Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Radeloze dieptepsycholoog

(voor Franz von Stuck (1863 - 1928))

Je bent geboren in Tettenweis, ergens in Beieren, waar je vader een zwoegende molenaar was. Je keek graag naar die geweldige wieken, die krachtig ronddraaiden, terwijl je vader binnen de meel in zakken stopte, je moeder weer eens heerlijke pannenkoeken bakte. Er was altijd wel een stil plekje in de molen om leuke tekeningen te maken, terwijl je genoot van het krakende uurwerk en de zweetplek op je vaders wit geworden shirt. Na zo'n dag hard werken dronk hij eerst een liter bier om weer zichzelf te worden en hij pakte graag je moeder stevig beet op bepaalde plekken. Daar hadden ze beiden veel schik van. Ze telden de dagverkoop en was het meer dan normaal, dan hoorde je hen 's nachts extra melig tekeer gaan. Je was in de ban van de tekenkunst, je maakte graag karikaturen van bekende figuren uit je omgeving. Op je vijftiende ging je naar München voor een schilderopleiding om op je achttiende over te stappen naar de Kunstacademie, waar je vier jaar verbleef, met Ferdinand Barth als je leraar. 's Avonds hing je in de kroegen, verliefd op bier en gebolde blondines. Soms kwam zo'n lekkere deerde mee naar huis en had je vette seks, maar het eindigde meestal fataal, synchroon aan de kater in je kop. Ze bedachten altijd wel een reden om ruzie te maken, om je in de steek te laten, te minachten en boos opzij te zetten, want veel vrouwen, zo leerde je, waren nooit ooit echt tevreden en snakten altijd naar betere mannelijke exemplaren, veel vrouwen wilden hun ideaalbeelden niet loslaten, altijd wat te mekkeren, ze waren volgens jou de verleidelijke paradijsslang zelf, een groot gevaar voor iedere argeloze man. Je werd bang voor hun erotische aantrekkingskrachten, want als je eraan toegaf, dan zou je hoe dan ook vermorzeld worden, vergiftigd, leeggezogen en uitgekotst. Je verdiende wat bij met cartoons en vignetten voor literatuurboeken en op je zesentwintigste hingen je eerste schilderijen in het Glaspaleis. Je ging iedere dag kijken of het wel waar was. Voor 'De Paradijswachter' kreeg je een gouden medaille en een grote smak geld, waardoor je ruimschoots uit eten kon en bier drinken zoveel je wilde, maar de losbandige vrouwen hield je scherp en argwanend in de gaten. Je haatte die vluchtige seksescapades met steevast noodlottige uitkomsten. Op je dertigste schilderde je 'De zonde', een halfnaakte vrouw met haar gezicht in de schaduw, terwijl haar borsten fel belicht zijn, lokkend met haar erotische schoonheid houdt ze haar fatale bedoelingen nog even achterwege. Ook in Chicago kreeg je een gouden medaille en je werd lid van een koninklijk hoogleraarschap, de hoge heren deelden blijkbaar je angstaanjagende visie op de erotische valstrikken van de vrouw. Je had de collectieve schaduwzijden zichtbaar gemaakt. Als professor gaf je schilderlessen op de Kunstacademie, waar je pas tien jaar geleden afstudeerde. Bij het zien van lustopwekkende naaktmodellen kreeg je last van zenuwtics en beefden je handen van de angst. Je wilde graag toeslaan, maar je ratio kende de wrange gevolgen. Je trouwde met de moederlijke, maar tevens zeer erotische Mary Lindpainter, een sirene-achtige zangeres, grapje, een schat van een vrouw met krullend zwart haar, een grote neus en stevige wenkbrauwen, een gaaf mens, kunstzinnig en net als jij; hoogstbegaafd, helderstziend en hoogstsensibel. Ze was Amerikaanse en weduwe van een Duitse dokter, je adoreerde haar als een Griekse godin van vlees en bloed. Aan de Prinzregentenstrase 60 bouwde je je eigen villa en atelier, een kunstproject, waarbij je alle onderdelen zelf ontwierp; deurknoppen, de brievenbus, meubels, de bouwstijl, de tapijten, de lampen, noem maar op. Villa Stuck werd bekroond en niet in de minste plaats door je betrouwbare vriendin en rijzige seksgodin Mary. Je wilde wel eeuwig met je hoofd op haar Rubensbillen dromen. Tijdens romantische nachten met kaarslicht zong zij zo voortreffelijk voor jou alleen, dat je er dronken van werd. Je schilderde 'Gewonde amazone', een strijdende, naakte vrouw, die haar gewonde rechterborst omklemd achter een groot, rood schild. Met het naaktmodel juffrouw Feez, die daarvoor poseerde, had je een slippertje, waardoor je oude angsten weer hoog opvlamden, maar Mary bekoelde je aangeboorde psychose. Je had een liefdesaffaire gehad met Anna Maria Brandmaier, een onweerstaanbare vampirella, met wie je samen een dochter kreeg, Maria Anna Franziska, die bij jou en Mary woonde, na een juridische strijd met de valse feeks Anna Maria. Ook Olga en Otto woonden bij jullie, de kinderen van Mary. Je bent in de adelstand verheven door prins Luitpold, die zelf maar weinig adellijke trekken had, waardoor je het een schertsvertoning vond. Je gaf o.a. les aan Paul Klee en Wassily Kandinsky, wat ze wel konden gebruiken, de simpele pottenbakkers. Je trotse, dandy-achtige gelaat met brede in punten uitlopende snor kleurde felrood als je in je dure pak met verwijfde vlinderdas wederom de bloedmooie naaktmodellen moest aanschouwen. Doodsbang kroop je weg in je aangeleerde schulp. 'Ze zullen wel denken dat ik het warm heb', maakte je jezelf wijs. Je stortte je thuis opgejaagd op je beeldhouwwerken en beelden van brons; 'De gewonde centaur', 'De atleet' en het weergaloze 'De amazone'. Je worstelde met al die mythologische en symbolische beelden alsof je de vrouwen wilde bezweren, hun onduidelijke oerkrachten, hun mysterieuze beweegredenen, hun gekmakende wendingen, en inderdaad, hun fatalistische rotstreken. Wurgslangen wurgen, gifslangen vergiftigen, dat moest mogelijk zijn. Met de zonde was de liefde tussen man en vrouw verpest, dacht je, maar ten diepste vocht je tegen de onbetrouwbare, fatalistische vrouw in jezelf, een inzicht, wat je nooit ten volle beseft hebt. Je was net zo als al die schrikbarende kenaus, misschien wel erger, daarom, verdwaasde, was je doodsbang voor jezelf. Dit inzicht had je kunnen bevrijden van je geest beschadigende waanbeelden. Je stierf desondanks in vrede, moegestreden en meer bereikt dan je ooit als molenaarsjochie voor mogelijk hield, terwijl Mary je na een jaar achtervolgde en jullie naast elkaar begraven liggen. Je skelet glimlachte even heel content, maar dat heeft niemand gezien, houden we geheim.

Schrijver: Joanan Rutgers, 28 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 1 stemmen 73



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)