Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Mannen van staal

Verdomd, dat lijken wel de zoons van. Ik kijk naar de foto in het Volkskrant magazine. Allemaal mannen van staal, ja dat moeten wel de zoons zijn van.

Ik lees de naam: Kieftenbeld. Nee, zegt me niks, het is ook te lang geleden. Maar als ik het artikel lees verdwijnt de twijfel: de oren, ja de enorme flaporen van Kieftenbeld, daar had Woemi het ook altijd over. Een joviale man met een brede lach, die zich niet door zijn beroerte uit het veld had laten slaan. Na veertig jaar IJmuiden nog steeds hoorbaar allochtoon, uit het oosten geloof ik, of het noorden, wat doet het er toe. Een man van staal, van de Hoogovens die IJmuiden en zijn inwoners bestaansrecht gaven.

Ze zitten aan ronde tafels, een stuk of zes bij elkaar. Als je komt wordt erover nagedacht waar je moet zitten. Daarna moet je het er maar mee doen. Steeds dezelfde koppen, tot je dood aan toe. Dat doet de teamleidster, Konijn. What's in a name.

In de flat doet Woemi haar na, handen in de zij, de benen iets elkaar gepoot, de voortanden altijd een beetje bloot.
Wat een tang, dat Konijn. Wel goed voor een uurtje vrolijk vermaak, want Woemi is goed in nadoen. Met geaffecteerde stem doet ze dames van stand na, madame de Pompadour en mevrouw Ondersteboven. Dames van stand, komend uit Driehuis, akkoord geen Bloemendaal, Bentveld of Aerdenhout, maar toch heel wat anders dan IJmuiden.

En nu door hun handicap veroordeeld om hun laatste levensjaren te delen met mannen van de gestampte pot.
Hier wordt niet gemekkerd, hier wordt niet gezeurd, hier moet je gewoon aanpakken. Daar zijn de handdoeken en washandjes, en beginnen maar. Nog zes, nog vier, nog twee, effe opschieten ja, met de koffie moet iedereen uit bed gejast zijn. En de koffie, die gaat gewoon in een grote kan, een zooitje melk en suiker erbij, geen gezeur, veel weten toch nauwelijks meer wat ze drinken.

Dan schuif je aan zo'n tafel en helpt er een of twee die het niet zelf kunnen met drinken. Iemand doet de bedmensen. Een hapje pap hier, een hapje pap daar. Vaak verslikken ze zich. Dat maakt de meesten voorzichtig. Dan maar wat minder. Ongelofelijk op hoe weinig een mens kan blijven leven. Vegeteren eigenlijk, want langzaam komt het einde dichterbij. Kieftenbeld laat zich niet helpen. Die schuift alles met zijn ene nog werkzame arm met smaak naar binnen. Schrokken is het bijna. Een keer verslikt hij zich vreselijk. Hij loopt pimpelpaars aan. Woemi gaat achter hem staan en past de Heimlich greep toe. Een stuk koek schiet over de tafel en Kieftenbeld is van een wisse dood gered. Dan is het koffie en roken. Wat moet je anders, de hele dag?

Woemi draagt voor uit haar studieboek: is er iemand die nog defaeceren wil? 'De watte' zegt er een. 'Of je nog schijten moet' zegt Kieftenbeld, en tegelijkertijd schiet hij in zijn onbedaarlijke, bulderende lach. 'Ja ik' zegt De Bruin. Als ze boos is omdat ze niet duidelijk kan maken wat ze wil heeft ze haar reuma knuistjes hulpeloos ten hemel en begint ze te schudden in haar stoel. Een koddig gezicht is dat. Woemi lacht dan maar wat. Als er tijd is vanmiddag gaat ze wel een eindje met haar rijden. Het is 'n mooie maar nog koude voorjaarsdag. Maar wat ze ook probeert, De Bruin moet geen jas aan. Woemi voelt de ogen van half Driehuis in haar rug geprikt.

Voor poepen is 't trouwens nog te vroeg. Dat doe je na het eten. Worden ze in een rijtje opgesteld voor de wc, twee staan er klaar om je erop te slingeren, waarna je rusten mag. Als het te lang geduurd heeft, is er altijd nog een luier. En meer werk voor Woemi. Na een week of wat weet ze al niet beter. Takelt ze De Pompadour in de lift zodat ze hangend boven de pot af kan gaan. Woemie eet er een appeltje bij, kwebbelt wat met de voorname dame.

'Je moet maar even toucheren', vraagt ze, na minutenlang tevergeefs bungelen. Woemi doet een handschoentje aan en haalt de poep naar buiten. Mijn God, het lijkt wel een paard, wat een bolus.
De striemen staan in haar benen als ze teruggezet wordt in haar stoel, maar de matrone is opgelucht, dankbaar zelfs. Ze liggen elkaar niet die twee, maar toch, ze heeft allang gezien dat het een goeie is, dat blonde jongensachtige ding met die kortgeknipte haren. En ze deelt haar mening met het Konijn.

'Niet zo gelukkig hè', klaagt mevrouw Ondersteboven als Woemi haar wat te hard in bed keilt. Even opschieten, kan ze misschien met Kieftenbeld naar Ajax kijken.
Huilen en dat ene zinnetje, dat is zo ongeveer het enige wat ze nog kan. Normaal probeert Woemi nog wat. Zingt ze even een liedje, of bekijkt wat foto's met mevrouw. Nu moet het maar even. het geheugen is vaak maar kort, het verdriet net zo en pijn kan de smak eigenlijk niet gedaan hebben.

Ajax, wat zou de Uruguyaanse dribbelaar nu weer voor ze in petto hebben? Een mooie draai om zijn as in het strafschopgebied, een leep hakballetje of een prachtige passeerbeweging? Ze nestelt zich naast Kieftenbeld op het bankje. Net op tijd gelukkig. Ze trekt haar ene been onder haar gat, samen steken ze er een op. Ze zijn er klaar voor.
'Met je poten op de stoel, dat doe je maar thuis' bast het Konijn. Waar komt die nu weer vandaan? Woemi schrikt ervan en trekt haar been gauw terug.
'Had je trouwens niet allang naar huis gemoeten?' voegt ze er nog aan toe als ze wegbeent. Ja, ze heeft het goed gezien, het is een goeie, een kordate harde werkster, met het hart op de juist plaats. Alleen die vlegelachtige manieren, dat moet beter.
'Gelukkig, die is weg' zegt Kieftenbeld. Tevreden trekt hij aan zijn sigaret.
Naar huis? Woemi is thuis.

[Voor de serie 'Het paddenjong' is dit een vervolg op 'Verder']

Schrijver: jorrit, 23 maart 2009


Geplaatst in de categorie: mannen

3.0 met 5 stemmen 252



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)