Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Askruisje halen.

De pastoor bij wie ik het askruisje haalde heette pastoor Snoek.
Hij kon in het geheel niet zingen noch spreken, hij kon geen geluid voortbrengen.

Zijn mondgedeelten bewogen als een eeuwig biddende vis en zijn lippen werden dan weer heel dik en opgezwollen als een eeuwige lieve vis en dan weer rond als van een wit engeltje. Iedereen was blij met pastoor Snoek,maar meer dan twintig hoogbejaarden kwamen er niet in de kerk. Hoe hij het voor elkaar kreeg wist niemand , pastoor Snoek die ook al 81 jaren was zorgde ervoor om elke doordeweekse zondag een heel koor in de kerk te krijgen al dansend voor de Heer uit Congo, Ruanda, Mozambique. En hoe hij dat elke week voor elkaar kreeg samen met twee hoogbejaarden, het is een wonder, ook al omdat pastoor Snoek zo arm was door zijn ziekenhuisbezoek.

Waar hij kreupele mensen bezocht met hun benen hangende aan wielen aan het plafond, ogen vol met zeeppoeder waarmee ze niets meer konden zien, afgebrande handen, met slechts nog polsen als uiteinden, en met grote groene en blauwe zweren op de borsten, blazen op de rug en met blauwe tenen waar het bloed nog nauwelijks kon komen. Aan vele slangen en zuurstofflessen. Ach wat een leed!
Maar als pastoor Snoek hen troostte kregen ze weer dromen in de nacht in hun dan verduisterde ziekenhuiskamer, kregen dan weer lieve Dromen van God.

En nu mocht ik bij hem het askruisje halen. Ik naderde hem nu heel voorzichtig en met heilige schroom. Boven tegen het hoge plafond aan brandden de halogeenlichtjes. Als blinkende naalden sprong het scherpe licht over de zondaars. De kerk telde welgeteld twee gebrandschilderde ruitjes. Een was een gewone witte ruit in een blauwe verfbus gedompeld en de ander ook een gewone witte ruit maar dan voor de verandering in een rode verfbus gedompeld.
Had ook wel iets. De rode ruit heette het bloed der heiligen,de blauwe ruit heette in de heilige schoenendooskerk het altijddurende gebed der onnozele vissen voor God en voor ons.

Ik naderde de kazuifel van pastoor Snoek. Hij keek lief naar mij. Ik herinner mij dat een heel oude vrouw in de kerk met een hele stevige ijzeren haarbijeenhouder in haar haar, het leek wel een strijkijzer wat ze in haar haar droeg mij in vertrouwen vertelde dat op de gewone maandagmiddag zij en haar vriendin gewoon waren de groene plantjes voor het altaar van de roomse kerk te verzorgen. En dat het dan gebruikelijk was dat pastoor Snoek maar dan in het zwart, in zwarte toog aan het bidden was waarbij hij twee meter hoog in de lucht zweefde vlak onder de hologeenlampjes. Mijn vriendin vervolgde de oude vrouw vroeg dan met een klein gebedje wat het beste cadeau was voor haar jarig kleinkind.

En toen schrokken wij want meteen daarop strooide de zwevende pastoor Snoek op zijn knieën in diep gebed met de mooiste kleurpotloden met mooi geslepen punt in wonderlijke kleuren. Hij zei dan dat Jezus haar gebed had verhoord en dat Jezus en Maria hem kleurpotloden had gegeven op zijn priesterschoot afkomstig uit het timmermanswerkplaatsje van Sint Jozef. De kleurenloodjes vervaardigd door de goede Jozef met behulp van zijn lieve God.

Maar goed de jonge lui willen er niets van weten. Waarom niet, vroeg ik. Dat vinden ze flauwekul verhalen, ze vinden het getrut, ze willen pillen en andere directe behoeftebevrediging. Ze willen flikkerende lampen, love me, en luv me, het is alleen maar luve me en luve you en pillen en kauwgom onder de tong bij hen. En wiet en hennepteelt, het is toch allemaal wat! Nu ik kreeg nu van de heilige pastoor Snoek het vastenkruisje eerbiedig op mijn voorhoofd gesmeerd. En u ook oude vrouw? Ja, ik ook antwoordde de oude vrouw. En u ook andere oude vrouw,ook in de kerk? Ja,natuurlijk, ik ook hoor, dat hoort gewoon zo! En u ook heel oude vrouw met een mooie zij wat verregend gezicht met een plastic zwemmuts op en een mooie vrouwenrok aan, heeft u ook al askruisje gehaald?
Ja, en ook een voor mijn man! Oh, neem mij niet kwalijk, uw hoofdsluier lijkt een beetje op een badmuts! Oh geeft niks jongen, het is ook een eerbiedwaardig hoofddeksel voor mij zondares in de kerk!

Mijn voeten voelden steeds zachter aan en mijn stem verdween toen ik de heilige pastoor naderde voor mijn askruisje.
Ik hoorde hem zeggen dat ik bij de oude heel nare zieke hoogbejaarden moest blijven aan hun laatste slangen, aan hun allerlaatste misschien nog beter worden infuus.
Blijf er voor hen zei hij non-verbaal tegen mij. En neem hun huisdier stiekem mee naar hun ziekenhuis, onder je trui, moet je wel heel stiekem doen vlak voordat je de man tegenkomt voor de ponsplaatjes of vrouw voor de ponsplaatjes achter de computer van het ziekenhuisloket, die mokken en zeuren altijd tegen lieve honden en alles wat vlooien heeft en laat dat lieve huisdier even op bed bij die hele oude man aan zijn laatste slangen, met ogen vol zachte onbekende angst, van waar ga ik naartoe zo meteen en wrijf zacht over zijn voeten die aan het verlammen zijn.

En zei hij blij met allerlei vormpjes die hij maakte met zacht uitstulpende lippen als een eeuwig zoete biddende vis, u heeft gebeden om de kroon te mogen ontvangen van Maria haar Wijsheid, schenk aan iedereen dit verlossende gebedje.
Doe je dat? Ja hoor pastoor Snoek; Goed zo mijn jongen! En probeer zoveel mogelijk te leven op korstjes brood en zacht en zoet Nederlands water uit de Nederlandse kraan. Gedenk de dood, ook u zult vallen in de schoot, uit een schoot zij u gevormd en tot een diepe schoot zult u wederkeren. Nu smeerde hij de gebrande gezegende palmbladeren op mijn voorhoofd in de vorm van een kruis.
Onder veel kaarslicht, zeer hoge kaarsen wit op standaards, en nog hogere kaarsen ook wit op standaards zag ik het grote kruisbeeld met het lijdende Lichaam van onze Lieve Heer voor ons. Ik ben Hem Dankbaar.

Schrijver: cornil, 9 maart 2011


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 5 stemmen 258



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)