Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Dolende dramaticus

(voor Franz Grillparzer (1791 - 1872))

Je woonde als kind in een oud, romantisch huis aan de boerenmarkt, waar je samen met je moeder Anna Franziska groente, fruit en kaas kocht, terwijl je vader Wenzel als liberale advocaat elders in de stad zijn werkzaamheden verrichtte. Hij was een teruggetrokken, mysterieuze man, die helemaal opging in de natuurwonderen, terwijl je moeder nerveuze zenuwtrekken vertoonde en aan overspannenheid leed. Ze kwam uit een muzikale familie, waardoor ze jou ook muzieklessen gaf, wat je zeer waardeerde. Op je tiende ging je al naar het gymnasium, waar je werd ingewijd in de wereldliteratuur. Met name Schiller klikte met jouw gevoeligheidsgraad en rond je zestiende begon je dramatische verzen te schrijven en je begon te studeren aan de universiteit van Wenen, waar je gepassioneerd voortploeterde, maar ook met schuine ogen naar de verlokkelijke vormen van de vrouwelijke studenten loerde. Er ging een bonte, wellustige wereld voor je open. Je ontmoette Beethoven, samen met je moeder, die vanaf de overloop naar zijn pianospel zat te luisteren, maar toen hij dat ontdekte, werd hij gemeen kwaad en kapte hij zijn pianospel, totdat jullie terug naar Wenen gingen. Op je achttiende stierf je vader, wat een enorme klap voor je was, want je wilde hem zo graag overtreffen, maar die race had opeens geen waarde meer. Op je twintigste stopte je met je universiteitsleven, ook genoodzaakt door de opgelopen schulden, waardoor je het echte leven indook als bibliothecaris, kamergeleerde en privé-leraar. Je leende boeken uit, als kamergeleerde was het het verstandigste om in je kamer te blijven en de privé-lessen bij de studenten-aan-huis leverde veel geld op. Geen wonder dat je een Biedermeier-dichter wordt genoemd. Als klerk bij het ministerie van Financiën verdiende je nog beter, maar saai, kerel, god, wat vervelend! Op je zevenentwintigste werd je keizerlijke toneeldichter en directeur van de keizerlijke archieven. Kássá! Je botste met de nationalistische censuur, waardoor je erg zwaarmoedig werd en een sterk aan zichzelf twijfelende neuroticus. Tien jaar na de dood van je vader maakte je moeder, zwaar depressief en uitzichtloos, een einde aan haar leven. Omdat je ook nog een mislukte relatie te verwerken had, reisde je naar andere landen om te herstellen, maar je kon niet voor je depressiviteit vluchten, het vergalde je leven overal. Rond je dertigste ontmoette je de negen jaar jongere Katharina Frölich, die met haar hoogopgestoken, zwarte krulharen een knappe verschijning was. Ze had een beminnelijke blik, een zwanenhals, stevige borsten en hippe kledij. Eenmaal verloofd met haar huurden jullie samen met haar drie zussen een paleisje aan de Spiegelgasse. Je kreeg veel applaus voor je drama's als 'Die Ahnfrau', 'Sappho' en 'Ein Traum, ein Leben', maar toen het publiek een komedie wegfloot, besloot je niets meer voor het theater te schrijven. In Weimar ontmoette je Goethe, die alsmaar over zichzelf wauwelde, en in Parijs dronk je koffie met Heine, die er vanuit een flacon whisky bijgoot. 'Dat praat beter!', zei hij. Je keek hem met een pessimistische, wilskrachtloze blik aan. Hij lachte. Jij lachte tenslotte ook. Katharina verwachtte je huwelijksaanzoek, maar dat zou nooit komen, daar je jezelf een ongeluksvogel vond, je durfde niet en bovendien waren jullie sterke persoonlijkheden te zeer aan elkaar gewaagd, jullie stijfkoppigheid zou maar koppen doen rollen. Je voelde je te ellendig om voor een sprookje te kiezen. Je broers pleegden net als je moeder zelfdoding, waardoor je vaak wankelend overeind geholpen werd door je sympathieke verloofde en haar drie gezusters. Je leek wel een harem te hebben. Op je oude dag kreeg je het eredoctoraat van de universiteiten van Wenen en Leipzig. 's Nachts tijdens drie flessen wijn biggelden de tranen over je wangen, want je miste hen voor wie je het allemaal had gedaan, terwijl Katharina eveneens dronken met je meehuilde. Seks hoefde niet meer tussen jullie, dat stadium waren jullie ruimschoots voorbij. Een korte knuffel of een vluchtige blik deed al wonderen. De ouderdom bedaarde de zinnen en dat was een opluchting voor beiden. Dat was een natuurlijke onthechtingsmanier van het het aardse. Jullie zielen keken daardoor dieper in elkaar dan ooit. Je levenswerk heeft je tot grootste dichter van Oostenrijk gemaakt, wat je hopelijk beseft, literaire martelaar, enorme krachtpatser, diepgewonde ziel, want toen jij stierf in je binnenstadshuis aan de Spiegelgasse, toen rouwde de hele natie en voelde het overgrote deel van de Oostenrijkers wie er in wezen was heengegaan. Zeven jaar later stond je Katharina op te wachten bij de hemelpoort en kon het eeuwige huwelijkssprookje wel beginnen. Dat plan had je als supermagiër bewust achterwege gehouden, wijze dondersteen!

Schrijver: Joanan Rutgers, 30 september 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 1 stemmen 80



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)