. Als hij naar opzij kijkt, ziet hij dat Kees-Jan in een foetushouding op grond is gaan liggen. Zijn lichaam wiegt zachtjes op en neer. Zijn ogen zijn gesloten en zijn ademhaling rustig. Voldaan glimlacht Jaap naar zijn collega die veel weg heeft van een uit de kluiten gewassen baby. Dan richt Jaap zijn blik op Maarten, die onverstoorbaar, volledig in trance onverstaanbare klanken produceert. Jaap maakt een diepe buiging voor zijn meester alsof hij met Allah himself van doen heeft. Van een heiplantje naast hem op de grond, breekt hij een stukje af, dat hij vervolgens voor zijn voeten neerlegt. Als een offer aan God. Plotseling schikt hij op als er in zijn casual Armani broek iets begint te trillen. Pas tijdens de middagpauze ziet Jaap de mogelijkheid het binnengekomen voicemailbericht af te luisteren. Het is van het verzorgingshuis waar zijn moeder aan de dagactiviteiten deelneemt. De directrice wil graag met hem over zijn moeder praten. Het gaat niet goed met haar.

‘Hé Jaap. Alles onder controle?’ vraagt Kees-Jan die aan komt gelopen.
‘Nog even en dan gaan we mandala’s tekenen. Ben je er klaar voor?’
Jaap die anders maar al te graag het hoogste woord voert, staart bewegingsloos voor zich uit. In de verte ziet hij een grote eik, die alleen te midden van allemaal kleine heiplantjes staat en een gevoel van eenzaamheid uitstraalt. Jaap voelt zich net als de eik. Wat zou er aan de hand zijn met zijn moeder? Straks thuis zou hij het aan haar vragen. Morgenvroeg om 10 uur had hij een afspraak geregeld met mevrouw Bloemenbaum van het verzorgingshuis. Dat was de eerste mogelijkheid om haar te spreken. Zij kon hem meer vertellen.
‘Jaaaap!’ roept zijn collega nu luid waarbij hij de ‘a’ irritant lang aanhoudt. ‘Wakker worden!’
Jaap zwijgt. Hij heeft geen behoefte om iets te zeggen, noch om een gebaar te maken. Langzaam loopt hij in de richting van de oude boom. Zijn iPod in zijn hand. Dat Maarten hem nog naroept en de rest van zijn collega’s hem vol verbazing nastaren, merkt hij niet. Met passen van gelijke grootte, in een duidelijk herkenbaar tempo loopt hij rustig verder. Weg van iedereen.

Jaap gaat onder de boom op de grond zitten. Zijn dure kakibroek raakt besmeurd door het vochtige zwarte zand. Het deert hem niet. Vandaag niet. Hij denkt aan zijn moeder. Zijn vader heeft hij nauwelijks gekend. Hij overleed aan een hartstilstand toen Jaap vier was. Als kind had hij een warme band met zijn moeder, maar haar lievelingetje was hij niet. Dat was Felix, zijn zes jaar jongere broer. Hij leek niet op zijn broer, niet in uiterlijk, ook hun karakters waren heel verschillend. Felix was een echt moederskindje en zo zag zijn moeder het graag. Zijn gedachten dwalen af naar een zonnige zomerdag toen ze met zijn drieën naar zee gingen. Het was druk op het strand. Zijn moeder had een groot kleed neergelegd. Het roodkatoenen scherm moest hen voor de wind beschermen. In de koelbox zaten limonade en broodjes voor die dag. Ze zouden de hele dag blijven. Jaap praatte graag met zijn moeder. En toen hij Felix zover had gekregen dat hij voor hem die ene speciale schelp zou gaan zoeken, die hij graag wilde hebben, kletste hij haar de oren van het hoofd. Hij vertelde hele verhalen, zodat ze Felix even vergat en enkel aandacht voor hem had. Als haar aandacht dreigde te verslappen, ging hij snel over op iets anders. Hij lachte naar haar. Vond haar een mooie vrouw. Was blij dat zij zijn moeder was. Er ging meer dan een kwartier voorbij voordat ze naar Felix vroeg. Jaap vertelde dat zijn broer schelpen aan het zoeken was en dadelijk wel weer terug zou komen. Om haar af te leiden vroeg hij om een glas ranja, wat ze liefdevol in een plastic beker schonk. Hij kreeg er ook een snoepje bij. Jaap voelde zich fijn en vertrouwd in de nabijheid van zijn moeder. Zo had hij het altijd gewild, zo was het goed. Zij en hij, zonder Felix. Pas later, nadat ze samen tevergeefs het strand hadden afgezocht, hoorden ze van de strandpolitie wat er gebeurd was. Zijn moeder brak om nooit meer dezelfde te worden. Jaap gaf haar een vaderlijke arm en begeleidde haar naar het bureau. Eerder op die middag had een reddingsteam met een klein bootje geprobeerd om een vijfjarig jongetje van de verdrinkingsdood te redden.

‘Hé man!’ roept Kees-Jan vanuit de verte. ‘Zin in een borrel?’
Jaap kijkt op zijn horloge. Het is bijna half zes. Hij moet uren in gedachten onder de eik gezeten hebben. De heidag is ten einde. Zijn collega’s zijn allemaal al richting huis vertrokken. Van Maarten ontbreekt ieder spoor. Alleen hij, Kees-Jan en de oude eik. Op de grond steekt een witte iPod schil af tegen wat groene heideplanten. Alles is stil. Heel stil.

Schrijver: Marianne
Inzender: Marianne Pepels, 15 februari 2007


Geplaatst in de categorie: overig

3.7 met 3 stemmen 1.329



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)