Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Frieslandse trots

(voor Lawrence Alma-Tadema (1836 - 1912))

Je bent geboren in Dronrijp, waar je vader Pieter Jiltes de dorpsnotaris was en je vlijtige moeder Hinke Dirks de huishouding bestierde.
Je vader had al drie zoons uit een eerder huwelijk en het eerste kind van hem en Hinke was vroeggestorven, je zus Atje was twee jaar eerder gekomen. De dorpsmensen leefden eenvoudig, maar zeer betrokken met elkaar, ook omdat men de dorpen daar vaak op terpen bouwde, als middeleeuwse vestingen, uit voorzorg tegen overstromingen.
Toen je twee was verhuisde je naar de grote stad Leeuwarden, waar je vader op meer klandizie hoopte. Op je vierde stierf je vader, maar gelukkig kreeg je moeder van alle kanten hulp en meelevendheid. Men deelde überhaupt de welvaart met anderen.
Je moeder was nogal artistiek aangelegd en ze zorgde er voor dat je van een privé-leraar tekenlessen kreeg, echt een chic gegeven. Terwijl je naar school liep, langs de gemoedelijke grachten en de statige huizen, oefende je je detaillistische kunstenaarsogen. De antieke, sierlijke bouwkunst kon je mateloos boeien. Je stond soms zomaar een half uur naar een brug te kijken, terwijl omstanders 'Hé, jij, wakker worden!' schreeuwden. Vaak hoopte je dat je vader ineens om een hoek verscheen, je zocht vadertroost in de ogen van vreemde mannen, die hun kinderen op ijsjes trakteerden, dat verdriet dempte je vrolijkheid en op je vijftiende kreeg je een fysieke en geestelijke instorting, waardoor de huisdokter je adviseerde om rustig aan te doen, tekenen en schilderen was het beste recept.

Op je zestiende ging je naar Antwerpen om daar vier jaar aan de Koninklijke Kunstacademie te studeren. Je gedijde prima en je behaalde daar vele prijzen, terwijl je ook op vrijersvoeten ging, na overheerlijke Vlaamse frieten dook je de tavernen in om de rondborstige, loslippige, sjansende madammekes te versieren. Ondanks je brave brieven richting Leeuwarden genoot je volop van je erotische uitspattingen, waardoor je losser in je vel kwam te zitten en bredere denkbeelden hanteerde.

Na de academiejaren kwam je drie jaar in de leer bij Jan de Taeye, een oude rot in het schildersvak, die je nog meer op weg hielp. Op je vijfentwintigste kreeg je les van baron Jan Leys, het summum in jouw dagen, je kwam al gauw op de proppen met 'Het onderwijs aan de kinderen van Clovis', wat een groot succes werd, de kop was eraf en je ging met opgeheven hoofd verder. Je zwoer bij klassieke taferelen uit het magische Egypte en na een jaar baronnenbal ging je solo aan de slag.

Je trouwde met de elegante Française Marie-Pauline Gressin van Boisgirard, met wie je op huwelijksreis naar Florence, Rome en Pompeii ging. Pompeii verwerkte je in je schilderijen. Samen met Marie-Pauline kreeg je drie kinderen, waarbij het oudste kind vroeggestorven is door de pokken. Je twee dochters Laurence en Anna waren beide artistiek, Laurence werd romanschrijfster en Anna kunstschilderes. Je vrouw was paranormaal hoogbegaafd en ze was doorleefd in de grootste magierichtingen. Ze kende geestelijke trucs, die bijna niemand kende, waardoor je haar extra aanbad. Ze was vliegensvlug en ultiem subliem geraffineerd. Je was drie-en-dertig toen zij op haar twee-en-dertigste stierf door de pokken.

Je kon maandenlang niet meer schilderen, overmand door een verlammende depressie, waarbij je troosteloos was, want je meest geliefde vrouw zou nooit meer fysiek nabij zijn. Je geliefde zus Atje hielp je bij de opvoeding en de huishouding.
In Engeland ontmoette je de kunstschilder Ford Brown en bij hem thuis de zeventienjarige Laura Theresa Epps, op wie je direct verliefd werd, wat een ongelofelijke, reine, onbedorven schoonheid, slapeloze nachten met liters wijn volgden.
Je trouwde met haar toen ze amper negentien was en jij vijfendertig. Dat je 's nachts zulke strakke heuvels mocht koesteren maakte je zot van verlangen, als een grote baby lag je aan haar lange, honingzoete tepels te zuigen, je kwam helemaal tot rust. Het viel de meeste mensen wel op hoe kinderlijk je je vaak gedroeg, maar die regressie-perioden waren helende natuurkrachten, zelfs je plotselinge woede-aanvallen, weer even snel opgevolgd door bulderende lachbuien. Al die emotionele grilligheden maakten je tot een onuitstaanbare zot, waardoor vele contacten afhaakten, maar je was intens gelukkig met je trouwhartige, opbeurende, idolate Laura, die zelf ook een bekwaam, kwalitatief hoogstaande kunstschilderes was.
Je kreeg contact met de Prerafaëlieten en je reisde als volwaardig academicus naar Rome terug en naar de opgravingen in Pompeii, waar je foto's maakte, die je laten in je schilderijen verwerkte. Je verdiende buitengewoon goed aan je kunstwerken, wat dat betreft was je zeker geslaagd, maar je had andere aspiraties, zo schilderde je in 1888 'De rozen van Heliogabalus', waarbij je bloesems uit de Côte d'Azur liet opsturen. Extravagant en elitair.
Vijf jaar later schilderde je 'Onbewuste rivalen', waarbij twee vrouwen wachten op een minnaar, fabuleus.
Zes jaar later werd je geridderd door koningin Victoria, die je extra hard in je hand kneep en bijna flirtend knipoogde.
Je ontwierp ook theaterkostuums, meubels en textiel, wat je weer gebruikte voor het interieur van je schilderijen.
In 1903 schilderde je 'Zilver favorieten', drie luxueuze vrouwen liggen op een ronde, witmarmeren bank, terwijl één van hen de zilvervissen voert, met op de achtergrond een donkerblauwe zee. Ook schilderde je 'Een lievelingsgewoonte', met op de voorgrond twee naakte vrouwen in een Romeins badhuisbad, met prachtig helder water, waardoor hun zinderende contouren geruststellend zichtbaar zijn. Iedereen genotvol frontaal aanvallen.
In 1909 stierf je engel op aarde, Laura was je ondanks haar veel jongere leeftijd toch voor, waardoor je tot op het bot verdrietig vaak je tranen vermengde met je verf. Vanwege je maagzweren reisde je samen met je dochter Anna naar het kuuroord Wiesbaden, voor genezingsbehandelingen, maar vooral vanwege je eenzaamheidsverdriet stierf je daar, met een minimale glimlach, ondanks je kunstzinnige voorspoed. Liefdesbanden waren belangrijker.

In Dronrijp staat een levensgroot beeld van jou. Dat had je als kind niet kunnen dromen. Wellicht niet eens als volwassene.

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 november 2011


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

3.0 met 4 stemmen 107



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)