Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Tweestrijd in Somalië

Kaapstad, 1991

''Het is te riskant om dit soort gesprekken telefonisch te bespreken. Hier achter gesloten deuren is het een stuk veiliger,'' zei Mahdi tegen Johnson.
''Je doelt op het wapenembargo dat binnenkort door de VN wordt ingesteld?''
''Inderdaad. Dat gaat er komen. Het bezorgt mij al twee weken slapeloze nachten. Somalië is al een aantal jaren onze belangrijkste afzetmarkt. We hebben het hier over miljoenen, mijnheer Johnson.''
Johnson ontving een aantal dagen geleden een bericht van Mahdi met het verzoek of hij in staat was hem op korte termijn in Kaapstad te bezoeken. In zijn woonplaats Birmingham was Johnson inmiddels al een belangrijke zakenman. Hij was eigenaar van het telecommunicatiebedrijf Teltomax, waar er de laatste jaren een duidelijke daling van de omzet te merken was.
''Ik zag het al een tijd geleden aankomen en ik heb me erop voorbereid. Als ik kan garanderen dat jouw productie dit en volgend jaar minimaal ongewijzigd zal blijven, wat heb jij mij dan te bieden? De gebruikelijke drie procent provisie is in deze chaotische tijd geen optie,'' gaf Johnson duidelijk aan.
''Wil jij mij dan eerst vertellen hoe jij mij de garantie kan geven?''
''Ik heb de nodige connecties in buurland Kenia, dat alles vanaf daar richting Somalië overnemen. Tegen dezelfde aantallen en dezelfde prijs. Het enige wat er voor ons veranderd, is dat wij Kenia als afzetmarkt gaan gebruiken.''
Opeens leek Mahdi minder bezorgd. Johnson leek hem op het wapenembargo voorbereid te zijn.
''Tegen de garantie die jij mij biedt, ben ik bereid de provisie met twee procent te verhogen.''
''Ik had iets anders in mijn hoofd. Mijn deal is een verhoging van vier procent.''
Mahdi moest even peinzen, maar wist dat de omstandigheden op korte termijn ernstig zouden veranderen.
''Mijnheer Johnson, we hebben een afspraak!''
Ze schudden elkaar de hand.


Somalië, 1992

''Het bloeden stopt niet, Brigitte. Wat nu?''
''Blijf druk op de wond uitoefenen. Breng er desnoods nog een verband aan.''
''Het bloedverlies gaat maar door. Het kind is helemaal bleek geworden.''
Shamsa raakte in paniek. Ze voelde zich machteloos. Hoewel dit soort gebeurtenissen niet zelden voorkwamen, voelde Shamsa bij dit slachtoffer een zwaardere last op haar schouders. Zij had de moeder van het kind beloofd haar uiterste best te doen om het in leven te houden. Haar overige kinderen waren inmiddels door genadeloze kogels vermoord.
''Ik neem het wel over Shamsa. Maak jij de hechting van deze wond maar af. Doe het snel, want anders kan er een infectie ontstaan.''
Shamsa nam de behandeling van een ander slachtoffer over.
Na ernstige inspanningen moest Brigitte concluderen dat het hun niet gelukt was om het kind in leven te houden. Het overleed in korte tijd aan ernstige verwondingen.

Geen een dag was anders in het Volksziekenhuis in Noord-Somalië. Elke dag waren er slachtoffers, ouders die de dood van hun kind moesten zien te verwerken en kinderen wiens ouders de dood vonden. Voor Brigitte en Shamsa, beiden als arts werkzaam, was het een behoorlijke karwei om dag en nacht die situaties te moeten meemaken. Een strijd waarbij het belangrijk was om de emoties onder controle te houden.
Tegen het einde van de dag begaven Brigitte en Shamsa zich op de trappen voor het ziekenhuis. In de verte klonken bombardementen, kogels en geschreeuw. Alles wat zo kenmerkend was voor een oorlog.
''Weet je, Brigitte? Ik heb het eigenlijk nooit begrepen.''
''Wat niet?''
''Waarom jij het leven daar hebt opgegeven om hier tegen de ellende te strijden?"
''Weet je dat dit mij meer voldoening geeft?''
''Echt waar?''
''Absoluut. Daarnaast kan je iets pas optimaal haten als je het van dichtbij meemaakt,'' zei Brigitte.

''Brigitte, er is telefoon voor u,'' zei een van de personeelsleden van het ziekenhuis.
''Ik kom eraan.''
Brigitte liep naar binnen en nam de telefoon over.
''Ja vader, alles gaat goed. Het was weer een zware dag voor Shamsa en mij, maar voorlopig zit ik hier nog wel. Ik verwacht eind volgende maand wel weer in Birmingham te zijn.''
Brigitte liep weer naar de trappen waar Shamsa inmiddels een sigaret zat te roken.
''En, wie was het?''
''Mijn vader. Hij wilde weten of alles goed gaat.''
''Heb je mijnheer Johnson wel de groeten namens mij gedaan?''
''Jazeker. Dat ben ik niet vergeten,'' gaf Brigitte aan.

Schrijver: Vedat Gok, 15 mei 2012


Geplaatst in de categorie: oorlog

3.2 met 5 stemmen 298



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)