Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bezielde spontaniteit

(voor Gabriele Munter (1877 - 1962))

Je bent geboren in Berlijn, waar je vader Carl tandarts was en je moeder Wilhelmine op de kinderen paste en hen verzorgde. Je was de jongste van vier kinderen en op de lagere school ontdekte je al dat je dol was op alles wat met kunstzinnigheid had te maken. Op je negende stierf je vader en je was ontroostbaar, al werd je heel liefdevol opgevangen door je oudere zus, de anderen en je moeder, zo goed als ze kon, want door de terugslag leefde ze afgezonderd en jij dus ook en ze verwaarloosde de opvoeding, omdat ze depressief was. Omdat je op zonnige dagen zat te tekenen in de achtertuin, wat helemaal bij jou hoorde, dat zag je moeder wel, mocht je privé-lessen nemen. Het lukte je niet om op een kunstacademie te worden aangenomen, want in jouw tijd werden vrouwen in die sector gediscrimineerd, wat je veel verdriet heeft gedaan, want je wist dat je voor de kunst geboren was. Je walgde van die krampachtige conservatieven, die weigerden op grond van de sekse, die hun koppige verstand aan de duivel verkocht hadden. Door dit respectloze gebaar naar vrouwen raakte je zwaar gefrustreerd en soms wilde je breken met de kunst. Op je twintigste stierf je verloederde moeder en ook al zat je op een Kunstschool voor Vrouwen in Düsseldorf, het werd je allemaal te machtig en dus ging je met je zus voor twee jaar naar Amerika, vanwege het erfenisgeld kon dat gemakkelijk en je bezocht daar familieleden. Je moest jezelf hervinden en daarbij reisde je door Arkansas, Missouri en Texas, waar de zeer uitgestrekte natuurfenomenen je bekoorden en je eenzaamheid minzaam weerspiegelden. Op een foto uit die tijd zie je je vermoeide, verdrietige, beminnelijke ogen, je serieuze, kwetsbare, fragiele uitstraling en je koddige krullen. Door je minieme opvoeding had je veel moeite met communicatie en je werd meestal verkeerd begrepen, wat je isolement versterkte. Toch raakte je door je verre reis vastbesloten om kunstschilderes te worden, gesterkt in je levensvervulling en je zélfrespect. Het terneerdrukkende gevoel van doelloosheid verdween. Je ging in München naar de Phalanx School, waar een vooruitstrevende sfeer heerste, mede door de directeur Wassily Kandinsky, die elf jaar ouder was dan jij. Je studeerde er beeldhouwkunst, grafiek en schilderkunst, waarbij Wassily je leraar was. Wassily had zijn ogen niet in zijn zak zitten en hij viel meteen voor je uitzonderlijke, vrouwelijke vormen. Voor jou was hij deels een vaderfiguur, maar vooral een door de wol geverfde persoonlijkheid en bovendien, destijds, vond jij, je meerdere op schildersgebied. Tijdens de schilderlessen bloeide jullie passie op en het duurde niet lang of jullie gingen seksueel tot het uiterste met elkaar, waardoor jullie gingen samenwonen, ondanks de sociale tegendruk vanwege ongehuwde erotiekbeleving, vooral door geniepige kerkmensen volgehouden. Van je vijfentwintigste tot je zevenendertigste was je de levenspartner van Wassily, je bent met hem verloofd en je kocht ondertussen je stijlvolle huis in Murnau am Staffelsee, waar je samen met Wassily beroemde tijdgenoten ontmoette; Von Werefkin, Von Jawlensky, Erbslöh, Marc, Macke en Schönberg. Je reisde met Wassily naar Nederland, Frankrijk, Italië en Tunesië. Op je achtentwintigste ben je gefotografeerd in een huis te Dresden, waar je je zwaarmoedige hoofd ondersteund met je rechterarm, elegant zittend in een beeldschone jurk, die je helaas wel erg insnoert, maar dat deed de tijdsgeest nog meer. Samen met Wassily en Franz Marc richtte je 'Der Blaue Reiter' op, een expressionistische, avant-gardistische kunstgroep. Op je dertigste kon je jezelf officieel een werkende kunstenares noemen en in Parijs maakte je vele houtsnedes. Door de eerste wereldoorlog week je uit naar Zwitserland en Wassily moest terug naar Moskou, daar scheidde hij van zijn vrouw en nicht Anja, wat jij nog niet wist, en jij ging naar Kopenhagen. Tijdens een expositie in Stockholm ontmoette je de overspelige Wassily voor het laatst, hij ontweek je in alle toonaarden en later ontdekte je dat hij hertrouwde met ene Nina, de harteloze schoft met zijn meedogenloze gebruikersmentaliteit en zijn misleidende, geheime agenda's! Je stortte volkomen in en je jeugddepressies vermengden zich met dit nieuwe liefdesleed. Je doolde nog wat rond in Scandinavië, alvorens je naar Duitsland terugkeerde, waar je vanwege je ernstige depressies niet meer kon schilderen tot je eenenvijftigste. Mede door je nieuwe liefdesgeluk, de kunsthistoricus en filosoof Johannes Eichner, negen jaar jonger, pakte je de verfkwast weer op en je maakte bloemstillevens in je ruime tuin te Murnau. Je hield van je huis met het sierlijke dak en geschilderd in lichtblauwe, lichtgele en witte tinten, voorzien van een open haard en omringd met vele bloemen en hoge bomen. Een tweede verblijf in Parijs bezorgde je een kunstzinnige opleving en je verdiepte je in de kinderwereld en in landschappen. Je Jugendstil-stijl is beïnvloed door Van Gogh, Gauguin en Matisse, je drukte de ziel van je onderwerpen uit in kleurschakeringen, geheel volgens je eigen intuïtie. Drie jaar voor de tweede wereldoorlog gaven de nazi's je een expositieverbod en je verstopte gauw de ruim tachtig schilderijen van Wassily en het overige werk van andere expressionisten. De sleutel van de kelderdeur lag al die oorlogsjaren onder een plint in het theehuisje. Johannes vond de weinige sex best. Hij kende je hypochondrische wezen. Was al blij met een kruimeltje of iets meer dan. Na de oorlog ontving je de Cultuurprijs van München, wat je van trots vervulde, en na een succesvolle expositie in Amerika exposeerde je ook in de Kunsthalle Mannheim, waardoor het Duitse publiek je op handen ging dragen, maar je verschool je in je geliefde woning te Murnau en toen Johannes overleed, werd je een schichtige kluizenares met een zeer kunstrijk verleden. Vier jaar heb je nog alleen voortgeploeterd, tot je op hoge leeftijd zomaar weggleed in de nacht, een engel gehaald door engelen, jezelf weggegeven via de schilderkunst, een zelfgave en zelfontlediging die van de grootste klasse getuigd, ook omdat je een vrouw was, maar vooral omdat je zo diepbewogen was.

Schrijver: Joanan Rutgers, 6 januari 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 3 stemmen 79



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)