Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Opgedoken brieven van Arthur Rimbaud (2)

Weet je trouwens al dat ik nu Arabisch leer, uit de Koran van mijn vader, ik bedoel, die mijn vader vertaald heeft. Dit heb ik zelf bedacht en ik geniet er erg van, bijna net zoveel als eerder van de sprookjes ( van Grimm, Andersen en Perrault ) met hun boeiende oerbeelden. Lees jij nog veel avonturenboeken? ik heb er steeds minder tijd voor en van mijn moeder mag ik alleen zinvolle dingen lezen. Ik doe maar zoveel mogelijk wat zij van me verlangt, dat levert de minste moeilijkheden op. Het is soms echt een gek mens hoor, zo onredelijk en koppig als de pest. Ze is een slavin van haar roomse geloof, dat irriteert me nog het meeste, dat gesmijt met bijbelteksten en vrome beleringen, alsof ze zich een heilige waant, hoewel ze als verzuurde non in een slotklooster niet zou misstaan, natuurlijk als moeder-overste, dat wel. Weet je, ik haat de kerk en alles wat daarmee samenhangt, ze geven ons een onvolledig beeld van de mens, uit onwetendheid of eigenwaan. Ik huil innerlijk heel wat af, altijd dat pijnlijke gehamer op een christelijk en deugdzaam leven! Een mens is zondig moet je geloven en Jezus wordt er op agressieve wijze ingedramd, men laat je geen keuze meer, eerst word je flink beteugeld, heel eenzijdig, vervolgens moet je nederig knielen en je minderwaardig voelen, zodat er niets anders overblijft dan een monddood gemaakte marionet. In deze kerkmuurvaste ellende zit mijn moeder gevangen, toch zit ikzelf ook in deze huiveringwekkende klem, maar in gedachten smijt ik de vette priesters van hun kansels en uit ik een stevige antiklank, een verwarring, een tegengif, een openend gebaar van geestelijke bevrijding! Dit broeit er in mij, mijn beste, al zou je het niet zeggen he, als je mij zo ziet op school en in de kerk, zo verzorgd en keurig in de kleren, zo voorbeeldig op allerlei fronten, een mens zou er tureluurs van worden en dat word ik dan ook. Volmaaktheid bestaat niet, dat slaat trouwens op alles wat mij kwelt in deze stormachtige tijden in mijn binnenste. Soms wandel ik langs onze oude huizen, door de Cours d' Orleans, door de rue Bourbon, daar woonde ik graag, en langs de rue Napoleon, genoemd naar die kleine, vechtlustige rakker! ook mijn geboortehuis aan de rue Thiers, nummer veertien, vergeet ik dan niet op mijn reis in het verleden. Ik jat een appel uit een kar of ik slenter wat doelloos langs de winkels, waarin de dure spullen mij zinloos voorkomen. Wij als arme jongens kunnen alleen maar met uitpuilende ogen staan te apegapen voor de winkelruiten van de rijke volwassenen. Markt op het Place Ducale vind ik heel amusant, al die uitgestalde waren, al die schuifelende mensen op een kluitje, het fruit wat op de grond valt, de rumoerigheid, de rokerige stank, de vele kleuren, de vele stemmen, zalig vind ik dat, dan vergeet ik even mijn moeder en de strengheid van school- en kerksystemen. Soms gaat Frederic met me mee de stad in, maar we durven steeds minder, want we krijgen van onze moeder steeds grotere straffen. Het is een hel, een ware hel. Ze wil niet dat wij opgroeien voor galg en rad, ze doet er alles aan om dat te voorkomen, want zo waarschuwt ze ons, anders kunnen jullie straks met oom Charles meegaan, zwerven en zuipen, nutteloos zijn en vergaan. Ik dagdroom meer en meer naarmate mijn moeder steeds veeleisender wordt, alleen zo kan ik haar ontvluchten. Ik droom van warme landen en veel avonturen. Ik wil vrij zijn, net als mijn vader. Welnu, ik ben echt niet meer bijzonder dan jou, dat wil ik niet beweren, maar die vreemde spanning in mijn lijf, dat duidt op een abnormaal proces, nee, geen abces, grapjas, een onderhuids vulkanisme, dat vroeg of laat gaat uitbarsten! Ik heb het ei van Columbus ontdekt, de lyriek zal mij redden uit de wraakzuchtige klauwen van de overal woekerende, burgerlijke sleur. Ik zal een dichter zijn, een nieuwlichter, een baanbreker! Die eigenwijze Lheritier zal nog opkijken van mij, let op mijn woorden! trouwens, mijn moeder ook, al is die niet zo snel van haar stuk te krijgen, dat weet je. Overigens, heb je nog wat nieuwe boeken voor me te leen, want die ik laatst van je kreeg heb ik al uit en ik smacht naar meer voedsel. Ik heb maar een geweldig stel hersens in mijn boerenkop, vind je ook niet? Heb je wel eens iets van de Parnassiens gelezen? ik wel en ik geniet van hun mooie gedichten, hun mooie stijl. Ik wil ook schrijven zoals hen, zelf werelden uitvinden en geen voorgekauwde kost slikken. Ik duik overal in alsof het een verfrissende zee betreft, ik woel erin alsof het een warm nest van donzige veertjes is en ik maak nieuwe wendingen in oude vormen, ik kom er gelouterd en verlicht weer uit te voorschijn. Waanzinnig, zoals ik ervan geniet om bijvoorbeeld Horatius om te smeden in mijn hexameters. Weet je dat Lheritier jaloers op me is, hij is in feite maar een doodsaaie leraar, die gevangen zit in dode materie, niet iemand die dieper weet door te dringen naar de ware ziel van studie en kunst. Ik heb wat ruzie met Frederic vandaag, hij wil me niet de boeken, die ik hem vorige week geleend heb, terug geven, maar ik weet toch wel waar hij ze verstopt en zodra hij naar beneden gaat, pak ik ze terug, er zit ook nog een boek van jou bij, dus. Vitalie en Isabelle, mijn jongste zusjes, zijn vaak zo druk, dat stoort me erg bij het lezen, maar ik hou wel veel van hen hoor, net als van Frederic overigens.

Schrijver: Joanan Rutgers, 2 juni 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.2 met 4 stemmen 161



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)