Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Cokes in voorraad 4/4

Op alle zolderkamers waren de schuine hoeken van het dak afgetimmerd op ongeveer een meter hoogte. Daarachter waren diepduistere kastjes ontstaan waarin zich in de loop der jaren de stoffige herinneringen ophoopten.
Ik trok regelmatig op een regenachtige middag een kastje open op de kamers van mijn broers om er rond te neuzen tussen oude strips, boeken en tijdschriften. Ik was er op zoek naar de verborgen geheimen van hun leven, maar het was meer oud en vergeeld dan iets anders. Mijn broers waren kennelijk net zo braaf als ze zich voordeden.

De kasten van mijn zusjes waren ongetwijfeld heel wat spannender, maar die sliepen beneden op de eerste verdieping en daar durfde ik niet echt groot onderzoek te doen. Ik was er te laf voor. Ik keek al weg als ik per ongeluk een behaatje aan de waslijn zag hangen al had ik graag de fijne stof door mijn jongenshanden laten glijden, met broeierige fantasieën over hun prille lichamen, die juist in die tijd volop in ontwikkeling waren.

De enige vrouw die zich zonder gêne halfnaakt aan mij vertoonde was mijn moeder, wanneer ze zich ’s morgens aankleedde en ik toevallig in de buurt was. Ik zie haar nog voor me terwijl zij zich vooroverbuigt om haar borsten te schikken in haar beha, mij ondertussen ondervragend of ik mijn nagels wel schoongemaakt heb.

De nieuwe buren die wij er gratis bij kregen toen we verhuisden hadden al snel door dat het bij ons soms wat luidruchtig toeging. Soms belde de buurman ons op of het niet wat stiller kon. Wij zaten dan net in een heftig conflict, waarbij ik meestal degene was die de meeste herrie maakte. Het slaan van de deuren drong kennelijk gemakkelijk tot zijn rustige huiskamer door. Dat hij een zwarte kever, een zogenaamd brilletje, had maakte het er al niet beter op. Mijn vader had ooit ook in een kever gereden en had daar altijd rugklachten van terwijl hij zich opgejaagd voelde omdat de motor achterin geplaatst was. Nee, ik heb het nooit een aardige buurman gevonden. Het verbaasde mij dan ook niet dat zijn zoon hooghartig langs ons heen keek als we hem tegenkwamen. Waar bemoeiden ze zich eigenlijk mee? Hadden ze niet genoeg aan zichzelf. Zaten ze de hele avond in stilte naar elkaar te kijken zodat mijn geschreeuw wel erg gemakkelijk tot hen doordrong en ze eindelijk weer iets te doen hadden? Dit kan toch niet hè, zoveel herrie, we moeten echt even bellen. Het vervulde mijn moeder met grote schaamte als zoiets gebeurde en eerlijk gezegd was ook ik er wel van onder de indruk. Meestal bedaarde mijn woede al snel na een dergelijke opdringerige bemoeienis. Gelukkig verhuisden ze na niet al te lange tijd en kwamen er aardige mensen naast ons wonen.

Er was een andere Volkswagen die mijn moeder meer zorgen baarde. Hij was van een collega van mijn vader, zijn chef geloof ik, en hij stond ’s morgens in alle vroegte nog wel eens aan de overkant van de singel op de Melanchtonweg. De man controleerde dan of mijn vader wel op tijd naar zijn werk vertrokken was. Mijn vader, die vertegenwoordiger was in wijn, ging kennelijk niet altijd op tijd op pad. De stiekeme, maar toch ook doorzichtige manier waarop men hem meende te moeten controleren vervulde mijn moeder met zorg en mij met haat. Waarom kwam hij niet gewoon even langs om te vertellen dat het wel de bedoeling is op tijd te beginnen. Dat deze man eigenlijk een heel aardige man was, die ons op vrolijke vakantiekiekjes in ons fotoalbum vriendelijk toelachte en waar we van mijn moeder dus geen kwaad woord van mochten spreken, maakte het er natuurlijk ook niet beter op.
Hoe alleen moet zij zich gevoeld hebben in die tijd, toen zij al lang aanvoelde dat het met het werk van mijn vader veel minder goed ging, dan zij de buitenwereld wilde doen geloven. En hoe eenzaam moet mijn vader zich gevoeld hebben toen hij voor het eerst de hand aan de fles sloeg en de wijn dronk die voor de verkoop bedoeld was. Hoe anders was het misschien gegaan wanneer hij vertegenwoordiger in matrassen was geweest.

De andere buren waren heel wat vriendelijker. Ze waren al wel heel erg oud en grijs en het duurde dan ook niet lang voordat de man doodging. De gordijnen van het toch al donkere huis bleven een paar dagen lang gesloten en wij gingen op rouwbezoek. Het huis bleek van binnen ook erg somber, ook omdat de donkere kist midden in de woonkamer stond.

Een paar weken later belde de weduwe ons op. Ze ging verhuizen en of wij de voorraad cokes die zij in de kelder had liggen misschien wilden overnemen. Een paar avonden lang kropen wij in de donkere kruipruimte, met het zwarte gruis in onze neus en oren. We brachten de hele voorraad naar ons eigen kolenhok in het schuurtje. Het was eigenlijk heel spannend om zo met elkaar in de weer te zijn, want er moest echt hard gewerkt worden, maar tegelijkertijd voelde ik de sfeer van armoede over mijn huid kruipen. Het idee dat we deze kolen gratis kregen gaf een nare zwarte bijsmaak. De cokes brandde niet zo goed als Nootjes 4, maar het was voor niks en we hebben er toch mooi een hele winter van gestookt. En vaak als ik de kolenkit moest vullen, hoorde ik in gedachten de toepasselijke Kuifje-titel als een mantra herhaald worden: Cokes in voorraad, Cokes in voorraad…
En ik dacht er dan achteraan, het is een mooi album, maar je krijgt er wel zwarte handen van. Toen de buurvouw verhuisd was, kwam haar dochter met haar man en kinderen er wonen. Zo werd de dood verjaagd door kindergeschreeuw.

Schrijver: Ate Vegter, 14 april 2008


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 6 stemmen 267



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)