Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Hoogstverfijnde adelvrouw

(voor Marie Louise Élisabeth Vigée-Le Brun (1755 - 1842))

Je bent geboren in Parijs, waar je vader Louis een ploeterende kunstschilder was en je moeder Jeanne een stijlgevoelige kapster, die minutieus en aandachtig te werk ging. Je hartverwarmende vader heeft je vele malen geschilderd, wat je helemaal te gek vond en waardoor de schilderdrang in jou gewekt werd. Voordat je ging poseren, wilde je moeder met alle liefde je kapsel extra modelleren. Gek genoeg woonde je de eerste vijf jaar van je leven bij een grote boerenfamilie in Chartres, wellicht omdat je ouders dat een betere opgroeiomgeving vonden, om niet zoveel stadse indrukken te krijgen en veel natuurkrachten op te doen. Je keek je ogen uit bij het zien van de magische kathedraal, die door de Orde der tempelieren en de Rozenkruisers gebouwd is. De vriendelijke boer was een ingewijde, die je die sferen wilde meegeven. Zelf herinnerde je niets van die tijd, wel van het vervolg in een streng internaat van een kille kloosterschool in Parijs. Je ouders bezochten je in de weekenden, maar je snapte niets van hun hardvochtigheid, want je was uiterst triest bij die vormelijke, rigide, frigide, uitbundigheid indammende nonnen. 'Non!' duldden ze niet en ze hielden je continu in de gaten. Je was dolblij dat je op je twaalfde terug naar je ouders mocht, je kreeg tekenles van je vader, wat je geweldig vond, maar je vader stierf plotseling, wat je zwaar versomberde, maar je wilde ook voor hem je artistieke aspiraties doorzetten en je studeerde de schilderkunst bij Briard, Vernet en Greuze, die je hielpen om de Neo-classicistische stijl meester te worden. Vanaf je vijftiende verdiende je al een flink salaris met je portretten, terwijl ze op je negentiende tijdelijk je atelier sloten, omdat je geen vergunning bezat, de akelige muggenzifters! Op je eenentwintigste trouwde je met de kunsthandelaar Jean Baptiste Pierre Le Brun, die terecht verguld was met jou als vrouw, want je was zelf net zo mooi om te zien als je schilderkunst. Je schilderde vele keren de charmante, losbandige koningin Marie-Antoinette, wat je extra veel geld opleverde. Na vier jaar huwelijk werd je dochter Jeanne Julie Louise geboren, op een uitstekend dubbelportret is te zien hoe zielsgelukkig en moederlijk vertederend je met haar was. Op je zevenentwintigste maakte je 'Zelfportret met strohoed', je staat daar weergaloos bloedmooi met het palet en de penselen in je linkerarm en je rechterhand liefdevol, gedwee, schenkend geopend. Je reisde met Jean door Holland en België om de schildermeesters daar te bestuderen, maar ook om de teugels los te laten en te genieten van de geneugten des levens, je versmaadde haring met jenever geenszins. Je roem steeg tot bijzondere hoogte, waardoor de parasitaire roddelpers zich wespenstekend op jou stortte, men betichtte je van vele buitenechtelijke minnaars, wat zwaar overdreven was, want het waren er maar een paar, gezien je hoge behoefte aan seksuele afwisseling, je onbedwingbare drang naar vernieuwende situaties, kon je niet honkvast zijn en Jean huppelde mee. Je hooggespannen schilderkunst zocht een uitlaatklep in al die viriele roeden, die je graag binnenliet, want de sapuitwisselingen gaven je nieuwe energie voor het zuivere schilderwerk. Goed gedaan, beter dan die valse rotzakken, die fictieve liefdesbrieven van jou en de minister van financiën publiceerden, puur om jou in de stront te drukken en zelf hun kassa te vullen. Tijdens het uitbreken van de Franse Revolutie vluchtte je met je dochter naar Italië, waar je roemrijk doorschilderde. Je ging daarna naar Wenen en Rusland en je besteedde je twaalf jaren ballingschap voortreffelijk, want aan vele hoven schilderde je portretten en liep je binnen. Je eigendommen in Frankrijk werden in beslag genomen, waardoor je man van je wilde scheiden, om zo zijn bezittingen veilig te stellen, de passieloze lafaard! Later kreeg je je eigendommen terug, ook door de druk van adellijke bolwerken, en vanuit Berlijn keerde je terug naar Frankrijk, waar je een riant buitenverblijf in Louveciennes betrok. Jean kwam met hangende pootjes bij je terug en in Londen schilderde je de extravagante dichter lord Byron, die quasi-nonchalant aan je borsten zat. Je schilderde Caroline Bonaparte, de zus van Napoleon, samen met haar dochter. In 1814 werd je buitenverblijf in Louveciennes door soldaten in beslag genomen en verhuisde je naar Parijs. Een opvallend detail is je naaktschildering van jezelf, hoewel, je schilderde alleen je ontblote linkerborst met samengetrokken, verstijfde, opgewonden tepelhof en een gloeiend rood gezicht. Zeer diepzinnig en onthullend. Schaamte en opgewondenheid gemengd. Uiteindelijk schilderde je zo'n 660 portretten, een ongekende megaklus, meer dan Rembrandt voltooide, en eenmaal gestorven werd je begraven in je geliefde Louveciennes, waar je zolang kostelijk en zwaar verdiend tot rust was gekomen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 10 november 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 1 stemmen 51



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)