Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Postbode dan maar?

Rond mijn veertigste werd het, wegens mijn scheiding, noodzakelijk om weer werk te gaan zoeken. In het verleden was ik werkzaam geweest als collationiste/correctrice en later werd dat typiste.
Zou ik met zo’n zeven jaar ervaring misschien kunnen herintreden?

Een vriend attendeerde mij op een advertentie voor postbode. “Lijkt me echt iets voor jou. Zo’n lekker vrij beroep. Gewoon doen joh!"

Eens kijken. Goed voor je conditie, een hoop frisse lucht en lekker zelfstandig. Post sorteren hoort er niet bij, alleen rondbrengen dus. Hm…

Je zou geen last hebben van een baas die in je nek staat te hijgen, terwijl je in allerijl probeert een brief te typen, waarvan het handschrift net zo goed van een dokter had kunnen zijn: geen touw aan vast te knopen dus. Om nog maar niet te spreken van zinnen die zijn doorgestreept, met daaronder horizontale streepjes (deze dus: - - - - - - ). Wat dus betekent dat de tekst alsnog gehandhaafd dient te blijven. Vervolgens is de 4de alinea omcirceld, met daaraan vast een lange pijl die eindigt tussen alinea 1 en 2. Alinea 4 promoveert, en wordt dus alinea 2.
Dan ergens verderop in de tekst een V-teken. Hetzelfde V-teken in de kantlijn, met een lap tekst - waarin ook weer het een en ander is doorgestreept en bijgeschreven - dat er tussen geplaatst moet worden. Natuurlijk weer in dat onmiskenbare handschrift. Kunt u me nog een beetje volgen?
Bij een eerste aanblik zinkt de moed je in de schoenen, gaan je handen trillen en breekt het zweet je spontaan uit: geen antitransparant die daar tegenop kan!

Stel: je zou in dit geval even baas boven baas mogen zijn. Je neemt de brief in je handen, werpt er nog één minachtende blik op, maakt er een mooie prop van, zodat je die met een sierlijke zwaai in het rond archief (ander woord voor ronde prullenbak met gat erin) kunt deponeren.

Natuurlijk ben je niet de baas en de one and only staat nog steeds achter je rug. Hij, die het nou eenmaal voor het zeggen heeft, zijn meesterwerk mag niet onderschat worden.
Hij kijkt je meewarig aan en ontmoet jouw wazige blik, je ogen die spontaan even van links naar rechts rollen (de brutaliteit…).
Subtiliteit is niet bepaald zijn sterkste kant en van andermans gevoelens is hij zich niet bewust.

Terwijl hij driftig met zijn wijsvinger prikt op zijn rommelige concept, bromt hij: “jongedame, kijk dan even mee! Dat verplaats je gewoon naar boven, die zin moet weg en…,” hij verschuift zijn leesbril en zegt: o, nee, ik heb er streepjes onder gezet, en....”
“Dat bedoel ik dus”, mompel ik. “Wat zei je daar?” zegt de baas.
“Ik zei: dat bedoelt u dus.”
Inmiddels heeft hij een boterham met pindakaas te pakken. Wat een stank! Schijnbaar plakt het nog al aan zijn verhemelte, hoewel ik hem vaker heb horen smakken; deze keer kan ik het echt niet verdragen, zo dicht bij mijn oor!
“Aan de slag,” besluit hij met volle mond.

Afijn, na een zenuwachtig wissen, weer terugplaatsen etc. en het bestand opslaan, geef ik de computer een printopdracht. Helaas, het is mijn dag niet. De papierlade is weer eens leeg en na een pak nieuw papier begint de printer driftig te ratelen. Er komen drie andere concepten van collegae uitrollen, die nog in de wachtrij stonden.
“Die van u komt zo meteen,” zeg ik ter geruststelling, zo te zien is hij over het kookpunt heen, althans dat zou je denken…

Achteloos gooit hij de concepten, bestemd voor zijn collegae op een tafeltje naast de printer.
Nadat hij de laatste kruimels met een driftig gebaar van zijn mouw veegt, trekt hij zich terug in zijn imperium.
Ik rek me eens flink uit. Dit is de zoveelste keer dat ik die vermaledijde brief heb aangepast! Zou het nu dan eindelijk zijn goedkeuring kunnen wegdragen?

Ik sta op van mijn stoel om naar het toilet te gaan. Dan met een wilde zwaai gaat de deur van de baas open. Ik draai mij om en kijk in zijn nijdige, rood aangelopen gezicht. Zijn lichaam trilt van woede en hij briest: “Wel allemachtig! Hier komen jij! Weet je wat hier staat? Nou, goed dat ik het zie zeg! Had ik even voor gek gestaan op die vergadering!”

“Wat staat er dan?” zeg ik laconiek.

“De erectie van de afdeling, dat staat er! Ja, je hoort het goed, de erectie van de afdeling! Waar zit jij dan met je gedachten, jongedame! Ik ga naar het toilet en als ik terug kom ligt het op mijn bureau, anders zwaait er wat!”
Stamp, stamp, harde klap! De deur is dicht, hij ligt nog net niet uit zijn voegen…

We zijn verdeeld in kantoortuintjes, alsof we hier te kampen hebben met een ernstige vorm van ADHD. Ik heb er een bloedhekel aan en zie het als een verkapte vorm van privacy. De hele toko heeft dus meegenoten! De hele gang trouwens ook dat kan niet anders!
Ik zie de erectie niet meer staan, want mijn ogen hebben zich gevuld met lachtranen. Ik rol mijn bureaustoel naar achter en leg mijn hoofd op mijn benen. Al snikkend weet ik zélfs niet meer of ik nu lach of huil!

Onze ‘tuin’ heeft zich gevuld met een lachsalvo. Dan volgt een daverend applaus!
Ik haast mij naar het middenpad en maak een nederige buiging. “Dank u hartelijk! En nou stilte, anders zijn jullie vanmiddag nog een collega kwijt. SST dit moet eerst af!!!”
De leidinggevende van de type-tuin komt aansnellen en zegt: “meid, zo’n leuke collega kunnen we niet missen. Haal een bak koffie en neem een sigaretje, dan zorg ik wel dat het in orde komt!”
“Dank je Lien, je bent een schat!” En met een laatste buiging verlaat ik plechtig het toneel.

Ok, postbode lijkt me zo gek nog niet! Vastberaden pak ik de telefoon en tik het nummer in dat bij de vacature staat…

Schrijver: Els van Gaalen, 28 juli 2009


Geplaatst in de categorie: werk

2.6 met 12 stemmen 973



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)