Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Begrafenis

De zaal zit vol huilende mensen. Mijn moeder en ik op de voorste rij. Iedereen die ik ken is er. Is ze de enige die niet huilt? Zelfs Otto, die mijn vader niet kende, huilt. Mijn moeder moet de plechtigheid nu gaan leiden, ze kijkt emotieloos, ze ondergaat alles met eenzelfde rust die over haar kwam toen mijn vader haar voor de eerste keer sloeg.

Het had wel wat emotioneler gekund, het lijkt wel alsof ze hem helemaal niet mist, zo ernstig kijkt ze, zo makkelijk gaat het haar af de speech voor te lezen die ik voor haar heb geschreven. Want dat kon ze niet, zo vlak na zijn dood. ‘Schrijf jij maar’ zei ze, ‘jij studeert ervoor’. Ik had geen zin haar uit te leggen dat grafteksten schrijven nou niet bepaald iets was wat je leerde door een studie Nederlands aan de universiteit.

Ik moet iets zeggen, ik heb mijn eigen tekst voorbereid. Waarom ben ik zenuwachtig? Ik heb lang voor de spiegel gestaan, een stadium dat ik nu toch wel gepasseerd ben. Dat dacht ik, maar het complex blijft aan me vreten. Daarom heb ik geoefend in de spiegel, de spiegel lachtte me toe: ‘zo moet het’.

Mijn tante kijkt me vanuit haar rolstoel strak aan, ze weet wat ik nu doormaak, het gevoel kreupel te zijn, niet te kunnen lopen, maar ik heb mijn benen tenminste nog. Ik voel mijn benen bijna bezwijken. Ik ga weer zitten, mijn moeder streelt me zachtjes, ’goed gedaan’. Otto knikt, hij zal niets gaan zeggen, maar mocht wel van mijn moeder op de eerste rij.

Mijn tante rijdt naar voren, wil zij ook gaan praten? Ze zit al in een rolstoel, dus veel erger kan het voor haar niet worden. Ook zij heeft verdriet om haar broer, zo jammerlijk omgekomen, in de bloei van zijn leven, prachtige vrouw, geweldige zoon. Ze moest eens weten. Haar leed weegt nog steeds niet op tegen dat van mij, de last, de schuld, de wetenschap dat hij nooit meer terugkeert. Dan ben ik toch liever dement.

Nog steeds weet mijn moeder geen traan uit haar ogen te krijgen, ook al doet ze duidelijk haar best. Ze kijkt als een uitgeperste citroen, waar geen druppel zuur meer uit kan komen. Gelukkig heeft ze haar speech al gehouden, anders zou ze misschien gaan praten. Een onverwachte spreker, een jonge jongen die een gedicht voordraagt. ‘Wie is dat?’, vraag ik maar aan mijn moeder, want zij is ceremoniemeester vandaag, zij zegt dat het de buurjongen is. Ik heb toch liever een verre vriend dan zo’n buurjongen.

De ceremonie loopt ten einde, bij de koek en de koffie staan we nog eenmaal stil, maar niet lang, we moeten ook verder met ons leven. Otto is niet bij mijn moeder weg te slaan, ze denken zeker dat ik dat niet zie.

Ik hoop dat ik de honkbalknuppel die ik een paar dagen geleden heb gekocht terug kan vinden, ik zal die Otto eens wat laten zien.

Schrijver: Timber, 6 november 2008


Geplaatst in de categorie: misdaad

1.3 met 11 stemmen 1.171



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Timber
Datum:
8 november 2008
Even voor de duidelijkheid: dit is een fictief verhaal en is in geen enkel opzicht aan de aan mij gerelateerde werkelijkheid ontleend of daar op terug te voeren.
Naam:
Eva
Datum:
7 november 2008
Sorry Timber, maar jij weet waarschijnlijk niet hoe het is om geslagen te worden.
Mijn complimenten voor je moeder die ondanks alles in staat is om nog te spreken.
Persoonlijk zou ik spuwen op het graf van iemand die mij geslagen heeft.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)