Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Vaders verhaal

Joost zag hoe zijn vader steeds meer achteruit ging. De eerste dagen van zijn ziekte had hij nog weinig problemen. Maar na een week werd hij kortademig en verloor hij zijn eetlust. Daarna kwamen de pillen die hij moest slikken. En nu zat of lag hij want lopen ging steeds moeilijker.

Zijn jongste zusje hoefde nog niet naar school en liep de hele dag naar hem toe om te vragen of hij wat nodig had. ‘Papa wil drinken,’ zei ze dan tegen zijn moeder. Sinds zijn ziekte had zijn moeder voortdurend die bezorgde blik. Drie keer per week kwam de dokter langs. Er kwamen ook veel mensen op bezoek, vooral familie. Een paar dagen geleden waren er ook wat collega's gekomen van zijn vaders werk. Hij werkte in de autofabriek maar hij was nu al drie weken thuis. Dat was nog nooit gebeurd. Joost kon zich geen dag ziekte van zijn vader herinneren. Altijd ging hij om zeven uur naar zijn werk en meestal was hij om vijf uur thuis.

‘Joost kom eens hier.’ Zijn vader wenkte hem. ’Moet je kijken Joost, nu laat mijn duim ook al los.’ Behendig als altijd deed zijn vader de duimtruc. De duim van zijn linkerhand omklemde hij met de rechter. Met een van pijn verwrongen gezicht haalde hij met zijn rechterhand heel langzaam het topje van zijn linkerduim eraf. Het topje zat dan tussen wijs- en middelvinger van zijn rechterhand. Die duimtruc kon hij nog steeds even goed. En ook nu lachten ze er allebei hartelijk om.

Natuurlijk wist Joost dat zijn vader ernstig ziek was. De anderen wisten het ook, hoewel ze er weinig over spraken.
‘Joost,’ zei hij, ‘wat hebben we het ontzettend goed samen. Het enige wat ik graag anders had willen doen is mijn werk. Ik had zo graag schrijver willen worden. Je weet dat ik het heb geprobeerd.’

En dat wist hij. Avonden lang had hij zijn vader zien schrijven. Uren achter elkaar. Meestal boven, soms in de woonkamer onder de lamp aan het bureautje. En al die jaren had zijn vader zijn verhalen verteld. Ze zaten dan ademloos te luisteren. Hij kon het goed. Verzinnen en vertellen. Maar al die jaren had zijn vader ook brieven gestuurd. Naar uitgevers en tijdschriften. Of ze zijn verhalen wilden hebben. Urenlange gesprekken had hij gevoerd aan de telefoon. Maar nog nooit hadden ze een verhaal van zijn vader willen plaatsen. En toch was hij al die jaren doorgegaan met schrijven en vertellen.

Nu hij ziek was, schreef hij niet meer. Wel luisterde zijn vader veel naar de radio. Hoorspelen had hij altijd al mooi gevonden. Veel leuker dan tv kijken. ‘Bij een hoorspel moet je de beelden zelf bedenken en dan heeft ieder dus zijn eigen verhaal,’ zei zijn vader.

Op de avond dat ze bezig waren de kerstboom te versieren stond de radio ook aan. Zijn vader luisterde en dommelde wat. Ze zouden dit jaar echte kaarsen in de boom doen.
‘De verhalenwedstrijd heeft veel inzendingen opgeleverd. Volgende week dinsdag zullen de beste verhalen worden voorgelezen door de winnaars,’ hoorde Joost de omroepster zeggen. ‘Daar wil ik zeker naar luisteren,’ zei zijn vader, ‘helpen jullie me alsjeblieft onthouden zodat we het niet vergeten. Volgende week dinsdagavond.’

De studio was in rep en roer zoals altijd bij een live uitzending. Het tweede verhaal was zojuist voorgelezen en uitgezonden.
‘Oké, muziek.’ De regisseur was niet helemaal tevreden maar was dat eigenlijk nooit bij een live uitzending. ‘Vorige jaren,’ zei hij tegen zijn assistent, ‘hebben we de verhalen niet live uitgezonden maar opgenomen. Met live weet je nooit precies hoe het zal gaan.’ Toen riep hij in de microfoon: ‘klaarmaken voor het derde verhaal!’
‘Telefoon voor jou,’ riep zijn assistent.
‘Hoe bedoel je, er staat een jochie bij de receptie!’ riep de regisseur in de hoorn. ‘Geen tijd… nou geef maar even dan ….ja, ik …maar……oké, ik kom wel even.’

Hij wachtte zenuwachtig maar vastbesloten. Hij zou niet weggaan voordat hij zijn doel had bereikt.
‘Nou, hoe je dat voor mekaar hebt gekregen, meneer Verkuilen komt eraan,’ zei de portier.
‘Zo,’ zei de regisseur, ‘dus jij wilt een verhaal vertellen, vertel op, wat is dat dan voor verhaal?’ Joost had de vraag verwacht en antwoordde in een lange zin de reden van zijn komst.
‘Kom mee, ik zit in een live uitzending we praten wel onderweg naar de studio.’ Aangekomen bij de lift vroeg de regisseur: ‘maar wat wil je dan vertellen, jongen?’
‘Ik wil gewoon mijn vaders verhaal vertellen. Ik moet het gewoon doen. Nu vanavond.’ De regisseur en Joost keken elkaar aan.

‘Oké, Joost vier tellen na nu … het laatste verhaal van vanavond.’
Hoe hij het deed… hij wist het niet. In het begin was het moeilijk maar na een paar zinnen was het alsof alle woorden zo op de ruit van de studio waren geplakt. Hij hoefde maar te lezen. Hij vertelde gewoon het verhaal van zijn vader. Hoe hij al die jaren hard had gewerkt. Elke ochtend vroeg op naar de fabriek. 's Avonds schrijven. Hoe prachtig hij kon vertellen. En hoe zijn verhalen steeds en overal werden afgewezen. Hoe ze in het weekeinde met zijn allen gingen fietsen. Of iets anders doen wat leuk was. Hoe hij altijd wel een raad had, een verhaaltje of een grapje. Over zijn ziekte en wat er allemaal daarna was gebeurd.
‘Vanavond,’ zo vertelde Joost verder, ‘zal mijn vader luisteren. Hij schrijft niet maar luistert. Naar zijn eigen verhaal.’

Het was laat in de avond toen Joost werd thuisgebracht. Het was bijna donker in de slaapkamer van zijn ouders. Zijn vader lag op bed. Hij wenkte hem. Toen hij dichtbij was trok zijn vaders hand hem voorzichtig tot bij zijn vaders mond.
‘Een goede verteller ben je, schrijver word je…,’ fluisterde hij Joost toe. Toen nauwelijks hoorbaar ‘... ons verhaal gaat verder.’
Geluk las hij in zijn vaders ogen. Geluk zag hij op zijn vaders gezicht. En zo zou hij zich zijn vader voor altijd herinneren.

Schrijver: George Knottnerus, 19 december 2009


Geplaatst in de categorie: kerstmis

4.6 met 30 stemmen 2.033



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)