Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Vergetelheid

Ellen Vaandrager heeft een zware jeugd gehad, haar ouders waren streng gelovig en zaten boordevol geboden en verboden. Iedere zondag moest zij verplicht mee naar de kerk, waar ze de doempreken over het wereldse moest zien te verwerken. 'Wij staan wel in de wereld', bromde de predikant, 'maar we zijn niet ván de wereld!'. 'Je bent natuurlijk een uitverkorene, hé, brombeer!', dacht Ellen. Haar sluimerende verzet werd meer en meer onhoudbaar actueel. Ze begon rare gezichten te trekken, als ze het ergens niet mee eens was, waardoor de mensen rondom haar dachten dat ze niet helemaal in orde was. Dat was nu precies haar bedoeling, de mensen op een verkeerd spoor zetten, ze om de tuin leiden, ze voorliegen zoals ze haar dat geflikt hebben, die dikke schreeuwlelijkerd op zijn kansel in de eerste plaats. Ze verzon wraakacties, hoe ze een sluipschutter in ging huren, die dan vanaf het balkon met zo'n rood lichtje eerst op zijn zwarte toga schijnt om vervolgens met enkele schoten de religieuze praatjesmaker naar het Walhalla te helpen. Ook zag ze het voor zich dat het antiekbruinhouten preekgestoelte in de fik werd gestoken door twaalf Ku Klux Klanners (de vermomde discipelen), zodat er terecht wraak werd genomen op al die onschuldige heksen, die uit onwetendheid zijn verbrand. En ze had de vreselijk sterke fantasie om gewoon op te staan uit de kerkbank, naar de verbouwereerde voorganger te lopen en hem gewoon de keel dicht te knijpen, zonder dat diakenen of anderen zouden ingrijpen. 'Ik doe even wat een ander allang had moeten doen!', voor de microfoon zeggend, 'laten we gewoon doorgaan met de dienst en psalm veertien aanheffen!'. 'Die verdomde ouderwetse taal!', dacht ze vaak, 'dat maakt wel duidelijk hoe de zaken ervoor staan, man, wat een vervelend conservatief gekliek!'. Door de week had ze gefeest met andere rebellen uit haar dorp, ze zweerde bij alcohol, omdat dat de hersenen afbreekt, wat ze juist wilde, want ze wilde alleen nog maar haar ellendige thuissituatie vergeten, haar geheugen rigoreus aantasten. Ze was een wandelende tijdbom, dat kwam omdat ze nooit adequaat haar woede naar haar tirannieke ouders had geuit. Dat durfde ze niet echt, want ze was bang voor hen en ze hadden haar al zo vaak laten weten dat zij de baas waren. God, wat voelde ze zich opgesloten thuis. Haar aangepaste deel lag overhoop met haar rebellerende deel, ook dat nog. Ze kon heel aangepast-lief doen, maar dat wreekte zich altijd weer via onaangepast-wreed doen. Tussen die tegenpolen zwalkte ze heen en weer. Doordat ze wiet ging roken werd haar gedrag helemaal bizar en onvoorspelbaar, grillig en ineens tegengesteld. Ze begon te hallucineren, waanbeelden te creëren, ze werd sterk paranoia en kwaadaardig met oogkleppen. Ze begon wartaal uit te kramen, waardoor haar ouders haar naar een psychiater stuurden, die al gauw ontdekte dat ze een persoonlijkheidsstoornis had, een vrij ernstige, borderline was de conclusie, een psychiatrische stoornis, die verschiet van het een naar het ander, van manisch-depressief naar schizofreen, van narcistisch-gestoord naar autistisch, you name it. Zeer ongrijpbaar en onbehandelbaar en daardoor niet in trek bij het gilde psychiaters. Ellen kreeg anti-depressiva voorgeschreven en daar voelde zij zich op den duur wel wat beter bij, zij het dat ze niet zonder de alcohol en de wietverslaving kon, want dat dempte haar emotionele pijn extra sterk. Ze had wel eens een vaste vriend, maar nadat de lol van de fysieke eenwording eraf was, werd ze grommend depressief en banaal hysterisch, waardoor ze die tijdelijke al te close band met een ander wel moest stopzetten om niet kapot te gaan in zichzelf. Want dan kwamen de verdrongen herinneringen ongewild bovendrijven en dat betekende rood alarm. Om haar zielsbehoud moest ze dan wel de handdoek in de ring gooien en de verlangens naar intieme liefde opofferen voor de drang tot overleven. Nu ze bijna veertig is en zichzelf in eenzaamheid in balans weet te houden, zonder verwarrende relaties, die teveel van haar zenuwgestel vergen, tezeer een mijnenveld blijken, lijkt ze zich in haar wrede lot te schikken, maar niets is minder waar. In het geheim smeedt ze snode plannen met zichzelf, ze flirt met 'the big sleep', zoals men de dood wel noemt, de uiterste vergetelheid. Ze pusht anderen ertoe om haar te killen, want dan is zij uiteindelijk niet verantwoordelijk en kleeft haar bloed aan de handen van een ander. Kan ze zelfs haar doodsverlangen vergeten, zich er niet schuldig om voelen. Heeft ze handig het gebod 'Gij zult niet doden!' omzeild. O, die kerkistische trauma's van haar! De hellevuren van het protestantisme die haar kinderziel vermorzeld, gemangeld en vermoord hebben! Haar artistieke ziel gekluisterd hebben, sadistisch mishandeld, inhumaan weggemoffeld. Wie zou niet alles op alles zetten om zulke nazistische wandaden te willen vergeten! Ellen verdrinkt in haar verdriet en niemand die het ziet. Dat wil ze ook niet, ze sluit zichzelf af van de andere mensen, ook al is ze nog zo sociaal bezig, in wezen is ze een complete handreiking naar de dood, zo in en indroevig en veel te ver heen voor welke hulp dan ook. De puzzel van haar identiteit ligt aan gruzelementen, het is haar inderdaad gelukt de totale vergetelheid te bereiken, maar nu ze daar eenmaal is, wenst ze zo af en toe een troostrijke arm om haar bibberende schouders, wat uitblijft en waardoor ze verder wegzinkt, alsmaar verder naar dat ene fatale moment, wat ze zolang mogelijk heeft uitgesteld, met al haar krachten en slimmigheden, maar omdat ze zich uiteindelijk echt niets meer kan herinneren, valt die laatste stap haar toch niet al te zwaar. Een oude vriendin vindt haar afscheidsbriefje: 'Ik ben vergeten wie ik was, wie ik ben en wie ik zal zijn. Wie niemand is, kan beter maar weg zijn!'. Vol tederheid en met tranende ogen sluit de vriendin haar zielloze, maar prachtige ogen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 17 mei 2011


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.7 met 3 stemmen 137



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
kees niesse
Datum:
23 mei 2011
Email:
c.h.niessekpnplanet.nl
Hallo Joanan, een interessant verhaal, maar wel ingewikkeld voor mij, die alleen lager onderwijs heeft genoten. Ik heb wel aan algemene ontwikkeling gedaan door veel boeken te lezen. Vlak na de oorlog moest ik van mijn ouders meteen bij een baas gaan werken.
Ik kan mij de ellendige toestand van Ellen wel voorstellen, hoeveel geloven zijn er wel niet. Ik ben niet gelovig opgevoed, maar ik heb wel hier en daar in de bijbel gelezen en volgens mij kan je het woord God veranderen in het woord Liefde en dan heb je nog het Kwaad van de Duivel. Eigenlijk heel eenvoudig, maar was het maar zo. Waarom zijn er zoveel geloven en afscheidingen daarvan.
In Urk heb je dertien kerken, en ze lezen allemaal in dezelfde bijbel, maar leggen die weer anders uit door een of andere passage.
Liefde is heel mooi, maar volgens mij zijn er veel soorten liefde, bijvoorbeeld liefde voor vrienden, voor vreemden, voor God enz. Als ik de mensen beschouw zijn er mensen die liefde laten zien, maar gelijk zijn het egoïsten, ze denken alleen aan zichzelf en doen net voor anderen, dat ze liefde laten zien, maar vaak in hun eigen belang.
Jouw verhaal graag gelezen.
Naam:
Günter Schulz
Datum:
19 mei 2011
Email:
ag.schulztiscali.nl
Zonder de zeggingskracht van het verhaal te willen afzwakken (ik weet te weinig over het onderwerp psychologie), vind ik juist dat psychologische aspect uitmuntend onderstreept door:

- af te zien van de mogelijkheid het verhaal te voorzien van alinea's,

- de in het slechts uit één tekstblok bestaande geheel een grote diversiteit aan feiten als parels aan een ketting te rijgen,

- de snel wisselende beschreven situaties met een messcherpe woordkeuze een bepaalde spanning mee te geven,

zodat men zich, het geheel zonder onderbreking in één adem te hebben gelezen, bijna buiten adem met de situatie kan identificeren en ook een zekere beklemming voelt die het verhaal uitstraalt.

Graag gelezen Joanan.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)