Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De verleidingsceremonie

Iedere keer weer is het een wonder als de printer begint met baren. Persweeën die niet tegen te houden zijn, hoe die ook kreunt en puft. Wat zou er deze keer ter wereld komen? Het is zo anders dan wanneer je de woorden op het scherm voorbij ziet gaan. Want zodra ik van papier begin te lezen zie ik met mijn geestesoog opeens het woord waar ik al zo lang naar zocht. Of plotseling weet ik dat een zin moet worden omgegooid. Of ik zie een woord waar een letter aan ontbreekt; weer overheen gelezen. Maar ook het gewicht zou de ene keer iets meer kunnen en dan weer wat minder. Ik weet opeens hoe het moet en begin opnieuw. Stapels A-4tjes liggen klaar om vernietigd te worden.

En wanneer ik ook achter mijn computer zit, met koffie, of een glaasje rode wijn, een pakje halfzware shag en mijn oude hond aan mijn voeten, voel ik me blij en tevreden.

Om me heen gaan mensen naar de meest exotische oorden. Ze zeggen te genieten en ik weet niet wat ik me daarbij voor moet stellen. De stress van alledag, die gecompenseerd dient te worden met het zwalken over de verschillende werelddelen. De troosteloosheid van het grote geld, dat met vliegende vaart moet worden uitgegeven. De vakantie moet slagen en er mag geen wanklank klinken. Het moet de kroon worden op een jaar hard werken. Maar wat te denken van de hordes psychologen en psychiaters, die elk jaar weer, overuren maken in die tijd.

De mensen weten niet hoeveel geluk er te vinden is voor een scherm en met het alfabet tot je beschikking. Al die letters die je naar eigen goeddunken op een plaats mag zetten, die jij verkiest. Het is een weelde, en vooral in de nacht. Als ik op weg ben naar mijn sponde kom ik een fractie van een seconde langs mijn werkkamer, waar ik die dag dan al heel wat uurtjes heb doorgebracht. En voor ik het weet heb ik het knopje ingedrukt en het kleine bureaulampje al ontstoken. Nog even, denk ik dan.

Ik heb uitzicht op de babyfoto van mijn kind, de Grote Van Dale, Het Kramers Woordenboek, de Encyclopedie, Het Stijlboek van de Volkskrant en het Groene Boekje met de laatste spelling. De naslagwerken, waar ik bij de geringste twijfel een beroep op kan doen.

Al bijna twee jaar lang pleeg ik roofbouw op mezelf en inmiddels zie ik er hondsmoe uit. Laatst keek mijn huisarts me onderzoekend aan. Ging het wel goed met me? 'Heel goed,' zei ik, en ik straalde boven mijn wallen uit. 'Het kon niet beter!' Ook al was ik moe van het turen en het denken. Van het schrappen en het schaven. Maar dat zei ik er niet bij. Hij nam de hoorn van de haak en ik vroeg wat hij ging doen. 'Even mijn assistente bellen,' zei hij, 'om te vertellen dat er iemand aan mijn bureau zit waar het goed mee gaat. Want dat hebben we niet vaak!'

'Maar je moet het toch wat rustiger aan gaan doen,' was zijn ernstig advies, en ik lachte hem vriendelijk toe. Wat wist hij van mijn proces? Het was alsof je tijdens een bevalling tegen de kraamvrouw zou zeggen: 'Stop er voor vandaag maar mee, want je bent moe. Morgen gaan we wel verder.' Nee, de goede man wist er weinig van, hoe geleerd hij ook door dat kleine brilletje van hem keek.

Ik zal zelf mijn grenzen in de gaten moeten houden. Maar dat is een eigenschap die ik niet bezit en waar ik ook nooit goed in zal worden. Eigenlijk heb ik een oppasser nodig, maar die heb ik niet. Ik heb wel een hond. Hij zorgt ervoor dat ik drie tot vier maal daags de bomen en de struiken zie; want hij moet uit. Maar wat moet ik dadelijk zonder hem? Zijn dagen zijn geteld.

En zo komen mijn verhalen tot stand. Storm en regen, waar ik niet van houd, deren me niet langer. Mijn troost staat in de werkkamer. En als de regen langs de ruiten glijdt, schijnt voor mij de zon. En als het prachtig weer is, dan ben ik nog gelukkiger, want dan is mijn huis een licht en vrolijk plaatje. Dan ga ik naar buiten, naar mijn terras, waar de planten en de bloemen vol staan van verrukking. Ik zit dan met pen en papier onder een grote parasol. Daar krabbel ik wat onleesbare zaken, die ik later die dag weer moet zien te ontcijferen.

En 's avonds, als de hond is uitgelaten en ik op weg ben naar mijn bed, begint opnieuw de verleidingsceremonie. Zachtjes langs lopen, heimelijk naar binnen kijken, dan binnensluipen, knopje indrukken, bureaulampje aan en een sigaret opgestoken. En als de asbak vervaarlijk vol is geraakt, het zwakke licht mijn ogen heeft doen tranen en de wijzers van de klok de kleine uurtjes hebben aangegeven, dan pas geef ik me gewonnen.
Dan druk ik op 'Start,' en node op 'Sluiten.'

En dan droom ik over schrijven en schrappen.
Schrijven en schaven.
Schrijven...

Schrijver: Areth, 5 augustus 2008


Geplaatst in de categorie: taal

3.9 met 12 stemmen 984



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)