De Inca
Jaar in, jaar uit staat hij op de Andes, stug de zengende hitte van overdag en de vrieskoude sterrennachten trotserend: de Inca in zijn veelkleurige plunje, onder de hemel van azuur die de besneeuwde pieken overspant.
Al eeuwenlang kijkt hij uit over de diepten van de Cordilleras en de hoogten van het sterrenrijk. Veel zonnen heeft hij zien opkomen en ondergaan. Kaarsrecht als zijn spies, die naast hem op de rotsbodem rust, houdt hij ’s nachts bij een knapperend houtvuur de wacht. Scherp steekt zijn silhouet af tegen de flonkerende sterrenhemel.
De Inca wacht op het antwoord dat komen zal, wanneer de rotsen als op bevel van hogerhand zullen openscheuren, de bergmassieven van de aarde zullen wankelen, de zon in zijn vurige opkomst blijft steken en de mensen in blinde verwarring zullen vluchten naar niet bestaande oorden waar het beter is. De aarde zal beven als de Gevederde Slang terugkeert naar zijn volk.
Geduldig wacht hij tot de tijden als het koren zijn gerijpt en alle stervelingen terugkeren in de schoot van moeder aarde. Hij telt de cycli van zon en maan, de wenteling van sterrenwerelden, tot alle hemeltekens samenvallen.
Op het afgesproken uur zal de wereld herboren worden. Uit water en vuur, hemel en aarde, goud en sterrenstof. Langzaam schuift de zon naar het centrum van de Melkweg. De Gevederde Slang spant zijn kosmische kruisboog. Nog even.
Geplaatst in de categorie: religie
Wat een prachtige beschrijving, Hendrik.