Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De eerste bundel van Gerhardt

Eigenlijks bedoel ik 'Stralende aanhef', een boek over 'Kosmos', de eerste bundel van Ida Gerhardt. Een eerste bundel is veelzeggend en betekenisvol, dat heeft Frans Berkelmans goed verstaan. In zijn voorwoord legt hij vooral de nadruk op de heelheid van deze bundel, 'zoals er in een horloge geen radertje gemist kan worden.'. Frans Berkelmans, een benedictijnse priester, is zeer deskundig te werk gegaan, hij spit werkelijk zo diep hij kan en met halve waarheden neemt hij geen genoegen. 'Voor Ida Gerhardt', zo schrijft hij, 'is haar kunstenaarschap een spiritualiteit'. 'Een postmoderne wereld, waarin de tijd meer 'ruimtelijk' als een altijd actueel gebeuren wordt beleefd, zou meer belangstelling voor Ida's poëzie kunnen hebben ( blz. 76 ). Kortom, wat Ida doet is het met liefde transformeren van het Woord ( logos ) dat vlees ( aards ) geworden is, poëzie in deze zin is een goddelijke taak, die zij zeer nauwkeurig en integer uitvoert. Hier bereiken we de mystiek, die zich door haar hele werk heenslingert als een onzichtbare streling van God de Vader, zijn zachte baard, warm om als een kind in te slapen en grijs ten teken van wijsheid. 'Wij kozen soberheid tot bondgenoot,- en uur na uur draagt ons zijn gave aan, wij rijpen als de vruchten, als het graan in't goede leven tot de goede dood.'. Uit: 'Tuin van Epicurus'. De vorm is gedragen en vergt misschien wat meer moeite om toegang te vinden tot haar beeldtaal, maar daar staat tegenover, dat de diepgang van haar verzen meer de moeite waard zijn, dan menige moderne lyriek. De bundel 'Kosmos' is kosmisch qua structuur en inhoud, met als centrum-gedicht 'Miniaturist', een goudklomp binnen het geheel aan parels. Het zou kunnen verwijzen naar een vorige incarnatie van Ida, in ieder geval is het een diepzinnig zelfportret. De ontboezemingen bijde twee Kerstnachtgedichten heb ik ademloos gelezen, waar het lijden van de mens ( Ida ) subtiel uit de doeken wordt gedaan, ontrafeld, ontmaskerd, op een geniaal warmbloedige manier. Uiterste troostverschaffing. Dichten is het baren van goddelijke kinderen, van nieuw leven: 'Wij luist'ren: hoorbaar, op ons ademen bewogen, stuwende en gestadig is het eigen leven verborgen arbeidend; totdat het diepst verlangen tot rust wordt in het woord. Dan ligt voor onze ogen de vorm, waarin het trillende is ingevangen.'. Uit: 'Kosmos'. Als een goed ontwikkeld geesteskind van haar diepbeminde ex-leraar J.H. Leopold ( de dichter van 'Cheops' ) bouwt Ida in dezelfde sfeer ( de goede antwoorden schrijft ze openlijk over ) een geheel eigen oeuvre op, dat zijn weerga niet kent. Dichten is een genadevorm, als de zuivere iconografie, waarbij ik moet denken aan Johannes op Patmos en in het Oude Testament is daar natuurlijk de dichter/koning David, aan wiens werk Ida een later deel van haar leven wijdde. Ook voor Ida is God de Eerste Dichter ( Eenheid ), die niet te evenaren is, zij kan slechts met een aandachtig oor de influisteringen van de poëtische engelen opvangen. Wij mogen blij zijn met het feit dat er van tijd tot tijd zulke sensibele mensen op aarde zijn, maar ook dat is het Werk van God. De kunstzinnige mens kan zich afsluiten of openstellen, dat laatste heeft Ida volop gedaan, in de geestestoestand van het vrije kind, maar ook als een intelligente tovenares, die haar eigen alchemie zorgvuldig uitdraagt en geheim houdt, wat paradoxaal klinkt, maar het niet is. In de natuur ziet zij de weerspiegeling van haar geest. 'Kosmos' gaat in zijn geheel over het scheppingsproces van de dichter/kunstenaar en dankzij de analyserende opmerkingen van Frans Berkelmans ontstaat er een waardevol beeld over de zinvolle en algemeen ondergewaardeerde rol van ( religieus ) dichterschap, waarbij we moeten bedenken dat we leven in een tijd van liefdeloze vervlakking en poëzievertrapping, maar niet geheel. Dit boek bewijst dat er nog diepgang mogelijk is, door ons te gaan verdiepen in de oorsprong van alle ware schepping. Verder is dit boek een getuigenis van de pijloze kloosterzuster, die Ida in wezen was ( ook hierin radicaal liberaal, een religieus leven zonder institutionele, gezaghebbende kloosterregels ), het genoemde 'Miniaturist' indachtig, waar de auteur met integriteit en door een gepassioneerde zielsverwantschap zorgvuldig aan gewerkt heeft. Eerlijk ontvankelijk zijn voor het mysterieuze leven, met respect voor alle vormen en in deemoed voor God's overkoepelende wijsheid, intens en inspirerend, zo wil ik dit geesteswerk van Berkelmans typeren. Het zingt als een harmonieus koorgebed. Gezien de schaarse tijd die een monnik overhoudt voor individuele doeleinden, is dit een extra lofwaardig monnikenwerkstuk. Het uitleggen en benaderen van gedichten is een vak apart en een apart vak, gedrevenheid en dat kunnen overbrengen is daarbij een noodzaak, Berkelmans slaagt hier formidabel in. Franciscus inspireerde Clara en andersom, hier heeft Ida ( Clara ) voornamelijk Frans ( Franciscus ) geïnspireerd, die na ruim een halve eeuw nieuw leven in de 'Kosmos' heeft geblazen. 'Er is een scherp herkennen van elkaar en dan komt zij langs het smalle klinkerpad gelopen,- maar keert nog terug en stoot de stroeve huisdeur open. Dit ogenblik - wat tellen zòveel bitt're jaren?'. Uit: 'Thuiskomst'.

Schrijver: Joanan Rutgers, 19 oktober 2009


Geplaatst in de categorie: taal

3.0 met 1 stemmen 326



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)