Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Op sjiek

Dat het sjiek zou worden wisten we. Tenue de ville, lieve help. Woemi in een mantelpakje, dat kan je haar niet aandoen. Thuis loopt ze het liefst in een aftandse jogging. Gelukkig mag een nette jurk ook leest ze. Woemi verzint een creatie, die ze wijselijk niet van te voren aan mij laat zien. Een paarszwarte jurk, iets wits vesterigs erover en een oranje sjaal. Hoe verzint ze het.
"Dat zijn complementaire kleuren" weet ze. Goed, het staat haar keurig, dat moet gezegd. Ook mij maakt ze complimenten met mijn pak. Ach ja, ik ben ooit getrouwd geweest, het pak hing nog netjes en gestreken en gestoomd bij Mischa in de kast. Nu zijn we twee apen in pak.
Een feestje in Bentveld. Maakt nieuwsgierig, in zo'n huis kom je tenslotte niet elke dag. Maar dit? Dit is geen huis, zelfs geen landhuis, dit overtreft alles. We worden ontvangen in een enorme hal, waarin een enorme trap naar boven leidt, zo'n trap waarvan een vorst kan glijden.
Overal deuren en kamers, enorme bankstellen, grote boekenkasten. Met niks. Ik zie welgeteld twee titels. Een dubbeldikke catalogus van Gilbert en Sullivan, een boek van Käthe Kollwitz. Kunst dus. Maar waarom maar twee? En waarom juist die? Joost mag het weten. Ze liggen zorgvuldig op elkaar in de verder lege kast. Zorgvuldig neergelegd, een pose. Ik durf er niet in te bladeren.
Alhoewel er nog tijd genoeg is. Zorg dat je er om zeven uur bent is ons op het hart gedrukt. En parkeer om de hoek, ze mogen niks weten. Het feestvarken, een zoon van Cornelis, is uit eten gelokt en wij zijn uitgenodigd om zijn vijftigste verjaardag met een surpriseparty op te luisteren. Samen met andere vroege gasten dwalen we wat door de enorme hal en de kamers.
"Alleen al in die hal past mijn hele huis" fluistert Woemi. Ze is, hoe kan ook anders, onder de indruk. Dit is dus het huis waar zoonlief een bod op heeft willen doen, de kredietcrisis heeft het aantrekkelijk geprijsd, dit is zijn kans. Dacht hij. Maar de bank dacht anders. En dan waren er nog een stel Russen, die helemaal geen bank nodig hadden. Cash gaat er betaald worden. Twee, drie miljoen cash. Dan hoef je niet meer mee te doen aan de postcodeloterij, en je ook niet druk te maken om de beperking van de hypotheekrenteaftrek. Hooguit om de daling van de olieprijs, want daarmee wordt het betaald. Zeggen ze.

Cornelis is er blij mee. Volgens hem is het zoon een beetje naar het hoofd gestegen. Misschien, ik kan niet in zijn portemonnee kijken. Ook al te groot als de kids de deur uit zijn. Misschien is dat gemopper alleen maar kinnesinne van de oude man die ergens niet kan hebben dat zijn zoon hem overvleugeld heeft. Goed, de grap gaat niet door, de Russen hebben zoon met oliedollars de pas afgesneden.
Zijn tenue de ville komt te overduidelijk van de Wehkamp, en Charlotte, al jaren hetzelfde mantelpakje. Het feestvarken is inmiddels met veel bombarie, lichten uit, allemaal stil, via een andere ingang binnengesluisd. Verrast kijkt hij op zijn gasten neer, en staande op de trap houdt hij een geïmproviseerde toespraak. Hij vermoedde wel iets. De kinderen zeiden geen gedag. Zijn dochter bedelde niet om geld.
Dat geld en die creditcard komen ook in het lied weer terug.
"Volgens mij houdt ze daarom van hem" zegt Woemi. Ze voelt zich niet thuis, in deze wereld van glamour en glitter. Ze trekt zich terug in van de vele kamers, babbelt wat met Charlotte. Ze geloven het wel, de dames.

"Oud geld, altijd fijne mensen" beweert Charlotte.
Ik hoor ondertussen wat heren aan. Het gaat over verre reizen, over snelle auto's en werken in het buitenland. Overal zijn vrouwen, overal is drank, ook in Arabië. Juist daar. De landheer doet wat in onroerend goed, dat ging leuk maar nu. Het bouwbedrijf van pa kraakt eronder. Het is dat ze volgende week vijftig jaar bestaan. En dat de ouwe ervoor is gaan liggen. Anders waren de eerste vier er al uitgevlogen. Fijne mensen, ja.
Een man, oud geld of nieuw geld ik weet het niet, vertelt van zijn aluminiumhandel in de Oekraïne. Op een avond, het is weer zo'n feest met veel drank en eten zoals het hoort daar heeft hij er genoeg van. Geen probleem, een taxi wordt geregeld. Met twee bodyguards. Ze begeleiden hem tot in het hotel.
"Tijd om ermee te stoppen" weet hij. Een maand later heeft hij zijn bedrijf verkocht. En valt de regering. Joestenko aan de macht, in dat kamp lagen zijn contacten niet bedenk ik me.

Tijd om te gaan, terug naar mijn vijftig vierkante meter met tweedehands koelkast en tv. Gelukkig. Charlotte en Cornelis hebben een chauffeur nodig, en met graagte werp ik me op. We schrijven wat in het gastenboek, in de hoek. Daar staat een enorme grafsteen, met een naam. Annabel. Vreemd, een grafsteen in de hal. Maar Charlotte weet alles. Het kleine meisje dat we hebben zien huppelen, dat is een dochtertje van het stel. En die leuke jongen? Dat is een zoon. Maar de oudste, dat was Annabel. Dood aan kanker, net als haar eigen echte Woemi.
Ik voel het kippenvel bij mijn Woemi. Tot zover vond ze het machtig en prachtig. Nu niet meer. De gastvrouw komt afscheid nemen. Ineens zie ik geen geld, zie ik geen stijf mantelpakje. Zie ik een warme, hartelijke vrouw, die Charlotte omarmt en voorzichtig meeneemt.
"Kom, uw auto staat klaar"
Moeders die een kind moesten verliezen. Nu begrijp ik Käthe Kollwitz, in die verder bijna lege boekenkast. Naast zo'n verdriet mag niks anders zijn. Als mijn Woemi toch haar jongen zou verliezen? ik ben bang dat ik haar naar het gekkenhuis kan brengen.
"Mooi. maar ik zou toch voor geen goud willen ruilen" zegt ze stoer, zoals iedereen het zegt, zoals je het haast hoort te zeggen. En voor een keer zijn we het roerend eens.

Schrijver: jorrit, 12 maart 2009


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.0 met 5 stemmen 192



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)