Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Angstdroom

Het is maar zelden dat ik een droom kan onthouden, maar deze keer was het goed raak en zat ik er letterlijk en bewust in gevangen. Ik bevond me ergens in een bepaalde wijk van Amsterdam, lange straten, korte, benauwde steegjes. Ik liep langs een hoog en rijk flatgebouw, waar ik getuige was van een moord, de moordenaar zag dat ik hem herkende, terwijl hij zijn flatdeur inliep. Ik stond bij zijn rode Porche en vluchtte direct weg. Zijn handlanger achtervolgde me, want die bevond zich in dezelfde straat. Ik moest heel hard rennen om die gemene crimineel voor te blijven. Ik was een gevaarlijke getuige voor hen en dus jaagden ze mij hartstochtelijk op. Ik vluchtte een patatzaak in, waar ik een patatje met mayonaise bestelde, terwijl er een angstaanjagende figuur binnenkwam. Nog voordat ik mijn eerste frietje wilde opeten, gooide hij vreemde poeders op mijn gezicht, zoals men in India wel doet tijdens een bepaald feest, maar dit had duistere motieven, hij wilde me smerig maken en tot paria slaan. Het plastic bakje met de hete aardappelstengels viel pardoes op de stenen grond, de patatboer vloekte, maar ik was al weer hard rennend door de nauwe straten met overal vreemde snoeshanen. Ik zag Chinese hoeren bij elkaar, pooiers die mij aanklampten, ik zag homoplaatsen, waar de sfeer echt heel dreigend was, ik zag Afrikaanse hoeren met hun billen schudden, de mannen er omheen met bierblikken luid de boel opjuinend. Doordat ik zo vervuild was en ondervoed keek men overal zwaar op mij neer. Ik rende weer langs een frietzaak, waar de eigenaar demonstratief een heet frietje in de lucht liet bungelen. De Sadist! Ik moest mijn uiterste krachten aanboren om door te rennen. Ik belandde in een vermagerde groep heroïnehoeren, die in een verstikkende cirkel om mij heen gingen staan. Eén van de heroïnehoeren had het gezicht van de handlanger van de betrapte moordenaar. Huurmoordenaars achtervolgden mij, bang dat ik hen zou verraden aan de politie. Enge homo's drongen zich opdringerig op, in hun achterzakken zaten automatische pistolen en vlijmscherpe stiletto's. Ik zag Pier Paolo Passolini eveneens hard en buiten adem voorbij snellen. 'Hé Grutte Pier!', schreeuwde ik, 'wat is dit voor vervloekte nachtmerrie?'. 'Ik weet het niet, waarde collega, ik heb die koppensnellers ook niet besteld!', antwoordde hij hijgend en gekweld. Ik kreeg beelden door van zijn uiteindelijke noodlot. Ik kotste in een zwarte gracht. Ik kreeg telefoon van mijn moeder. 'Moeder! Ik zit in Amsterdam en ze achtervolgen me omdat ik een moord gezien heb, zorg dat je de Amsterdamse politie inschakeld, want dit zijn echt linke broeders!' 'Ik dacht dat je gewoon rustig in Gouda zat, maar we vernamen al maanden niets meer van jou, dus begonnen we ons zorgen te maken!' 'Bel nu verdomme die politie! Mijn leven hangt aan een zijden draad!', perste ik er nog uit. Ik schokte maar door, totdat ik ineens mijn jongste broer ontmoette, ik legde hem alles in sneltreinvaart uit en we snelden naar het dichtstbijzijnde treinstation. We moesten nog twee uren wachten op de juiste trein. Mijn broer ging me vermommen met een supermodern laserapparaat, hij maakte mijn tanden langer, wat ik weigerde en hij gaf me een dikke snorbeharing, maar terwijl hij dat deed verscheen er een enge achtervolger, ze waren dus met meerderen, deze herkende mij en dus sloegen mijn broer en ik weer op de vlucht. Via duistere straatjes vol roodverlichte, schaarsbeklede, buitenlandse jongedames, belandden we op de Dam met dat lelijke standbeeld, we besloten naar het Hoofdstation te rennen, wat een juist besluit was, want we zagen tientallen achtervolgers ons spoor naderen. Gelukkig bereikten we onze trein naar de veiligheid, uithijgend lagen we met onze benen op de treinbanken. We zouden heel veel friet gaan bestellen in onze volgende stopplaats, naast vele liters bier. De conducteur vroeg om onze kaartjes, die we zeer opgelucht tevoorschijn haalden en overhandigden. 'Deze kaartjes zijn ongeldig!', zei hij en we zagen dat de betrapte huurmoordenaar in een uniform van de NS zat en dat was het laatste wat we te zien kregen, want het snellere roofdier knalde ons genadeloos af. Nu dwalen onze geesten rond snackbars en café's. Toen de moordenaar van ouderdom stierf, sprak hij oog in oog met God af dat hij als patatboer terug wilde keren om ons levenslang van gratis patat te voorzien. God sloeg hem in het onbetrouwbare gezicht. Zijn volgende incarnatie werd terecht geweigerd en niet omdat hij het Nirvana had bereikt. Wij werden cheetah's.

Schrijver: Joanan Rutgers, 29 juni 2011


Geplaatst in de categorie: geweld

-1.0 met 1 stemmen 143



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)