Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ze zat tussen de klaprozen

Een zenuwachtig gevoel dwingt mij elke dag te gaan wandelen, de natuur maakt mij rustiger. Het was een hete dag en de weidse hemel was hier en daar bedekt met stapelwolken. Gelukkig hoef ik niet ver te lopen om mijn dorp achter me te laten, alleen moet ik oppassen voor de roodharige dame bij het laatste huis. Deze dame heeft een ernstige afwijking en is al een paar keer veroordeeld wegens het leeg gooien van een urinepot op voorbijgangers.

Meestal steek ik bij het naderen van haar huis de straat over, maar toch moet je oppassen, want ze kan ver gooien, dus versnel ik mijn pas als ik haar boven voor het raam zie staan van haar slaapkamer. Ze weet, dat ik bevriend ben met de familie Jansen, beter bekend als Wouter en Mien. Mien is een lieve zorgzame vrouw en maakt indruk door haar grootte en dikte en vooral zij is vaak het slachtoffer, omdat ze die rooie een paar klappen had gegeven in de supermarkt.

Maar genoeg daarover, ik bevond mij in het mooie landschap van Drenthe en nam niet het pad, maar liep na een kwartier door hoog gras en zag ik prachtige rode klaprozen langs een heuvel. Had ik nou maar mijn camera meegenomen, dan had ik een mooie foto van de klaprozen kunnen maken. De lucht trilde van de hitte en in de verte zag ik een boerderij, omgeven door hoge populieren.

Terwijl ik daar liep dacht ik toch weer aan nare dingen die mij vroeger waren overkomen, het waren gebeurtenissen in de oorlog, mijn broer die pas is overleden door een hartinfarct, en de doodsbedreiging door een man, die mij op jonge leeftijd had misbruikt.

Opeens hoorde ik iemand kuchen, het geluid van een droge hoest en keek waar het vandaan kwam en zag een groen gekleurde damesfiets op de grond liggen en dichtbij zat een vrouw tussen de klaprozen, ze droeg lang ravenzwart haar en had een knap smal gezicht en volle lippen en ik dacht, wat moet zo'n vrije jonge vrouw daar alleen? Ze keek mij aan met een droefgeestig gezicht, en zei:
''Mijnheer, heeft u misschien water bij u en aspirine, want ik heb zo'n verschrikkelijke hoofdpijn.''

Ze zag natuurlijk, dat ik een rugzak droeg en meestal heb ik daarin een flesje water en wat koeken voor onderweg, maar geen aspirine. Ze wenkte mij naast haar te komen zitten, maar ik was op mijn hoede, want in de krant had ik gelezen, dat een vrouw in een stille omgeving zogenaamd alleen is en om hulp vraagt, en er dan plotseling twee mannen tevoorschijn komen, die je beroven of mishandelen, dus liep ik eerst de heuvel op en controleerde ik de omgeving, maar er was verder niemand te zien, dus voelde ik mij veilig en ging naast haar zitten.

Ik deed mijn rugzak af en opende die en goot wat water in een plastic witte beker en reikte het haar aan. Ze pakte de beker aan en ik zag toen hoe mollig haar armen waren. Ze droeg een witte bloes en een blauwe spijkerbroek met witte vlekken aan de voorkant met daarin scheuren. Merkwaardig, dat jonge mensen daarmee willen lopen en ze zijn nog duur ook. Ik vroeg:
''Heeft u nog steeds hoofdpijn?''
''Ja, Ik heb gisteravond teveel rode wijn gedronken, stom van me, want dan weet ik voor honderd procent, dat ik de volgende morgen met hoofdpijn opsta. Omdat ik in de ziektewet loop mocht ik van de controlearts wel in de frisse lucht gaan fietsen om mijn burn-out kwijt te raken, maar toen ik hier ging zitten om wat te rusten en van de omgeving te genieten werd de hoofdpijn erger.''

''Weet u, wat ik denk mevrouw, u bent hier tussen de klaprozen gaan zitten en hebt u eraan geroken.''
''Inderdaad, dat heb ik gedaan, mijnheer, maar veel reuk zit er niet aan.''
''Zal ik u eens wat vertellen, klaprozen hebben als eigenschap, dat ze bedwelmend werken en hoofdpijn kunnen veroorzaken en omdat u al hoofdpijn had, is het alleen maar erger geworden.''

''Daar zegt u me wat, u kan wel eens gelijk hebben, ik ga zo meteen weer naar huis en neem wat paracetamol in en ga op bed liggen in een donkere kamer en ik drink vanavond geen wijn.''
''Heel verstandig, mevrouw. Heeft u al lang een burn-out?''
''Ach, ik noem het burn-out, maar ik geloof, dat het wat anders is, mijnheer. Ik durf het u wel te vertellen, want u bent ook de jongste niet meer.''

''Ja, dat klopt, ik ben net tachtig geweest, maar iedereen schat mij jonger.''
''U ziet er helemaal niet uit, dat u tachtig bent, eerder zeventig.''
''Fijn om te horen, mevrouw, ik heb in mijn leven wel veel meegemaakt, maar ik ben jong gebleven, omdat ik niet aan sport doe, elke dag sigaren rook en vier borrels drink. Mijn vader was ook zo en die werd 92. Veel sportlui hebben tegenwoordig veel mankementen en worden op oudere leeftijd invalide, ze hebben teveel geëist van hun lichaam. Veel wandelen is gezonder, neem dat maar van mij aan.''

Ze zuchtte diep, en zei:
''Het zit zo mijnheer, ik ben getrouwd, maar mijn man is vaak niet thuis en als hij thuis is ligt hij in de stoel te maffen. Hij heeft altijd wat, dan is het weer overwerk of hij gaat met kameraden vissen of biljarten en komt hij aangeschoten thuis, maar ik ben een vrouw, gezond en ik wil wel eens wat in bed, maar hij ziet mij niet.

Gisteravond belde hij, dat hij later thuis zou komen, een vergadering op zijn werk, moet je maar geloven. Ik dacht, ik trek andere kleren aan, een doorschijnende witte jurk en daaronder mijn zwarte kousen tot boven mijn knieën en een zwarte string en geen bustehouder, misschien als hij dat ziet heeft hij zin, maar nee hoor, hij vroeg naar de krant. Daar word ik nou zenuwachtig van, mijnheer.''

Schrijver: kees niesse, 11 juni 2012


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.3 met 3 stemmen 147



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
12 juni 2012
Email:
hmessielive.nl
Een mooi verhaal van een oude, maar nog jeugdige man, die mensen, van welke leeftijd ook, weet op te beuren.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)