Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zeegezicht

Regelmatig krijg ik in de nacht bezoek van een engel, die mij beelden uit mijn vorig leven laat zien, omdat ik geloof in reïncarnatie, dat wil zeggen, dat mijn ziel niet verdwijnt. Zo was ik in 1882 als zestienjarige gevlucht uit een tuchthuis. Op zoek naar vervoer kwam ik in contact met een man, die koetsier was van een postkoets naar Le Havre in Noord Frankrijk. Ik kon met hem mee en mocht naast hem zitten op de bok. Door vier paarden werd de koets voortgetrokken. Prachtig weer was het en ik genoot van de natuur, waar geen lawaai was van vliegtuigen en verkeer.

In België hield de koetsier stil bij een herberg en konden we binnen genieten van een heerlijke maaltijd van vers gebakken brood met vlees en natuurlijk het beroemde Belgische bier. De struise dochter van de herbergier had kennelijk een oogje op me en vroeg of ik met haar een eindje wilde wandelen in de achterliggende tarwevelden. Graag wilde ik met haar mee, maar de koetsier verbood het mij, gezien zijn ervaring met dat wicht. Menig man had volgens hem bij haar een druiper opgelopen.

Vroeg in de avond stopten we in Normandië en kregen de paarden voer en kon ik een dutje doen achterin de koets. Plotseling hoorde ik gerucht en keek voorzichtig over mijn deken en zag twee mannen postzakken uit de koets halen. Die gaan natuurlijk kijken of er wat voor hun gading in zit. Door het raam zag ik mijn vriend tegen een boom zitten. Kennelijk had hij het ook gezien en zag ik hem opstaan en een wit laken over zijn hoofd deed en als een spook heen en weer ging rennen. Ik deed ook een duit in het zakje en kwam overeind en riep herhaalde malen tegen de mannen ''boe, boe'' Toen ook het spook naar hun toekwam namen ze snel de benen.

De koetsier was mij dankbaar, en zei:
''Hoe kom je erbij boe te roepen naar die gasten?''
''Dat heb ik in mijn latere leven geleerd van een Nederlandse minister, die raadde het iedereen aan als ze bedreigd werden door boeven. De misdaad is toen sterk afgenomen. Hij zei toen:
''Bedankt vriend, dat ga ik voortaan ook doen.''

We vertrokken weer en kwamen in Le Havre, waar de post werd uitgeladen en ik afscheid van hem nam. Hij ging weer naar Breda en ik ging zwerven. Het was warm en ik naderde de Normandische kust. In de namiddag was ik erg moe en hongerig geworden en kocht ik bij een bakker een stokbrood en brie. Toen ik mij weer lekker voelde wilde ik op het strand een slaapplaats zoeken, maar opeens zag ik een man van middelbare leeftijd met een baard op een krukje achter een schildersezel zitten.

Boeiend bleef ik naar het schilderij kijken, een zeegezicht met helder blauw water met strand en in de verte de duinen en de prachtige blauwe lucht vol met mooi weer wolken. De golven van de zee schitterden in het zonlicht. Ook zag ik in de branding dunne staken die een groot visnet overeind hielden en heen en weer bewogen in de deining van de zee. De man bleef schilderen en ik ben naar het strand gelopen en ben in een kuil gaan liggen om wat te slapen. Toen ik wakker werd lag ik weer in mijn eigen bed, toch weer blij, maar ook betoverd over mijn verleden. Een paar dagen later zag ik dat schilderij met het zeegezicht in een museum en wist toen wie het geschilderd had, namelijk Claude Monet( 1840-1926).

Schrijver: kees niesse, 28 november 2011


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

5.0 met 1 stemmen 163



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)