Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bevrijd in Italië

(voor Elizabeth Browning (1806 - 1861))

Je ploeterde maar voort, ondanks je slechte gezondheid, de poëzie was je kleurrijke redding in een sinistere woning, waar je bullebakvader de dienst uitmaakte. Hij had je in de wraakzuchtige tang, hij bezeerde jou met zijn onverwerkte trauma's. Terwijl je in de achtertuin naar de vogels keek en luisterde, voelde je zijn jaloerse blik vanuit de antieke keuken. 'Elizabeth!', schreeuwde hij in de achterdeur, 'zet eens een lekkere, verse pot thee voor me! met verse muntblaadjes graag!'. Bang voor zijn dwingende stem, deed je onmiddellijk wat hij wenste. Hij overheerste het hele gezin, soms hoorde je je moeder huilen in haar slaapkamer, terwijl manstout grote pullen met sterk bier naar binnen goot, meestal in zijn stamcafé 'My rule counts', waar hij dan waggelend en lallend van terugkeerde, zijn vrouw als een angsthaas veinzend dat ze sliep. Meestal gromde hij nog wat, maar soms wroette hij zijn vrouw wakker voor een dronken wip en als jouw moeder dan tegenstribbelde, dan kreeg ze slaag, maar iedereen in zijn huis zweeg daarover. Hij had aparte gewoonten en flamboyante kleren, in zijn vrije tijd schreef hij aan een weergaloze roman, zei hij, maar hij wilde nooit zeggen waarover die roman dan ging. Vermoedelijk zat hij in zijn studeerkamer van de cognac te nippen en rookte hij zijn grote voorraad sigaren op, zonder één woord te schrijven. Hij had geen kwade dronk, maar hij was kwaadaardig van nature, gelukkig dat hij zich lamlendig dronk, anders had hij zijn hoogstsensitieve dochter nog meer geterroriseerd en onderdrukt. Hij zag haar als zijn bezit, net als zijn vrouw, hij eiste dat zij hem gehoorzaamden en niemand anders. We hebben het over de achttiende eeuw, waarin de vrouwen nog als tweederangs burgers beschouwd werden, althans door een groot gedeelde, onderontwikkelde macho's. In die kille sferen schreef jij in een geheim schrift je ontroerende gedichten met een sierlijk handschrift. Soms kwam je vader als een botterik naar binnen stormen. 'Wat schrijf je daar?', vroeg hij, 'denk je soms geheimen voor mij te kunnen hebben?'. Hij trok het schrift uit je handen en zei: 'Wat een onzinnige rotzooi zeg, denk je daar wat mee te kunnen bereiken? Je lijdt aan hoogmoedswaanzin, ga liever de nieuwe eieren ophalen en bak een stevige omelet voor mij en je moeder!'. Dat deed je dan, maar je stuurde wel je gedichten naar tijdschriften, waardoor je in contact kwam met de dichter Robert Browning, zes jaar jonger, een knappe verschijning en vermogend op de koop toe. Hij had al gauw door hoe tiranniek jouw vader je behandelde, hoe meedogenloos en ongevoelig, zonder een greintje van inlevingsvermogen of echte, onvoorwaardelijke liefde. Toen je veertig was, trouwde je met Robert, die je zo goed als ontvoerd had uit je ouderlijke huis, waar je niet meer dan een onderdanige slavin was geweest, beschimpt om je poëtische brouwsels, maar Virginia Woolf heeft je later geëerd. Robert en jij gingen in het poëtische Italië wonen, waar jij tot grote lyriek kwam, bevrijd van je grootste en gemeenste onderdrukker, die overigens nooit meer van zich liet horen, uiteindelijk overwonnen door zijn talentvolle dochter, die godzijdank haar laatste vijftien jaren in opperste gelukzaligheid beleefde, omringd door heerlijk geurende en kleurende bloemen en uitgestrekte wijngaarden, bloeiende fruitbomen, smakelijke steenovenpizza's, knoestige olijfbomen, zwierige rokken, de nachtelijke passie van haar dichter, een koel briesje rond het hete middaguur, basilicumaroma's, liters olijfolie, wijn uit de streek rondom Venetië, met verse luchtbellen, avondwandelingen langs avocadobomen, kiwibomen en ritselende nachtdieren. Toen je op je vijfenvijftigste in Florence de laatste adem uitblies, zag je je vader vallen van een zeer hoge rots, hij gooide zichzelf te pletter langs de Engelse kust. Robert heeft je nadien zodanig gekust, dat je eigenlijks voor hem de dood had moeten omzeilen, de loef afsteken, in de maling nemen. Zoals hij je kuste bij die sierlijke fontein voor die artistieke kerk nabij de Arno. Hij keerde terug naar Engeland, maar jij was terecht voor eeuwig bevrijd van dat Alcatraz.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 juni 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.2 met 5 stemmen 317



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)