Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Dik

Wie heeft het niet meegemaakt met z’n kind? Een verkeerde opmerking, net luid genoeg uitgesproken zodat iedereen deelgenoot is.

Plaats delict: de buurtsuper. Mama heeft net de dagelijke boodschappen op de band gelegd en staat – gehypnotiseerd door de piepjes van de kassa – glazig voor zich uit te kijken. Ook Emir houdt zich rustig en kijkt verveeld om zich heen. Niets aan de hand, tot zijn ogen vallen op een man met fors wat overgewicht.

“Mam, die meneer is dik hè?” Op dat moment wil mama het liefst dat ze als een blikje tomatenpuree tussen de andere boodschappen lag. De enige gelijkenis tussen de tomatenpuree en mama was echter de rode kleur op haar kaken. De man draaide zich quasi nonchalant om waaruit op te maken viel dat hij het zeker gehoord had maar verder niet wilde deelnemen aan de opvoedende reprimande die volgde. Het bleef daarom beperkt tot een schamel: “dat is niet lief, Emir!”.

Op weg naar huis volgde een uitgebreid gesprek. Mama deed haar uiterste best om uit te leggen wat er niet goed was aan het woord ‘dik’. Emir was zeer onder de indruk. Het woord werd meteen uit zijn toch al beperkte vocabulaire geschrapt. Het was taboe. ‘Dik’ bestond niet meer.

In de dagen die volgden was Emir zeer alert. Als hij iets hoorde wat ook maar de schijn van het woord ‘dik’ had, verhief hij z’n stemmetje: “dat mag je niet zeggen!” Opa had het over ‘dikke vrienden’. Fout! Oma was een dik boek aan het lezen. Mag niet. Papa had iets dik voor mekaar gekregen. Oei oei oei! De nuance moest worden bijgebracht, zo ging het niet langer.

Na een paar weken had Emir het aardig door. Lucy (onze poes) is dik, een waarheid als een koe en dat mag dan ook gezegd worden. Bij twijfel vroeg hij steevast of hij in die situatie wel het gevreesde woord mocht gebruiken. Het grensgeval was een zwangere vrouw, die had immers ook een dikke buik, en dat mag je dan weer wel zeggen. Maar ja, dat onderscheid valt moeilijk te maken op vierjarige leeftijd.

Twee maanden later, terug bij de buurtsuper. Mama en Emir zijn druk bezig de voorraden thuis weer op peil te brengen. Emir heeft al lang in de gaten wat mama nog niet is opgevallen: iemand met een meer dan forse buik, wederom een man. “Mama, ik ken die meneer, ik weet hoe hij heet” fluistert hij op zachte toon. Hij weet dat het gevoelig ligt. Mama kijkt op en ziet de man verderop in het gangpad staan. Totaal onbekend.

“Oh ja?” vraagt mama verbaasd, “hoe heet hij dan?”

“Dick.”

Schrijver: Rob Ameerun, 3 juli 2008


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.7 met 6 stemmen 396



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Natasja Schreuder
Datum:
4 juli 2008
Geweldig genoten!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)