Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De loods - verhaal over de Griekse oudheid. Deel 1

Nu de storm is geluwd en de rotsige contouren van de Ionische kust aan de einder zijn verschenen, lijkt er spoedig een einde te zullen komen aan de wonderlijkste oversteek over de Aegeïsche Zee die ik ooit als gezagvoerder van een koopvaarder heb meegemaakt. Alles aan boord is rustig. De enige geluiden die tot mijn hut doordringen zijn het klossen van de golven en de ritmische cadans van de roeiers die, drie rijen sterk, met hun riemen het water doorploegen. De paar uren die mij nog resten voordat we afmeren aan de kade van Milete, onze eindbestemming, zal ik gebruiken om verslag te doen van alles wat ons is overkomen sinds wij het anker lichtten in onze thuishaven Piraeus.

De eerste maanden van onze tocht verliepen voorspoedig. Met een frisse bries in de zeilen voeren we steeds oostwaarts over de Aegeïsche Zee. Tal van eilanden deden we aan om te fourageren en handel te drijven met de stammen die wij er aantroffen, sommige Griekssprekend, andere brabbelend in een barbaarse tongval, veelal nazaten van Feniciërs en Kretenzers die nog rond hun haardvuur dromen van een roemrijk verleden.

Reeds waren wij naar schatting vijftienhonderd stadiën gevorderd, toen het weer plotseling omsloeg en Poseidon met zijn Nereïden de wateren begon te teisteren. Dag en nacht waren wij in de weer om ons schip de 'Piraeus' op koers te houden. We slaagden er, zij het met moeite, in om te voorkomen dat het kapseisde. Desondanks brak op de vijfde dag het roer, zodat wij ons genoodzaakt zagen aan te meren op het eerste eiland waarnaar de immer razende Poseidon ons voortdreef.

Zoals de contacten met de ingezetenen ons spoedig leerden, waren wij beland op Thera, een eilandje ten noorden van Kreta. In ruil voor een aantal vaten met wijn waren de eilanders bereid ons schip weer zeewaardig te maken. Vlijtig timmerend aan het roer en de masten, die ook aanzienlijke schade hadden opgelopen, en elkaar onderwijl aanwijzingen toeschreeuwend in hun uitheems dialect, klaarden zij het karwei in drie dagen, zodat wij al spoedig onze reis konden vervolgen.

Bij stralend weer en weinig zeegang navigeerden wij door het eilandenrijk van de Cycladen. Af en toe verschenen er groepjes dolfijnen. Soms begeleidden ze ons schip een tijdje, waarbij ze sierlijke sprongen uitvoerden en snaterden dat het een aard had. Eén fors uit de kluiten gewassen exemplaar maakte er zelfs een spelletje van om ons schip telkens tot op enkele manslengten te naderen, waarna hij, wiebelend op zijn staart, een eindje met ons meezwom. De bemanning kreeg schik in het beest en een matroos sprong overboord in een poging het vrolijke dier te berijden zoals, naar men zegt, de Kretenzers in vroeger tijden deden. Maar na enkele duikelingen in het zilte water moest hij, onder het gejuich en gejoel van zijn collega's, zijn pogingen staken. Proestend en happend naar adem hees hij zich weer aan boord.

Na zo een week met gunstige wind en kalme zee te zijn gevaren, stak andermaal een storm op, heviger nog dan de vorige keer. Sombere wolken pakten zich boven ons samen en een gure noordenwind wierp ons ver uit koers. Toen wij na een doorwaakte nacht bij zonsopgang de ogen opsloegen over zee, waren wij getuige van het vreemdste schouwspel dat bij mijn weten ooit een sterveling heeft gezien.
Zo ver het oog reikte strekten zich kleine, bergachtige eilanden voor ons uit. Hun rotsige kusten, die steil oprezen uit de golven, waren gehuld in een blauwachtige nevel. Hoog daarboven ontwaarden wij de kegels van vulkanen. Ze brachten een dof gerommel voort en hulden de omgeving bij tijd en wijle in een vuurgloed, waarbij een kolkende stroom lava de hemel inspoot. Mijlen verder belandden de vuurregens sissend en spattend in zee.
Groepjes watervogels cirkelden krijsend over. Ze probeerden het eilandenrijk te ontvluchten, maar de noorderstorm wierp hen steeds verder terug. Reeds tuimelden er een paar, getroffen door gloeiende brokstukken, in de golven. Wij vreesden hetzelfde lot te zullen ondergaan en smeekten Poseidon om het dreigende gevaar af te wenden, maar er gebeurde ogenschijnlijk niets dat verandering zou kunnen brengen in onze hachelijke situatie; met grote snelheid stevenden wij op de werkende vulkanen af.

- wordt vervolgd -

Schrijver: Hendrik Klaassens, 26 februari 2009


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.5 met 2 stemmen 250



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)