Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Raadslid

Soms worden de dingen die je meemaakt mij zelfs te krankzinnig. Ik dacht dat niets mij meer kon verbazen. Iets te voorbarig gedacht. Krankzinnigheid kent geen grenzen.

Mijn telefoon gaat. Het is zo’n kreng zonder draad, dat altijd ergens ligt waar je het niet kan vinden. Deze keer vind ik hem op de stortbak van de plee. God mag weten in welke situatie hij daar is terechtgekomen, maar daar wil ik het verder niet over hebben.

Ik neem op en een man zegt: ‘Met Jansen.’
‘Nou én?’ antwoord ik. ‘Moet je me daarvoor lastigvallen? Er zijn zoveel mensen die Jansen heten. Zo bijzonder is dat niet. En zeker niet zo bijzonder om me daar speciaal voor te bellen. Als je nou Dwergpoedel zou heten, kan ik nog begrijpen dat je daarvoor argeloze mensen gaat belle…’

Hij onderbreekt me lachend en zegt: ‘Zullen we even tot de kern komen?’
‘Ik wil helemaal nergens komen,’ zeg ik. ’En als ik al ergens zou willen komen, dan zeker niet tot een kern.’
‘Oké, oké,’ lacht hij. ‘Even opnieuw. Ik ben fractievoorzitter van die nieuwe partij die bij de laatste verkiezingen zoveel Raadszetels heeft gehaald.’
‘Fijn,’ onderbreek ik hem. ‘Zitten die zetels een beetje lekker? Ik heb ooit eens een zetel bij Ikea gekocht. Je wilt niet weten wat er van overbleef toen mijn hond er per ongeluk op gescheten had. De bekleding loste binnen een secon…’
‘Wacht nou eens even,’ zegt hij. ‘Wij hebben u een paar keer voor de lokale omroep uw columns zien presenteren. Bijzonder spitsvondig, vonden wij van de fractie.’
‘Dat valt wel mee hoor,’ zeg ik. ‘Waar ik over schrijf kun je in elke krant lezen. Alleen geef ik er een andere draai aan. Zo bijzonder is dat niet.’
‘Nou, ik moet zeggen, dat u de zaken aardig weet te formuleren en dat vindt de fractie ook. Daarom hebben wij besloten u te vragen voor een functie binnen onze partij. Wij, dat wil zeggen de voltallige fractie, zouden u graag willen uitnodigen om Raadslid te worden van onze partij, vanwege het wegvallen van een bestaand Raadslid.’
‘Doe dat dan, zou ik zeggen.’
‘Eh… doe wat?’
‘Mij uitnodigen om Raadslid te worden.’
‘Tja, zo komen we niet veel verder hè?’ zegt hij zuchtend.
‘Ik hoef niet veel verder,’ zeg ik. ‘Ik ben al waar ik wezen wil.’
‘O ja? En waar wilt u dan wezen?’
‘Nou gewoon, achter mijn gebakken aardappeltjes met appelmoes die nu overigens staan te rotten. Bovendien staat mijn biertje te verzuren door al dat oeverloze gezeik van jou.’
‘Dat is erg spijtig. U zou veel kunnen betekenen voor onze plaatselijke samenleving. Onze partij heeft behoefte aan mensen die twee bij drie kunnen optellen.’
‘Ja, daar heb je het al,’ zeg ik. ‘Van ’s morgens zeven tot ’s middags twee krijg ik nog wel een uitkomst als ik twee bij drie optel. Daarna wordt het moeilijker. Vraag maar aan de kroegbaas van mijn stamkroeg.
‘Zou u er toch eens over willen nadenken?’ dringt hij aan.
‘Tuurlijk, ogenblikje. Ja, ik heb er over nagedacht. Ik doe het niet.’
‘Mag ik ook vragen naar uw motivatie?’ vraagt hij.
‘Ja, hoor. Je mag alles vragen.’
‘Nou, wat is uw motivatie dan?’
‘Oké,’ zucht ik. ‘Op de eerste plaats ben ik een chaoot. Op de tweede plaats doe ik nooit aan compromissen. Op de derde plaats is jouw partij mijn bloedgroep niet. Op de vierde plaats moet ik niets hebben van dat politieke gekonkel, gedraai en gelieg. Op welke plaats was ik ook alweer? Wil je nog meer motieven? Of kun je hier even mee vooruit?’
‘Voor nu even wel ja,’ zegt hij. ‘Maar ik neem weer contact met u op.’

Diezelfde avond zit meneer Jansen in mijn stamkroeg. Toch wel dapper van hem. Om twaalf uur ’s nachts schijn ik overstag te zijn gegaan ‘ja’ te zeggen tegen Jansen. Kan ik mij niets van herinneren. De volgende dag kom ik weer in mijn stamkroeg, waar Kroegbaas mij begroet: ‘O Here, Here, daar hebben wij Minister-President Bier. Neem een biertje op mijn rekening, Excellentie.’ Hij begeleidt mij naar de stamtafel, waar twee in het pak genaaide zakenlui zitten.

‘Mag ik je even voorstellen?’ zegt hij. ‘Dit zijn Knabbel en Babbel. Twee architecten die wat dakkapellen gaan plaatsen. En ze gaan van de helft van mijn terras een parkeerplaats maken. Als jij nou even hier wil tekenen als kersvers Raadslid, dan hoef ik niet meer door die vergunningenmolen van de Gemeente heen.’

Gretig pak ik het formulier van hem aan en teken voor toestemming.
Onder mijn handtekening schijf ik: ‘In mijn hoedanigheid van Raadslid van de partij voor de Gemeente, verleen ik vergunning voor de verbouwing aan het pand van Kroegbaas, waarbij ik bovendien een subsidie verleen voor de helft van de kosten. Gaarne mede ondertekenen door fractievoorzitter Jansen.’
Ik geef het aanvraagformulier aan Kroegbaas en die zoent het formulier aan alle kanten.
‘Laat het even per express bij Jansen bezorgen,’ waarschuw ik hem.

Vermoedelijk zal Jansen vóór de dag om is mij wel bellen met de mededeling, dat hij - en met hem de voltallige fractie - nog eens heeft nagedacht over mijn kandidaatsstelling...

Schrijver: paco, 7 mei 2007


Geplaatst in de categorie: politiek

1.2 met 5 stemmen 622



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Fred
Datum:
8 mei 2007
Jansen heeft je stukje ook gelezen, gezien de hoogte van de "beoordeling". Krijg je nu ook wachtgeld ? Blijven schrijven, hee !!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)